Aan boord bij de Horizontoer

3voor12 Friesland vaart een paar dagen mee

Tekst: Yldau van Vliet | Foto's: Ruben van Vliet ,

Een gemêleerd publiek bewoont voor tien dagen de vloot die ligt aangemeerd bij de haven van Schiermonnikoog. Een blik binnen en buiten boord geven een kleurrijk beeld van het startpunt van de artiesten en kunstenaars. Op het dek bereidt een aantal muzikanten zich voor op een nieuwe ronde waar hun songs ten gehore gebracht gaan worden. De een na de ander druppelt tegen het middaguur onder de douche vandaan, nieuwe gasten worden als vrienden ontvangen, de dop is weer op de fles kruidenbitter gedraaid, er wordt met veel plezier teruggekeken op het wadlopen van de dag ervoor en vooruitgeblikt op de komende vier dagen: dit belooft een groots en meeslepend weekend te worden.

Sinds vierentwintig jaar is de Horizontoer een feit. Ontstaan uit een initiatief van een enthousiast echtpaar dat het voorrecht de combinatie van varen en cultureel plezier niet alleen voor zichzelf wilde houden. De toer doet met zes zeilschepen de vijf Waddeneilanden aan en brengt hier muziek, kunst en straattheater naartoe. Dit wordt verzorgd door aanstormend talent. Het doel is om de muziek- en theatertalenten een open podium te geven om zichzelf te profileren en (meer) naamsbekendheid te krijgen. Voor het publiek is het een gratis aangeboden sensatie om hun eilandgevoel nog completer te maken en tegelijkertijd kennis te maken met in meer of mindere mate bekende artiesten.

In en om het centrum zijn er verschillende locaties waar een diversiteit aan muziek wordt aangeboden door de Horizontourorganisatie. Een olijke presentator in acrobatenkostuum opent de “Ôrizontour”. Op het groene grasveldje van de Willemshof zijn de testtunes van jong doorbrekend talent Polle te horen. Hij kwam in de finale van het Juniorsongfestival en heeft sindsdien de smaak van het songwriten te pakken. Overal springen en dansen er geschminkte kinderen en veel voorbijgangers blijven even steken om te kijken bij de acts. Polle zingt over het kennen van jezelf, zingt een cover van Trains Sing Together en begeleidt zichzelf op de ukelele, gitaar en keyboard. Met dertien jaar heeft deze singer-songwriter al een hele wijze kijk op het leven. Dat hij een beetje schor is mag geen probleem heten met die korte nachten en zeewind, sterker nog: het geeft zijn liedjes nog net even dat stoere sausje.

In Strandpaviljoen De Marlijn zijn de uit Utrecht afkomstige drie mannen van Biscuits te vinden. Het stemgeluid van Thijs heeft een mooi timbre dat subliem ondersteund wordt door het Spaanse fingerspitzengefühl van gitarist Erik en fijne ritmische begeleiding van cajunspeler Joeri. Sinds drie jaar varen ze mee met de Horizontoer en de jaren zijn vruchtbaar geweest als je de twee uitgebrachte EP’s met studiosessions I en II in beschouwing neemt. Dat er naast eigen nummers ook een vrije interpretatie van bestaande nummers mogelijk is laat zich blijken uit een geniale versie van Hey Ya van Outkast. Ook de cover van Mad World van Gary Jules wordt verrassend gepresenteerd. De depressie van het nummer wordt succesvol verjaagd door een lekker opzwepend tempo en zichtbaar plezier van de drie. De mannen zijn goed op elkaar ingespeeld, het publiek geniet zichtbaar. Een song vers van de pers, namelijk geschreven ‘ergens tussen Texel en Vlieland’ en door de prilheid eerst maar ‘themaatje’ genoemd, wordt met subtiel gitaarspel ingezet. Fijn dat deze al in het repertoire is geduwd, want wat luistert ‘ie lekker weg! Een beetje bluesy, easy listening. Naar deze mannen wil je blijven luisteren.

Laura Tèm is met haar diepe stemgeluid aan te treffen bij eethuis De Berkenplaats, een rustplek bij een plas. Theatraal en verhalend zet ze haar liedjes uiteen. De jazzy sound en kunstige intermezzo’s van de band doen je achterover hangen. Fijne muziek voor een diner bij kaarslicht. Associaties met Laura Izibor in stemgeluid en een vleugje Selah Sue in haar muziekbeleving poppen op. Wat betreft tekst, die vol zit met beelden en verhalen, loont het om de liedjes vaker te beluisteren.

