The Hunting Party: van de bowlingbaan terug naar het oefenhok

“We moesten toch wat op onze vrije donderdagavond.”

Tekst: Theo van der Veer | Foto's: Rick Slagter ,

Vorig jaar speelde The Hunting Party nog in de finale van de Kleine Prijs van Friesland en enkele weken geleden bracht de band eindelijk haar debuut EP uit. Dit wil overigens niet zeggen dat de heren groentjes zijn. Sterker nog: deze mannen hebben een gouden toekomst achter de rug. Hoe verging het The Hunting Party na die finale van de KPvF, met welke ogen kijken ze naar het verleden en belangrijk-
er, naar de toekomst? Theo van der Veer zocht de heren op en sprak met ze.

“Er is inderdaad een tijdje aan de EP gewerkt. We zijn in juli vorig jaar met de opnames begonnen en hebben tot in november zitten mixen. Zonder in het perfectionisme te gaan hangen hak je op een gegeven moment knopen door. Het heeft even geduurd voordat we kregen wat we wilden horen, maar het is uiteindelijk wel gelukt. Het werd wel tijd dat we met een product kwamen”, aldus zanger/bassist Folkert Stuiver.

Dat de heren na al die jaren en in een andere samenstelling weer een plaat uitbrengen zorgt niet voor extra kriebels in de buik. Drummer Arjen Poppinga richt zich tot Stuiver: “Vond jij het spannend? Ik niet.” Ook Stuiver vond het niet spannend: “Ik was wel blij dat hij er eindelijk was, na lang te hebben moeten zeggen ‘we zijn er mee bezig’. In eerste instantie hebben we de EP voor onszelf gemaakt. We wilden voornamelijk een heel mooi product maken en het is fijn dat je dat nu kunt delen. De reacties zijn goed, en daar zijn we heel blij mee.” Gitarist Jeljer Glashouwer: “We zijn echt tevreden over hoe het erop staat. Toen we het artwork binnenkregen hadden we het gevoel dat alles samenviel. We zijn erg trots op het eindresultaat.”

Volgens Stuiver was het proces tijdens, en naar de opnames toe wel enerverend: “We zitten iedere week in de oefenruimte en je kunt je voorstellen dat wanneer het volume hier hoog staat, je niet alles duidelijk hoort. Je hebt een bepaald beeld van de muziek die je maakt, dat vind je vet. Maar als je in de studio zit en je alles kraakhelder gaat opnemen, valt op hoe je daadwerkelijk klinkt. Je gaat dingen anders doen en als alles uiteindelijk klopt, is dat heel mooi.”

Voor Poppinga was het vooral een zoektocht of de heren ook met z’n drieën muziek konden maken: “Nadat we gestopt waren met Passengers hebben we een tijdje niks gedaan, we zijn gaan bowlen en bier drinken. Je moet toch wat op donderdagavond. Maar uiteindelijk begon het toch weer te kriebelen en zijn we met z’n drieën begonnen en dat was best spannend. Uiteindelijk waren we verrast dat we nog leukere muziek konden maken dan dat we zelf dachten.” Volgens Stuiver zijn de heren ook een stuk gemakkelijker geworden: “Als we voorheen een nummer hadden wat niet helemaal voldeed, dan sleutelden we net zolang tot het werkte. Nu hebben we zoiets van, als we iets niet tof vinden, dan doen we het niet.”

Voor The Hunting Party is druk nu minder hoog, Stuiver opnieuw: “Destijds waren we met Passengers ook bezig met Freesonica. Dan zijn er allemaal andere mensen bij betrokken. Er werd veel geld in de plaat (There's a fire in our hearts and we'll keep it there 'til it all collapses) gestopt, dus dan wil je ook dat het goed gaat. Nu hebben we alles zelf gedaan en ook zelf in de hand. Zelf de opnames bekostigd, zelf de plaat geproduceerd en we hebben voor het artwork gezorgd.” Poppinga: “We hebben het artwork niet zelf gedaan”, waarop Stuiver reageert: “Nee oké, maar we hebben er wel met z’n allen over besloten.”

