#ETN14: Sekuoia bouwt zich een weg naar perfectie

Deense electrohelden gidsen Explore the North de zaterdagnacht in

Tekst: Wouter Hoogland | Foto's: Coen Waltmans ,

Diepe bassen doen de Kanselarij op zijn fundering trillen, en zij vormen dan weer de ondergrond voor de experimentele electro van het Kopenhaagse Sekuoia. Daarop worden de lagen van percussieve samples, glitchende synths en stuwende drums opgestapeld tot uitzonderlijke hoogte. Het ietwat vroege tijdstip voor deze stijl is wellicht ongelukkig, maar niet genoeg om het niveau van het optreden omlaag te halen: Sekuoia weet alle valkuilen vakkundig te omzeilen.

HET CONCERT:
Sekuoia, Explore The North, Kanselarij, zaterdag 29 november 2014

DE ACT:
Hoewel Sekuoia in de studio het soloproject van de Deen Patrick Alexander Bech-Madsen is, wordt hij op het podium bijgestaan door een gitarist en een percussionist. Dat is maar goed ook, want hij heeft het al druk genoeg met de batterij aan samplers en synthesizers die voor hem staat opgesteld. Hier schuilt een gevaar: muzikanten die zichzelf zo insluiten met instrumenten lopen vaak het risico om compleet het contact met het publiek te verliezen. Nu balanceert Sekuoia wel op die lijn, maar valt gelukkig net naar de goeie kant. 
 
De band lijkt met hun bevlogen manier van spelen in een eigen wereldje te zitten, maar nodigt het publiek wel uit om binnen te komen. Dat eigen wereldje zelf wordt steeds maar uitgebreid. Vaak beginnend met een drumloop, gevolgd door een zware baslijn, dijen de composities van Bech-Madsen steeds maar uit. Op het eerste gehoor lijken de nummers lang veel van hetzelfde, maar schijn bedriegt: elke paar maten wordt een nieuw component toegevoegd, waardoor subtiel laag voor laag wordt opgestapeld tot één vloeiend geheel.
 
HET NUMMER:
Voor een artiest met een discografie van welgeteld zes nummers is het lastig om een volledige set van drie kwartier te vullen. Gelukkig kent Sekuoia een trucje om het geheel wat uit te rekken: de set bestaat voor een groot deel uit remixes en revisits van eerder gespeelde nummers. Zo komen de herkenbare bliepjesriffs uit Rituals en Something We Lost meerdere malen voorbij. Hier kom je niet altijd mee weg, maar in dit geval wordt het toch zo subtiel uitgevoerd dat het niet stoort. 
 
HET MOMENT:
Dat de opbouw van de nummers het sterkste punt van het collectief is wordt vooral duidelijk tijdens de slotakkoorden van Evenings. De loops spelen door, de drums gaan harder en harder, de synthesizer drapeert een laag van schurende akkoorden over het geheel, en de galmende gitaarsolo lijkt alles tot een immense climax te leiden – en plotseling is alleen de synth over, en wordt duidelijk welk belang elke partij heeft.
 
OOK OPMERKELIJK:
Het duurt even voordat Bech-Madsen vocalen toevoegt aan zijn composities, maar wanneer hij dat doet, doet hij dat ook op eigen – ietwat vreemde –  wijze: onder zijn vest op zijn middenrif slaand stuwt hij zijn falsetten de microfoon in. Het zal vast zijn nut hebben.
 
HET PUBLIEK:
Sekuoia zou met deze muziek de dansvloeren van de hipste clubs vol kunnen krijgen. Het is dus jammer dat (afgezien van de twee amateur-moderne dansers vooraan) de bijna gevulde zaal alleen maar het hoofd mee laat deinen met de beats. Waarschijnlijk is het te vroeg op de avond voor gedans.
 
HET OORDEEL:
Nu is het tijdsvak van de band niet eens zo’n groot probleem: Sekuoia begeleidt ons hier tegelijk vloeiend, schurend, deinend en stuwend de nacht in met een nagenoeg perfect optreden.