#HCTS15 dag 1: Gemoedelijk begin van sfeervol festival

Maarten Vos en Amatorski blinken uit op het buitenpodium

Tekst: Wybren Nauta | Foto's: Rick Slagter ,

Het is alweer de derde keer dat onder de naam Here Comes The Summer het kleine zusje van Into The Great Wide Open wordt georganiseerd. Het festival doet nog steeds geen recht aan haar naam, aangezien de temperatuur ook dit jaar ‘s avonds nog het nulpunt bereikt. Gelukkig staat er al op de eerste avond een aantrekkelijke line-up.

De opzet van Here Comes The Summer is weinig veranderd. De kleinschalige aanpak en relaxte sfeer maken het festival ideaal voor mensen die een festival als ITGWO willen ervaren, maar aan de drukte ervan willen ontsnappen of juist meer van het festival willen. Dit maakt het ook uitermate geschikt als een soort familie-uitje; getuige het aantal jonge kinderen op het festival. Hierbij programmeren ze altijd een aantrekkelijk divers programma, variërend van intieme singer-songwriters tot onstuimige garagerock.

The Homesick
The Homesick valt duideijk in deze laatste categorie. De zaal is slechts deels gevuld, maar de warse klanken van het Dokkumer gezelschap weten iedereen binnen de eerste paar nummers goed wakker te schudden. Het geluid in De Bolder - de hoofdzaal van het festival - klinkt voortreffelijk en de galmende vocalen van zanger Jaap van der Velde vullen de zaal volledig. Het publiek warmt per nummer meer op met de catchy postpunk. Met name de laatste twee nummers Cut Your Hair en Jesus vormen gezamenlijk een formidabel tweeluik. De overgang van de warme klanken van Cut Your Hair naar het gruizige Jesus blijkt een gouden greep. Tot slot loopen ze een serie stem- en gitaargeluiden tot een soort vervreemd geheel, voordat ze het podium aflopen. Het is eerder merkwaardig dan muzikaal geslaagd, maar het is wel typerend voor de eigenzinnigheid van de band. 


Maarten Vos

Muzikaal gezien komt het hoogtepunt van de dag echter in de vorm van Maarten Vos. Deze Utrechtse componist speelt op het buitenpodium op het moment dat de temperaturen buiten al enigszins beginnen te dalen. Het woord betoverend is vaak clichématig, maar het beschrijft de melancholische celloklanken in het kille bos wel treffend. De nummers beginnen veelal minimalistisch en aangenaam, maar Vos toont zich een meester van het incorporeren van elektronica in zijn muziek. Zo stapelt hij de verschillende simpele melodieën op elkaar tot een intimiderend en bulderend geheel, met dissonante melodieën en diepe bassen, om met hetzelfde gemak weer terug te vallen op de individuele onderdelen. Deze meeslepende composities vormen een bijzonder contrast met de onverstoorbare rust die hij zelf uitstraalt. Na het slotakkoord neemt hij als een ware concertmuzikant met drie buigingen zijn applaus in ontvangst, waarna hij het bos in verdwijnt. 


Happyness

Qua complexiteit staat de muziek van het drietal Happyness in schril contrast met die van de vorige act van de avond. De Britten spelen typische slackerrock, met veel nadruk op het gitaargeluid. Die voert namelijk de boventoon, maar leunt wel heel erg op het bekende geluid van soortgelijke bands uit de jaren negentig. Nergens weet de band echt te verrassen; het gitaargeluid overstemt de vocalen vrij sterk, waardoor ze daar ook de kans niet echt toe krijgen. De show is verder niet onvermakelijk, maar wel enigszins teleurstellend voor een veelbelovende nieuwe band.  


 

Amatorski
Als de schemering begint in te dalen, gaat het Amatorski een stuk beter af. De Belgen spelen dromerige popmuziek met een ingetogen geluid. Dit gaat er bij het grotendeels zittende publiek in als koek. Vaak beginnen bands als Amatorski vrij sterk, maar wordt de set gaandeweg wat eentoniger of zelfs simpelweg saai. Gelukkig hebben ze twee geheime wapens, om dit te voorkomen. Ten eerste namelijk de stem van zangeres Ime, die zowel zwoel als breekbaar kan klinken, maar constant indrukwekkend is. Daarnaast zorgt de subtiele invloed van elektronica in de nummers ervoor dat het publiek af en toe goed wordt wakker geschud. Gaandeweg het optreden zet de band steeds wat meer kracht bij aan de nummers en creëren zo een goede opbouw. Tot het eind weten ze het publiek (met uitzondering van enkele kinderen) het zwijgen op te leggen.
  

Het is niet de afsluiter waar de meeste mensen op hoopten, maar de mannen van Alamo Race Track staan er toch. De Staat is helaas op het laatste moment wegens ziekte uitgevallen, dus moest er snel een vervanger gezocht worden. Als afsluiter doet Alamo Race Track het in principe niet slecht. Het is al een tijdje terug dat de band echt in de spotlights van de Nederlandse popmuziek stond, maar met de nieuwe plaat Hawks - iets waar zanger Ralph het publiek maar al te graag aan herinnert -  is er genoeg fris materiaal om het publiek mee te vermaken. De nieuwe nummers gaan er prima in bij het publiek, aangezien ze vaak vrij rockgeörienteerd zijn. Toch zijn het de oude hits, waaronder Black Cat John Brown, die nog steeds de meest enthousiaste reacties oproept. Het is alleen bij de rustige nummers waar het misgaat. Een groot deel publiek praat hier namelijk strak doorheen en daarin schuilt ook het meteen het grootste probleem van de show. De meeste mensen willen hun energie kwijt of komen voor de opzwepende muziek van De Staat. Dat opzwepende en/of dansbare element is nou net wat volledig ontbreekt in de muziek van Alamo Race Track. Hierdoor speelt de band zeker wel een verdienstelijk optreden, waar liefhebbers van kunnen genieten. Het is echter niet de afsluiter die de avond verdient.