#ITG15: Oude kerkhof komt tot leven tijdens zonnig Into The Grave

Uitverkocht festival bewijst wederom dat metal midden in een stad kan

Tekst: Joyce de Bree en Marije Heida | Foto's: Oscar Anjewierden ,

Voor de vijfde maal loopt het Oldehoofsterkerkhof in Leeuwarden vol met liefhebbers van het metalgenre. Het festival groeit in populariteit binnen de metalscene en dat bewijst ook het sein rond half acht in de avond dat er geen kaart meer te krijgen is. Ruim 7000 bezoekers komen uiteindelijk af op grote namen als Obituary, Cannibal Corpse, Sepultura en het niet te onderschatten Sabaton. Die laatste band sluit het festival af met het donderend geweld van hun powermetal, ondersteund door zwaar geschut van vuurwerk, vlammenwerpers en confettikanonnen.

Cornered neemt de moeite om festival te openen
Het is twaalf uur en het eerste publiek stroomt binnen terwijl de Leeuwarder hardcore formatie Cornered op het podium aantreedt. Ze winnen in het voorjaar de competitie Highway to Hell en mogen daarom Dokk’em Open Air en Into The Grave openen. Ze komen op het eerste festival - om welke reden dan ook - niet opdagen, maar sturen hun hardcorematen van 0fight8 richting Dokkum. Vandaag nemen ze wel de moeite om het Into The Grave-publiek op te warmen. Cornered speelt een korte set zonder blikken of blozen achter elkaar door, met onder andere het veelzeggende - en misschien wel toepasselijke - Fuck Off! De zanger probeert het publiek mee te krijgen met wat agressieve bewegingen, maar deze zijn niet over te halen. De drummer van de band speelt ondertussen enthousiast en strak zijn ritmes en is misschien nog wel de meest overtuigende muzikant van deze recalcitrante groep. Tijdens het laatste nummer, verdwijnt de zanger al snel van het podium wanneer zijn bijdrage erop zit en laat de rest achter. Deze stoppen dan ook eerder dan eigenlijk op de planning staat. Voor de band zelf waarschijnlijk weer iets om over te gniffelen, maar fans scoren ze er niet mee. (JdB)
 
Betraying the Martyrs scoren met Disney-cover uit Frozen 
Na de langere pauze, aangezien Cornered vroeger stopte, wordt het drukker op het Oldehoofsterkerkhof. Het is tijd voor de tweede band van de middag: Betraying the Martyrs. Deze Franse band is opgericht in 2008 en brengen in totaal twee studioalbums uit, waarvan Phantom uitkomt in 2014. Ze spelen metalcore, een combinatie van metal en hardcore punk. Als deze mannen opkomen straalt het enthousiasme van hun gezichten af en ze lijken er erg veel zin in te hebben. Dit valt vooral te zien bij pianist Victor Guillet, die ook af en toe zanger Aaron Matts ondersteunt in de vocalen. Hij steekt veel metalfans aan al op het plein van Into The Grave staat. Frontman Matts vraagt gelijk om moshpits en circle pits en grunt ondertussen vrolijk verder. De band speelt nummers als Where the Worlds Ends en de cover Let It Go uit de Disney film Frozen, waarbij bijna alle metalheads (met ongetwijfeld dochters) meezingen. Guillet klimt op de podiumstellingen en zingt ondertussen vrolijk verder. Het laatste nummer dat deze band speelt is Legends Never Die, waarbij ook weer hard wordt meegeschreewt. (JdB) 
 

Audrey Horne
: Ruige rock-‘n-roll met een vleugje metal 
Audrey Horne, een hardrockband uit Noorwegen, zorgt voor variatie op dit metalfestival. Ze spelen een combinatie van hardrock, een vleugje metal en ook nog een beetje rock-‘n-roll en blues. Van alles wat dus. Inmiddels is het Oldehoofsterplein al erg vol, misschien wel voller dan verwacht. Dit geeft zanger Torkjell Rød veel energie, de toeschouwers zijn ook aardig aan het bewegen op de rock-‘n-roll-tonen die de gitaristen Ice Dale en Thomas Tofthagen spelen. Rød vraagt aan het publiek of deze brak zijn na een dag CityRock en hij krijgt een beetje gemompel terug. Hierop antwoordt hij: “You’re fucking sexy, that’s what you are!” Hier proost hij op en het intro van There Goes A Lady begint. Verder volgen de nummers Out Of The City en Waiting For The Night waarbij de liefhebbers van de band uit volle borst meezingen terwijl bier over het publiek heen wordt gegooid. (JdB)
 

