Focus vergt concentratie

Vooral oude hits lijken publiek bij de les te houden

Tekst: Marije Heida ,

Twaalf jaar nadat oprichter Thijs van Leer Focus nieuw leven inblaast, speelt de band nog steeds het oude én nieuwe repertoire over de hele wereld. Sommige stukken zijn iconen in de popmuziek. Hocus Pocus werd bijvoorbeeld nog gebruikt voor een reclamecampagne van Nike tijdens het WK in 2010. Het kwam onder de aandacht van een jong publiek dankzij Robocop. Het aanwezige publiek in Poppodium Romein raakt niet teleurgesteld, Hocus Pocus is één van de beste nummers van de set.

De progressieve rock van Focus heeft een speciale plek in de Nederlandse popgeschiedenis. Met hoofdzakelijk instrumentale nummers, combinaties van dwarsfluit met Hammond orgel en gejodel van oprichter Thijs van Leer ontstaat er iets bijzonders. Voeg daar het virtuoze gitaarspel van Jan Akkerman aan toe en het plaatje is compleet. Grootse successen behaalden ze in de eerste helft van de jaren zeventig, met House Of The King en Silvia. Maar het meest legendarisch en succesvol is nog altijd Hocus Pocus. In 1975 verlaat Jan Akkerman de band en in 1978 geeft de rest van de band er ook de brui aan. Toch kruipt het bloed waar het niet gaan kan. Thijs van Leer wordt gestimuleerd en geprikkeld om het Focus repertoire en de legende weer op te pakken in 2002. En zie daar; Focus gaat weer verder daar waar het gebleven was. Vanzelfsprekend deels terend op de oude hits - maar zeker ook met nieuw materiaal - bezoeken ze landen over de hele wereld en de muziek van Focus blijkt wederom gewaardeerd en succesvol.

Inmiddels twaalf jaar na het inblazen van het tweede leven van Focus treden ze aan op het podium van Romein. Het is op zijn minst verbazingwekkend dat het concert niet uitverkocht is. Het publiek bestaat voornamelijk uit de categorie mensen die de jaren zeventig zeer bewust hebben meegemaakt. Maar ook zijn er jonge koppies te spotten. Types die de platenkast van vader hebben ontdekt of onder lichte dwang zijn meegenomen voor een gezonde dosis muzikale opvoeding. Voor aanvang van het optreden hangt er een opvallend gelaten sfeer. Het feit dat er geen voorprogramma is, helpt daar ook niet aan mee. Drie kwartier na het openen van de deuren verschijnen de heren zonder aankondiging op het podium.

Na een stichtelijk orgel intro en dito gezang van van Leer pakken zijn bandleden de instrumenten op. Oudgediende - hij was al in de beginjaren actief bij Focus - Pierre van der Linden op drums, Menno Gootjes op gitaar en één van de mensen die van Leer weer aan het spelen kreeg; zijn stiefzoon Bobby Jacobs op basgitaar. Het rustige begin lijkt nog niet veel publiek te bekoren en te stimuleren, maar bij de inzet van één van de klassiekers uit het repertoire krijgt de band grip op het publiek. House Of The King was de eerste single en tevens hit van Focus en werd uitgebracht op het album In And Out Of Focus uit 1970. Het nummer is herkenbaar dankzij het dwarsfluitspel van van Leer. Voor Focusbegrippen een kort maar krachtig nummer, want na ruim twee minuten en veertig seconden uit het publiek haar waardering.

Tijdens het derde nummer van de set breekt Gootjes een van zijn snaren. Professioneel als hij is, speelt hij zonder problemen verder. Van Leer maakt van de gelegenheid gebruik om het intro van Focus 7 wat op te rekken. Wederom hangt de sfeer van een kerkdienst in de lucht, maar gelukkig is het vervangen van een snaar niet heel lastig en duurt het oponthoud niet lang.

Na een uur spelen is er een pauze van bijna 30 minuten. Het tweede deel van de set bestaat vooral uit lange muziekstukken zoals Le Tango - van het laatste album Focus X - en twee stukken van het album Hamburger Concerto uit 1974. Maar de langste opmaat is toch wel naar het toppunt van de avond, Hocus Pocus. Helaas zijn in de voorbereiding naar de climax een aantal stoorzenders actief. Vooral tijdens een lange dwarsfluitsolo van van Leer zorgen menig ongenuanceerd sprekende kerels voor irritatie. Ook de jongeman achter de bar voelt niet goed aan dat dit niet het moment is om glazen om te spoelen. Fascinerend is wel om te zien dat van Leer de minst geïrriteerde is in de zaal. Hij fluit er niet minder of slechter door. Dan uiteindelijk volgt een fijne versie van Hocus Pocus. Hier laten de heren de gloriedagen van Focus herleven en lijken voor een paar minuten alle monden gesnoerd. Het voelt alsof de geluidsman de knoppen tot het maximale heeft geschoven, want het klinkt hard en fijn.

Voor de zoon die met zijn vader meekwam is het moeilijk om te bevatten wat Thijs van Leer heeft betekent voor de Nederlandse muziekindustrie. Een forse, oude meneer met grote bakkebaarden, petje op, dwarsfluit in de ene hand, het orgel bespelend met de andere hand, waarbij hij jodelt alsof zijn leven er vanaf hangt. Op zijn minst een vreemde combinatie. Vader heeft na dit optreden heel wat uit te leggen aan zijn zoon, hoe legendarisch en bijzonder het was toentertijd. Vanavond zagen ze slechts een glimp van de oude glorie. Desondanks verdient het een groot compliment dat de muzikanten meesters zijn in het bespelen van hun instrument.