#WTTV15: Interview met Tourist LeMC

“Elke hiphopper representeert een beetje op zijn manier de plek waar hij vandaan komt.”

Tekst: Wouter Hoogland | Foto's: Anna Span ,

Hij heeft nog net even tijd voor ons voor hij weer verder moet naar het Nijmeegse Valkhof festival: Tourist LeMC heeft het er maar druk mee. Sinds zijn laatste album En Tour is verschenen op TopNotch is hij steeds vaker te zien op de Nederlandse festivalpodia. We spraken Johannes Faes (zoals Tourist door zijn ouders werd genoemd), vlak na zijn sterke optreden op de Bontebok, over zijn invloeden, zijn schrijfproces, en over het roemen van zijn heimat Antwerpen.

Als Antwerpenaar is Johannes natuurlijk ver van huis, wat soms een taalbarrière kan veroorzaken. Zo is tijdens zijn show merkbaar dat het publiek niet erg sterk reageert op wat hij tussen de nummers door vertelt. “Het is wat is het is natuurlijk. Ik spreek met een accent, in een dialect. Ik snap dat dat moeilijk is, maar de mensen die de teksten kennen op voorhand, die kunnen het wel makkelijk meezingen en begrijpen.” Hij is er zelf wel van bewust. “Ik probeer er wat op te letten dat ik tussen de liedjes door iets mooier Nederlands praat, dat ik wat meer verstaanbaar ben. Ik denk dat dat geregeld lukt.”
 

Het is maar goed dat hij dat doet, want de verhalen die Johannes in zijn nummers vertelt zijn te mooi om niet gehoord te worden. “Meestal zoek ik een thema waarover ik iets wil zeggen of een verhaal wat ik wil vertellen. Dat probeer ik naar mijn hand te zetten. Dat schrijfproces, wat iets rationeels is, vertrekt uit een emotionele gemoedstoestand. Vanaf dat ik daar in zit pak ik een thema waaruit ik wil schrijven. Dan gebeurt dat op een liedje dat ik zelf heb geschreven, of een beat die ik heb gekregen van een collega.” 


Soms schrijft Tourist ook zijn eigen muziek. Daar is dan vooral de grote invloed uit de kleinkunst die in zijn werk zit te vinden. Zijn hiphopinvloeden zijn daarin wat moeilijker terug te vinden, maar zijn zeker aanwezig. “Wat hiphop betreft heb ik vooral invloed van een paar zangers uit Amerika, en veel uit de Franse hiphopscene uit de jaren negentig. Er zijn wel een paar Nederlanders tot mij doorgedrongen: Opgezwolle en Typhoon, om maar enkele te noemen.”
 
Met die laatste wordt de Antwerpenaar dan ook wel vaker gezien: op Oerol bijvoorbeeld hebben ze samengewerkt. “Ik heb een paar liedjes gezongen in zijn toespraak, en hij heeft in mijn set gezongen.” De twee gaan zeker vaker samenwerken. “Hij doet het voorprogramma van een paar shows in Antwerpen, en ik doe zijn voorprogramma in december in de Heineken Music Hall.”
 

Kleinkunst is dus de andere grote invloed in Johannes’ nummers. Hij noemt Antwerpenaren als John Lundström en Wannes van de Velde, maar ook Nederlanders als Freek de Jonge en Herman van Veen als voorbeelden. Ook al lijken de twee aspecten van zijn muziek ver uit elkaar te liggen, volgens Tourist zijn er wel raakvlakken tussen hiphop en kleinkunst. “Hiphop gaat ook vaak over de maatschappij, over de mensen, zelfkritiek, sociaal engagement. Hetzelfde zie je in de kleinkunst, vooral over de kleine mens. Dan is de link snel gelegd.”  

Net op het podium noemde hij zichzelf 'chauvinistisch' toen hij een eerbetoon aan Antwerpen begon. Het is natuurlijk niet vreemd in de hiphopwereld om lovend over je stad te praten. “Elke hiphopper representeert een beetje op zijn manier de plek waar hij vandaan komt. Dat typeert hiphop wel. Maar eigenlijk ook de kleinkunst, zeker de Antwerpse kleinkunst… ja, chauvinistisch weet ik niet, maar er zijn veel liedjes over Antwerpen, over het volk in Antwerpen. Ik zet dat wat verder.” Dat Tourist zelf de nadruk legt op de negatieve kanten, zoals het leven in de achtergestelde wijken, is iets wat minder vaak voorkomt. “Dat gaat vaker over de stad in het algemeen. Ik kom zelf uit een achtergestelde wijk, dus dat is dikwijls mijn insteek. Dat soort thema’s blijven wel.”

Hij mag dan Tourist heten, maar de reizen blijven helaas beperkt tot het Nederlandstalige deel van Europa. Het voorprogramma van Typhoon komt dus nog, maar ook shows op Into The Great Wide Open en de Melkweg staan op de planning. In het Franstalige deel van België is er echter weinig vraag naar zijn muziek. “In Wallonië komen wij niet. Andersom is het wel, Vlamingen spreken wel Frans, maar Walen spreken dikwijls geen Nederlands.” Was er vraag geweest, dan was Tourist graag naar het Zuiden afgereisd. “Ik kijk wel graag naar het Zuiden, maar zij kijken liever niet naar ons.” De blik is dus op het Noorden gericht. Maar goed ook, want we zien hem hier graag.