#WTTV14: TRAAMS verveelt zich niet meer

Galmend en noisy hun plek gevonden

Tekst: Marije Heida | Foto's: Casper Setz ,

Het ene moment verveel je je de pleuris, en op het andere moment kijk je je twee makkers grijnzend aan omdat het is gelukt: loskomen van het deprimerende Engelse platteland en met je muziek de wijde wereld in. TRAAMS tracht met vermakelijke noisy krautrocksound een balans te vinden tussen opgewektheid en het uiten van frustraties. De Britse diesel moet even op gang komen, maar uiteindelijk loopt de trein prima.

HET CONCERT:
TRAAMS, Welcome to The Village, podium Ravenswoud, 18 juli 2014

DE ACT:
Bij gebrek aan enige vorm van entertainment in de buurt van het Britse Chichester begint Stu Hopkins een nachtclub en draait daar zijn favoriete platen. Zo ontmoeten de mannen van het huidige TRAAMS elkaar. Na intensieve repetities en een productieve periode van schrijven ontspruit in 2013 de ep Ladders en binnen een half jaar wordt het album Grin op vinyl geperst. Met optredens in Engeland, Nederland, België en Duitsland is de missie om het saaie platteland te ontvluchten meer dan geslaagd.

HET NUMMER:
Bij het inzetten van het nummer Fibbist van het album Grin begint de boel op gang te komen. Met dit nummer laat Hopkins tekstueel een glimp zien van zijn gevoelige kant (want: liefdesverdriet). Met zinnen als ‘I won’t forget to try and forget you’ en ‘It'll be hard but I'm willing to try’ geeft hij redelijk duidelijk weer wat er in hem omgaat.

HET MOMENT:
Publiek is mondjesmaat aanwezig bij aanvang van het optreden. Halverwege komt er een publieksstroom op gang waardoor je je afvraagt: 'Welke band is nu klaar met spelen?'. Het eindresultaat is een mooi veldje vol mensen.

OOK OPMERKELIJK:
Vol overgave werkt zanger Hopkins zich door de nummers heen. Hij heeft een bepaalde snik en kracht in zijn stem die de nummers een extra lading geven.

HET PUBLIEK:
Na een lichte aansporing van de presentatrice om te gaan staan, komen de verhitte lichamen op hun benen. Net als de band begint iedereen wat afwachtend en loom van de warmte, maar na zonsondergang en het toestromen van meer publiek lijken veel mensen de krautrock toch te kunnen waarderen.

HET OORDEEL:
In de schemering lijkt de band per minuut beter te gaan spelen. De eerste nummers pakken je niet bij de strot, maar op een gegeven moment is er een besef dat het goed klinkt. Het geluid is vuig en de galmende zang wanhopig, maar geheel op zijn plek. Het lijkt er op dat TRAAMS een psychologisch duwtje in de rug krijgt door het toestromende publiek en er - ten goede- een tandje bij doet.