#WTTV15: Geen rafelrandje te bekennen bij The Pains of Being Pure at Heart

Show op WTTV verveelt niet, maar boeit nergens

Tekst: Wouter Hoogland | Foto's: Anna Span ,

Een gevalletje van “kennen jullie deze nog?”, dat is The Pains of Being Pure at Heart wel. De buzz die ze met hun debuutalbum uit 2009 hadden gegenereerd is al ver genoeg weggezakt om de band weer een relatief onbekende naam op de poster te maken. Veel bekender zullen ze door dit optreden niet worden: ondanks kwalitatief hoogwaardig spel weten de New Yorkers nergens een memorabel moment te creëren.

DE ACT:
Aan de bevlogenheid van zanger/gitarist Kip Berman ligt het vlakke optreden in ieder geval niet. De bandleider staat, als hij niet indringend vanachter zijn microfoon het publiek in kijkt, standaard gebogen met zijn gitaar tussen zijn benen. Publieksparticipatie is echter niet zijn sterkste punt: afgezien van een ongemakkelijke grap over zijn naam (“if you like chicken, you like me”) spreekt hij zijn toeschouwers weinig toe. De band laat liever zijn instrumenten voor zich spreken.
 
De kwaliteit van het spel is dan ook erg sterk. Er is, afgezien van een paar valse zanglijnen in het begin, geen foutje te bekennen. Als er al een instrument uit de mix springt is het de bas; verder vormen alle bandleden één goed gepolijst geheel. Ondanks dat er flink wat distortionpedalen aan staan bij beide gitaristen klinkt het geheel wel erg clean. Op enkele momenten is het melancholische, nostalgische gevoel dat we kennen van Arcade Fire’s The Suburbs de hoofdmoot, op de meer opzwepende ogenblikken doet de band vooral denken aan een boeiendere versie van The Naked and Famous.
 
HET NUMMER:
Dat er nergens een rafelrandje aan zit is tegelijk ook een grote beperking voor The Pains. Nergens springt er een pakkende partij uit, nergens blijft er een melodie hangen. Zo is een nummer als single Belong een prima opzwepend nummer om je even uit de sleur te halen, maar het is niet genoeg om de melodie vast te zetten in je hoofd. Het is duidelijk dat het repertoire van de band rond de composities van Berman is opgebouwd: het zijn de tekst en akkoorden die het nummer bepalen, en de rest van de instrumenten voegen nauwelijks iets toe.

HET MOMENT:
Die vaste songstructuur die er voor zorgt dat de band een indrukwekkend arsenaal aan nummers heeft speelt hen dan ook parten. Zo is een nummer als Eurydice een hoogtepunt in de set te noemen, maar niet door het enthousiasme waarmee het wordt gebracht dan door opvallende aspecten in het nummer. Zelfs Masokissed, wat met een bravoure wordt gebracht die bijna als punk omschreven kan worden, komt daardoor vrij braaf over.
 
OOK OPMERKELIJK:
Tsja, dat is er dus bijna niet. Wel moet worden gezegd dat de nummers waarin de toetseniste de leadzang overneemt vaak de beteren in de set zijn. Misschien komt dat juist door de afwisseling die het brengt, maar het is duidelijk dat zij de betere zanger is van de twee.
 
HET PUBLIEK:
Dat de band nergens grijpt is waarschijnlijk ook de reden voor het geringe aantal toeschouwers. The Pains weet de Grootegast nauwelijks halfvol te spelen. Gedanst wordt er vooraan zeker, maar het meeste publiek bestaat vooral uit toevallige passanten.
 

HET OORDEEL:
The Pains of Being Pure at Heart zet hier dus een goed optreden neer, maar absoluut niet meer dan dat. Er is geen enkel memorabel moment in het hele optreden, en de gelijkenissen tussen de nummers zijn veel te groot. Ik wou de grap eigenlijk niet maken, maar aangezien Berman het zelf ook al heeft gedaan: Kip is niet het meest veelzijdige stukje vlees.