Benjamin City stuwt een flinke funk over het veld van de Willemshof. De mannen van Benjamin City doen het goed in hun carrière. De zanger ademt soul en souplesse in stem en verschijning. Het publiek gaat uit zijn dak, overal meedeinende hoofden en swingende heupen: de sfeer zit er goed in. Deze muziek mag op vol volume gespeeld worden. De sound schurkt tegen de groove van Alain Clark aan. Muziek waarop je niet stil kan staan!

Van de moves naar de mellow met de uit Londen afkomstige Stuart O’Connor. Zo omschrijft Stuart zijn eigen muziek ook: “I have to say my music is pretty mellow”. Wanneer dit wat al te mellow wordt, mag het publiek de handen met het hangloose-teken in de lucht zwaaien om daarmee aan te geven iets meer een ‘tijgerig rrr’ in de songs te willen. Helaas zit het juiste publiek niet voor hem. Een paar pre-gepensioneerde Duitsers zit vlakbij maar geeft geen respons op deze artiest. Deze muziek moet je snappen en is niet voor de gemiddelde Tirol-meebruller. Stuart zet een mysterieus sfeertje neer met behulp van de effectenpedaal die hij met zijn grote teen bedient. Het terras is helaas niet stampensvol gevuld doordat onheilspellende wolken enkele druppels laten vallen. Dat mag in eerste instantie niet baten. De geïnteresseerde gasten kruipen samen onder de parasols. Maar wanneer de regen toch doorzet verhuist Stuart met zijn apparatuur naar binnen. Gelukkig is er ’s avonds op een goed gevuld terras een herkansing om meer van Stuart te horen. De mysterieuze interludes vormen een rode draad door alle songs. Maar nu trekt hij toch een ander register open. De songs zijn ruiger en emotioneel doorleefder. Zo valt het uiterlijk van de professioneel ‘afgeragde’ gitaar goed te begrijpen. Muzikaal staat hij ijzersterk in zijn harnas. Stuart is een held met experimentele loops. Het merendeel van het publiek is echter gekomen om te kletsen, wat het risico in de hand werkt dat er geen chemie kan ontstaan tussen hem en publiek. Wat geen recht doet aan zijn grote, muzische talent. Wellicht zou een intieme setting binnen of in een zitkuil geschikter zijn om je te verliezen in zijn muziek. Want die kracht heeft hij.

Eefje de Visser is te vinden op de Berkenplaats. Met de intro van het liedje Naast Me wordt de toon al goed ingezet. Nauwelijks te onderscheiden van de volheid van haar album De Koek ondanks het ontbreken van de pianist die wegens een nare val op de boot hand en voet brak. Loepzuiver, filosofisch en dromerig vallen muziek en stem met elkaar samen. Haar muziek bevat prachtige, kleine elementjes die met een dwarrelende wind van percussie vol worden gemaakt. De backing vocals van de tweede gitarist komen goed uit de verf. In presentatie zijn deze bandleden een lust om naar te kijken. Nostalgie en humor zijn begrippen waaraan gedacht kan worden. Deze kunnen worden teruggevonden in het dragen van een Spice Girls-shirt door de gitarist en een bebloemde jumpingsuit van Eefje. Een paar nieuwe liedjes die na De Koek zijn verschenen passeren de revue. Vol verhalen en overdenkingen: echte ‘Eefjes’. Zo mogen er nog heel wat meer van gemaakt worden want de koek is nog lang niet op.

Even verderop is de band Wad’sons in de Toxbar bezig een flinke dosis blues door de zaal te pompen. Het volume staat iets te hard om op prettig geluidsniveau te zitten en het genre iets te uitgewoond om vernieuwend te zijn. Voor de liefhebber zal het echter een garantie voor een feestelijke avond zijn. De zanger beschikt over het typerende rauwe stemgeluid die je bij dit genre verwacht, maar lijkt nog los te moeten komen. Hij kijkt lang neutraal voor zich uit. Gelukkig lijkt hij zich dit te realiseren en breekt de communicatie en het plezier tussen de bandleden door. Positief punt is absoluut het sublieme saxofoonspel van de saxofonist wat een extra dimensie aan de muziek geeft. De muzikanten zijn getalenteerd maar toch wil het geheel nog niet overtuigend zijn. Op Ameland zullen de Wad’sons wederom van zich laten horen en zal een betere locatie waarschijnlijk garant staan voor een muzikaal meer geslaagde avond.