Avatar
: Het circus in met spreekstalmeester Eckerström
De mannen van het zweedse Avatar staan stil op het podium in hun circuspakjes, voordat ze beginnen met hun optreden. Zo blijven ze even staan en alleen zanger Johannes Eckerström ontbreekt nog. Als Eckerström opkomt blijkt hij de directeur van het circus, want hij draagt een lange rode jas en neemt gelijk het hele podium in beslag. Direct bij opkomst laat de zanger excentrieke gezichtsuitdrukkingen zien op zijn geschminkte gezicht. Dit komt misschien wat angstaanjagend over, maar dat schijnt de bedoeling van de hele show te zijn. Hij beweegt met rare bewegingen over het podium, terwijl de andere bandleden rustig blijven staan en meebewegen met de muziek die zij maken. Naast het grunten en het schreeuwen van Eckerström, is het wel opmerkelijk hoe goed zijn eigenlijke zangstem is die tussen de bedrijven door laat horen. Hij betrekt het publiek veel bij de show door te herhalen dat ze hun handen omhoog moeten doen. “Horns in the air, horns in the air and keep them there!”, schreeuwt hij. Vervolgens klinken de nummers Paint Me Red, Get In Line en It Smells Like A Freakshow, waarmee ze hun optreden eindigen. (JdB)

 

Friesland en Scandinavïe verenigd door folkmetal van Ensiferum
Voor dit optreden wordt er al gepraat over deze Finse folkmetalband Ensiferum, wat ‘drager van het zwaard’ betekent in het Latijn. De band is in 1996 opgericht en draait dus al een tijdje mee. Het is duidelijk één van de favorieten van de dag, aangezien het Oldehoofsterkerkhof voller begint te stromen. De Finse vikingen betreden het podium en beginnen meteen enthousiast met hun repertoire. Nummers als Twilight Tavern en Ahti worden gespeeld en wordt bij de laatste een moshpit ingezet door de toeschouwers. Op een gegeven moment klinken er heel andere tonen uit de gitaar van Markus Toivonen. Het plein wordt gevuld met bluesnoten, maar daarna volgt het nummer Treacherous Gods. Hierna blijken er technische problemen te zijn dus speelt toetseniste Emmi Silvernoinen een melodie op haar keyboard, hier krijgt ze een schaars applaus voor. Daaropvolgende probeert de gitarist de vlooienmars uit en hierop volgt zowel gejoel als gejuich vanuit het publiek. Na het oplossen van de mankementen in de techniek volgen nog de nummers From Afar en Two Of Spades. (JdB)

 

Obituary
laten zien ‘how it’s done’ 

De middag loopt op zijn eind, de schaduw begint de overhand te krijgen voor het podium en de eerste band van een serie oudgedienden in de metalscene staat op het programma. De Amerikaanse deathmetalband Obituary tikt stiekem ook alweer een dikke dertig jaar aan als je de periode onder de naam (E)Xecutioner meerekent. Met Inked In Blood worden de fans voor de negende maal voorzien van een studioalbum met het vertrouwde en herkenbare geluid van Obituary en knallen de heren wederom de wereld over voor optredens. Nog voor de mannen aantreden, wordt tussen neus en lippen door de eerste bevestiging van Into The Grave 2016 bekend gemaakt, namelijk de trashmetalband Exodus. Met die mooie mededeling begint de vroege avond meteen goed en laten de heren - onder leiding van frontman John Tardy - de jonge bands van de middag zien how it’s done. Met een brute backdrop, een openingsnummer (Redneck Stomp) die meteen de toon zet, veel tempowisselingen en strak spel stellen ze de fans op het oude kerkhof niet teleur. Vooraan bij het podium wordt gedurende het hele optreden een opblaaskrokodil ritueel geslacht, maar ook menig mens moet eraan geloven in de pits die ontstaan. Daar waar alleen de die-hard fans ook stukgaan op nieuwer werk van het laatste album, gaan vuisten, handen, benen en mondhoeken massaal richting de strakblauwe lucht als de klassieker Slowly We Rot wordt ingezet. Obituary is de eerste band van de dag die de vloer van het plein laat trillen. (MH)
 

