Vanparys, die zijn artiestennaam ontleent aan een nummer van Radiohead, uit in datzelfde interview zijn fascinatie voor Don Quichot. “Bony King is voor mij een Don Quichot-achtige figuur. Iemand die het leven door zijn romantische blik groots en fantastisch vindt, en die in de kern zeer eenvoudig is. Ik heb respect voor Don Quichot. Hij heeft geen harnas, alleen een papieren hoedje, geen zwaard maar een stok en geen paard maar een ezel. Toch ziet hij zichzelf als een groot ridder. Hij is een optimist. Ik ben eigenlijk net zo.” Een optimist, dus én een underdog. Vanparys hoeft ook niet zo nodig (meer) een wereldster te worden.
De drie albums (Alas My Love, Eleonore, The Bony King of Nowhere) die The Bony King of Nowhere tot nog toe uitbracht worden stuk voor stuk goed ontvangen in eigen land en krijgen goede kritieken. De platen staan vol met eenvoudige liedjes van ongekende schoonheid. Hits staan er echter niet op, het zijn eigenlijk ook underdogs. Vanparys heeft er geen moeite mee. Hij speelt daarom ook net zo graag in een intiem zaaltje als Asteriks. De melancholische liedjes van The Bony King of Nowhere lenen zich uitstekend voor een intieme setting en komen er goed tot hun recht.