Wie op de tweede middag onvoorbereid de Bolder binnenloopt, wordt overvallen door een intense stilte. Een volledig gevulde zaal luistert hier namelijk naar de klanken van de Argentijnse multi-instrumentalist Sebastian Plano. Hij maakt melodische soundscapes met piano, cello, drumcomputer en synthesizer. Indrukwekkend is vooral hoe Plano al deze instrumenten live bespeelt en zonder moeite wisselt tussen cello en piano, terwijl hij de drums en synths rustig laat toenemen om alles vervolgens weer in stilte te doen vervallen. Het publiek luistert een uur lang geruisloos; slechts drie keer wordt er ruimte gemaakt voor applaus, waar het publiek gretig gebruik van maakt.
Zinderende hitte op dag 2 van Here Comes the Summer
België levert sterke optredens met Madensuyu en Gepetto and the Whales
Op de tweede dag van Here Comes the Summer is het nog steeds geen zomer, maar heeft gelukkig wel weer een aantal mooie optredens in petto van bands als Madensuyu, Israel Nash en Eli Paperboy Reed. Er zal misschien inmiddels meer warme chocomel en thee dan bier genuttigd zijn, maar dat draagt wel weer bij aan de sfeer van het festival.
De heren van Dotan krijgen volop aandacht vanwege het nummer Home, verkozen als 3FM Megahit, maar originaliteitsprijzen zullen ze niet snel winnen. Het viertal presenteert op het Buitenpodium liedjes over thuis (twee maar liefst), angst en liefde, waarbij elke cliché het liefst twee keer gepasseerd wordt. Normaal gesproken spelen ze met zes leden, waarbij de helft percussie bezet en de helft gitaar. Het ontbreken van twee van deze percussionisten zorgt voor een flets geluid. Omdat zanger Dotan Harpenau de ambiance van de omgeving zo mooi vindt, besluit hij het nummer Ghost volledig onversterkt te spelen, omringd door het publiek. Ondanks het feit dat niemand ver van hem af zit, is er weinig van te verstaan. Het maakt het geheel alleen maar aandoenlijker.
De volgende act op het Buitenpodium, Gepetto & the Whales, bewijst dat het ook anders kan. Ze hebben divers materiaa,l wisselend van intieme nummers als het verstilde 1814 tot het psychedelische For the Black Hand at Dawn. Door de folkachtige nummers te combineren met een heel ruim geluid en geslaagde samenzang, ontstaan er een soort soundscapes die nergens saai worden. Gaandeweg hun set breekt, toevallig of niet, de zon weer door in het Vlielander bos. Het perfecte decor voor deze band.
Wie zin heeft in wat anders dan gevoelige singer-songwriters en mooie popliedjes, moet zich even na vieren in de Bolder melden voor een stevige portie garagerock. Blijkbaar zijn dit niet veel mensen, want zelfs na aantreden van The Vertical Scratchers staat er slechts een handjevol mensen in de zaal. Onterecht, want dit Californische drietal, met duo John Schmersal en Christian Beaulieau aan het front, geven een sterk optreden, vooral gekenmerkt door vlekkeloos samenspel. De mix van korte dwaze nummers, de falsetto zang van Schmersal en de vele tempowisselingen van de gitaren en drums creëren een uniek geluid. Het ligt ergens tussen punk, garage en jaren '90 indierock, maar klinkt nog vooral verrassend popachtig. Bijzonder is het in elk geval.
Het kerkgezang dat als intro dient bij Madensuyu, verraadt nog niets van de intensiteit die deze band live ten gehore brengt. Het Gentse duo heeft afgelopen jaar met Stabat Mater een van de hoogtepunten uit de Belgische muziekgeschiedenis afgeleverd. Met aanzwellende drums, noisy gitaren en flinke dosis melancholie wordt het verdriet van een moeder bezongen. In de duistere Bolder, waar slechts een blauwe gloed schijnt, komt deze plaat volledig tot zijn recht. De instrumentatie is intens en meeslepend, maar de zang van Stijn Ylode de Gezelle stijgt hier vaak breekbaar boven uit en levert een mooi contrast. Hoogtepunten zijn moeilijk te noemen wanneer zo'n sterke plaat integraal live gespeeld wordt, elk nummer past namelijk goed in de set. Het langzaam aanzwellende Days and a Day, dat aan het slot ontaardt in een chaos van herrie, verdient echter wel speciale melding. Na afloop lijkt iedereen richting de uitgang te vertrekken, maar velen blijven hangen bij de merchandise tafel van de band. De naam Madensuyu wordt niet snel vergeten.
De Bolder is al goed gevuld als Israel Nash aantreedt. De folkzanger uit Texas speelt samen met zijn band zware liedjes met een duidelijke voorkeur voor electric blues. Bluesy gitaren, tokkelende banjo's en een wenende harmonica, het is allemaal aanwezig. De hoofdrol is toch weggelegd voor de rauwe stem van Nash zelf. De vergelijking wordt vaak bewust vermeden, maar je kunt er toch niet omheen. Als je soms je ogen even sluit, denk je inderdaad simpelweg naar Neil Young te luisteren. Geen probleem overigens, want Nash en zijn band hebben verder wel gewoon hun eigen geluid en spelen hun set ook met verve.
Een betere afsluiter dan de swingende Eli Paperboy Reed hadden ze waarschijnlijk niet kunnen kiezen. Nog voor de heren beginnen met spelen is het al flink warm in de afgeladen Bolder. Maar dat belet de zanger niet om de temperatuur nog een paar graadjes te doen stijgen. Het feit dat hij een echte showman is bewijst hij onmiddellijk, hij weet precies wat hij moet doen om het publiek mee te krijgen. Hij laat een paar kinderen het podium opkomen om mee te dansen, laat het publiek door de knieën zakken om ze vervolgens weer in dansen te doen uitbarsten. De rest gaat eigenlijk vanzelf op de uiterst dansbare mix van country, soul en swing die Eli ten gehore brengt. Op het eind krijgt hij een letterlijk oorverdovend applaus, zodat hij toch een toegift mag spelen. Hier gaat het publiek helemaal los, terwijl de band grijnzend nog een uptempo countrynummer eruit stampt. Het klopt allemaal vanavond bij deze heren.
De combinatie van sfeervolle muziek in de middag en een feestelijk avondprogramma aangevuld met een paar kwaliteitsbands werkt goed voor Into the Great Wide Open maar ook hier op Here Comes the Summer. Ondanks het frisse weer en enkele technische mankementen bij het Buitenpodium, slaagt dit intieme festival in zijn opzet.