Op de vraag of het artwork symbolisch is - een tijger op een bankstel - beginnen de heren te lachen. Stuiver enigszins verbaasd: “We hebben gewoon gezocht naar iets wat een beetje opvalt en ik denk dat dit gewoon goed gelukt is. Er zit geen verdere betekenis achter, ofzo.” Volgens Glashouwer is dat sowieso nooit het idee achter deze band geweest: “Geen diepere gedachte of mensen aanzetten tot nadenken. We willen gewoon rocken, goede muziek maken, terug naar de basis”. Ook over de titel van de plaat willen de heren niet al te ingewikkeld doen. Stuiver hierover: “Voordat we als The Hunting Party naar buiten kwamen hebben we zo’n vierhonderd bandnamen de revue laten passeren en Operation Red Fox was daar één van en die kwam opeens weer terug en zo is het cirkeltje weer rond.”

Dat de heren met Operation Red Fox voor het eerst in hun carrière op de luisterpaal stonden vinden ze nog steeds erg leuk, en uiteindelijk leverde het ook nog iets op. Stuiver: “We hebben reacties gehad uit het hele land en hebben de EP verstuurd door het hele land. Uiteindelijk begint het dan wel weer te kriebelen. Je beseft dan dat er nog wel een publiek is voor jouw muziek. Iemand uit Amsterdam, betaalde het dubbele voor de EP, hij vond hem te goedkoop.” Volgens Poppinga is dat ook het leukste: “Wanneer je er geen verwachtingen bij hebt en het toch wat op levert.”

Extra optredens heeft het niet opgeleverd, maar volgens Stuiver ligt dit voornamelijk aan de band zelf: “We zijn zelf niet een hard werkende band, daar zijn we heel eerlijk in. We lopen niet te bedelen om optredens.” Volgens Stuiver hoeven de heren niet zo nodig terug naar de tijd dat ze met een band op de Koninginnenmarkt in Urk op een trailer stonden te spelen voor de kindertjes en hun moeders. “Het Bevrijdingsfestival is altijd leuk, maar ook een show als in Scooters doen we graag. Het blijft echter wel altijd een beetje in de provincie hangen, dat is wel jammer. We hoeven niet beslist elk weekend in Eindhoven te spelen, maar Groningen is naast de deur. Het zou mooi zijn als we daar wat meer voet aan de grond zouden krijgen. Maar dat moeten we zelf doen."

Over de ambities van The Hunting Party is Stuiver duidelijk: “Zo veel mogelijk mooie muziek maken. De drang om ons brood ermee te verdienen is er niet. Als je gaat kijken hoeveel bands dat uiteindelijk wel kunnen, die zijn er bijna niet. Het is gewoon mooi als je hier bent, iedere week drinken we lekker een biertje, lekker shit maken en dan weer naar huis. Er ligt geen enkele druk op.” Poppinga kijkt daar anders tegenaan: “We hebben wel degelijk ambities, niet als voorheen misschien, maar stiekem zijn we heus nog wel ambitieus, anders hadden we vorig jaar ook niet met ‘de Kleine Prijs’ meegedaan.” Maar volgens Stuiver zijn de heren de Kleine Prijs van Friesland niet zozeer ingestapt om deze te winnen, maar voornamelijk om shows te spelen. “Als het goed verloopt levert het maximaal drie, vier shows op en zo is het ook gegaan. Daarnaast vonden we het ook leuk om tien jaar later nog eens aan deze wedstrijd - die we in 2004 hadden gewonnen (als In Limbo) - mee te doen.”

Verder zijn er volgens Stuiver niet veel bands als The Hunting Party, dus dan val je wel op. “We kregen een juryrapport waarin stond, ‘eindelijk weer eens lekker rocken’.” Maar Poppinga kan zich ook een ander juryrapport herinneren: “Daarin stond dat wij totaal niet hip waren.” Volgens Glashouwer de mening van een individu: “Die heeft ons bewust naar beneden gepraat in die finale, omdat we niet hip waren… Maar dat is ook precies wat we zijn.” Stuiver voegt daar nog aan toe: “Dat is wellicht een criterium voor iemand, maar wat is hip? Ik hou helemaal niet van hip.” Volgens Jeljer Glashouwer is het overigens totaal niet onterecht dat The Homesick uiteindelijk heeft gewonnen. “Je staat in die finale en hoopt stiekem wel dat je wint, maar voor de organisatie is het beter dat zo’n band wint. Het is een 'hipper' visitekaartje voor de Friese pop.”

Uiteindelijk gaat het voor The Hunting Party om het willen spelen en albums opnemen, volgens Glashouwer zit de band in 'een lekkere flow': “We maken regelmatig nieuwe nummers en hebben inmiddels alweer voldoende materiaal om volgend jaar opnieuw een album uit te brengen."

'Operation Red Fox' van The Hunting Party is te beluisteren op Spotify en te koop via iTunes.