Cannibal Corpse
laat brute spierballen zien 

Menig ouder zal zich zorgen maken als zoon- of dochterlief thuiskomt met een album van de Amerikaanse deathmetal formatie Cannibal Corpse. Wanneer je de titels van de albums leest - zoals A Skull Full Of Maggots, Butchered At Birth, I Cum Blood of Addicted to Vagianal Skin -  in combinatie met de gemiddelde bloederige opdruk van albumhoes, dan wel T-shirt, kan daar op zich wel begrip voor opgebracht worden. Aan de andere kant gaat de gemiddelde burger prat op het begrip ‘vrijheid van meningsuiting’ en wordt elke vorm van creatief denken of expressieve kunst zeer gewaardeerd. Cannibal Corpse vaart al jaren op hun eigen wijze met een agressieve en lugubere ondertoon hun creatieve en muzikale koers en winnen daar veel fans mee. Frontman George ‘Corpsegrinder’ Fisher maakt na twintig jaar dienst in de band nog steeds indruk met zijn diepe en zware grunts terwijl hij ondertussen anderhalf meter lang haar in een vermalende headspin gooit. Er wordt niet veel gepraat, maar Fisher doet her en der een poging tot het aankondigen van een nummer. Het is dan voor de fan toch even afwachten welk nummer volgt, aangezien Fisher ook grunt terwijl hij praat, met onverstaanbare teksten tot gevolg. Desalniettemin beuken ze geroutineerd en strak door een klein uur set heen. Cannibal Corpse verlaat het podium alvorens één van de populairste en bekendste tracks te spelen, namelijk Hamer Smashed Face. Een nummer dat uitgebracht werd op het derde studioalbum Tumb Of The Mutilated en is gek genoeg te horen in de film Ace Ventura: Pet Detective, mede dankzij fan van de band Jim Carrey. (MH) 
 

Sepultura
viert dertig jaar bestaan en deelt rake klappen uit

Als het gaat om de hardste band die Brazilië ooit heeft voortgebracht, gaat voor veel mensen de meeste sympathie uit naar de periode waarin de gebroeders Max en Igor Cavalera de drijvende krachten waren van Sepultura. Ook onder het publiek van Into The Grave worden opmerkingen als ‘Het is toch anders na hun vertrek’ en ‘Ik vond ze toen beter’ regelmatig opgevangen. Het is ook een feit dat de - vooral jaren negentig - albums onder het bewind van Max Cavalera succesvoller waren dan het materiaal dat na zijn vertrek verscheen. Ondanks dat is er een grote schare fans trouw gebleven aan de band en is ook een volgende generatie metalliefhebbers het nieuwe werk gaan waarderen. Qua liveperformance zal het sowieso niet aan frontman Derreck Green liggen. Hij is inmiddels alweer een kleine twintig jaar een indrukwekkende en charismatische verschijning en weet, zelfs wanneer hij het publiek toespreekt, te imponeren met zijn lage, donkere stem. In een uur tijd pompen de heren er een twintigtal nummers doorheen, waarbij Green naast zang ook enthousiast een deel van de percussie op zich neemt. Geheel in lijn van de vorige twee bands bewaren zij ook het lekkerste voor het laatst. Met de meezinger Roots Bloody Roots staan minimaal vier van de zevenduizend aanwezigen het refrein mee te scanderen. Van die vierduizend meezingers zullen toch ook een hoop overtuigd zijn van kwaliteiten van de huidige bezetting van Sepultura. (MH) 
 


De oorlog winnen met Sabaton 

De Zweedse powemetalband Sabaton is al sinds 1999 op oorlogspad. Het arsenaal is in de loop der jaren uitgegroeid met een leger aan fans, een heuse tank op het podium, overmatig veel vuurwerk, (confetti)kanonnen en een reeks albums vol oorlog gerelateerde tracks. Voordat Sabaton het plein onder de Oldehove komt veroveren moet de organisatie wel wat extra vergunningen bij de gemeente regelen en zorgen dat alles rondom het podium bestand is tegen al het vuur dat de lucht in wordt geschoten. Gelukkig wordt dat geregeld, want gedurende de show worden de vuurspuwers - onder luid gejuich van het publiek - bovengemiddeld ontstoken. Sabaton kan ook in Leeuwarden rekenen op een grote schare liefhebbers van hun muziek en/of show. Tot achterop het plein staan mensen op de picknicktafels uit hun dak te gaan. Uiteraard staan er ook veel sceptici aan de randen van het plein de veldslag te aanschouwen. Onder het mom van ‘You just love them, or hate them’ maken een aantal van deze mensen het besluit voor de drukte af te zwaaien. Het overgrote deel van de bezoekers zijn echter zo enthousiast dat de constructie van het dak van de parkeergarage behoorlijk op de proef wordt gesteld. Ondertussen draait de theaterproductie van de Zweedse militairen op volle kracht door. Ze werken tussen de nummers een serie aan in scene gezette onderdelen af. Daaruit blijkt dat de heren het meer van hun kwaliteiten als muzikanten moeten hebben, dan van hun acteerprestatie. Tijdens de uitsmijter Metal Crüe krijgt het Oldehoofsterkerkhof voor de laatste maal een deken van vuur en confetti over zich heen. Voor velen zal deze afsluiter nog lang in het geheugen gegrift staan, zowel bij fans als sceptici.