#FF13: De serieuze kant van Jankobus Seunnenga

Cultheld in een lege zaal

Tekst: Wilbert Elting ,

Jankobus Seunenga staat, buiten zijn eigen schuld om, voor een nagenoeg lege zaal zijn serieuze kant uit te diepen. Dat is jammer want het is wel degelijk de moeite waard.

DE ACT:
Jankobus Seunnenga gaat al lang mee in de Friese popscene. Hij werd vooral bekend als frontman van Kobus gaat naar Appelscha en Pigmeat. De feesttent hit Herman moest naar Brada is van zijn hand. Met die ongein is hij ook nog altijd een graag geziene gast bij de optredens van Kees van Hondt. Maar Seunnenga heeft de laatste jaren ook steeds meer een serieuze kant gekregen. Hij zette onder andere een aantal gedichten van Louis Couperus op muziek.

HET NUMMER:
Maar Seunnenga schrijft ook zelf nummers. Daar zit altijd een beetje kleinkunst in. Bijvoorbeeld in Witte Wieven gezongen in het Liwwadders. Het is een geestig liedje over de angst in vroege tijden voor mistflarden, waarvan men dacht dat er heksen achter schuil gingen. Op de achtergrond draaien prachtige visuals van een man en een kind op een paard, die door spoken omringd worden. Ondertussen zingt Seunnenga over angst en in het refrein speelt hij met de woorden waardoor het klinkt als een spook.

HET MOMENT:
De gedichten van Couperus zijn niet allemaal even lichte kost. Door het barokke taalgebruik komt het bovendien wat vervreemdend over. Maar gelukkig is de flauwheid niet verdwenen. Seunnenga associeert er op los en komt via het jaartal 1902 bij korfbal. Het liedje dat hij erover schreef heeft als refrein: "Een liedje over korfbal dat valt niet mee. Nee, nee." Net zo lullig als het imago van de sport. Dat er op het einde dan nog een grap komt over samen douchen, is niet zo heel erg origineel.
 
OOK OPMERKELIJK:
Seunnenga moet alles zelf doen. Hij staat, zichzelf begeleidend op gitaar, als een singer-songwriter op het podium. Dat is niet zo'n probleem, maar hij moet ook tegelijk de visuals regelen op zijn laptop. Dat gaat niet altijd even goed. Bij een filmpje van een trein dat niet wil starten, vraagt hij het publiek om de fantasie te gebruiken. "U moet zich maar even inbeelden dat die trein rijdt en rijdt." 
 
HET PUBLIEK:
De zaal is nagenoeg leeg. Het kan zijn dat Seunnenga niet zo populair is onder het Freeze publiek. Maar waarschijnlijker is dat de locatie hem tegenwerkte. Het Filmhuis was moeilijk te vinden. Het publiek moest er voor buitenom lopen. En eenmaal bij de deur bleek een stempel nodig, waar vooraf niemand melding van had gemaakt. Dat een deel van het publiek dan afhaakt, is best voor te stellen.
 
HET OORDEEL:

Aan het einde van de set, zegt Seunnenga vertwijfeld: “Nu bent u vrij." Dat klinkt alsof de zes mensen in het zaaltje er verplicht zaten. Het tegendeel is waar. Seunnenga's serieuze kant is ontzettend boeiend. Zo boeiend zelfs, dat er tussentijds niemand wegglipte. Hij wisselt de lach en de traan af, al vliegt hij zo nu en dan eens uit de bocht met grappen die behoorlijk gedateerd zijn. Maar entertainen, dat kan hij als de beste.