Johnnygoody: het is niet erg om vertwijfeld te zijn

Fries om utens Luutzen Dijkstra werkt in Berlijn aan zijn muzikale toekomst

Peter Dijkstra ,

Wat hebben Thomas Azier, Bart Constant, Michiel Flamman en Luutzen Dijkstra gemeen? Allen verruilden het Nederlandse polderlandschap voor de Duitse hoofdstad Berlijn. Luutzen, beter bekend onder de naam Johnnygoody, groeide op in Surhuisterveen, studeerde filosofie in Utrecht en werkt nu vanuit Berlijn aan zijn muzikale toekomst.

“De eerste keer dat ik naar Berlijn ging was voor mijn studie. Ik ben toen gelijk verliefd geworden op de stad.” Toch duurde het nog zes jaar voordat Luutzen echt naar Berlijn verhuisde. Inmiddels woont de geboren Fries net een jaar in de Duitse hoofdstad, die vooral bekend staat om haar vooraanstaande technocultuur. “Qua muziekklimaat is het niet de meest handige keuze, maar ik heb er nog geen spijt van.”

Zoektocht naar zichzelf

Luutzen, die filosofie studeerde in Utrecht, speelde met dezelfde vragen die veel twintigers zullen herkennen. De zoektocht naar zichzelf: wie ben ik? Wat wil ik? “Er zijn ontzettend veel dingen die we allemaal willen doen,” vertelt hij, “en door het ene te kiezen voelt het vaak alsof je het andere uitsluit.” In plaats van antwoorden te bieden, riep de studie filosofie alleen maar meer vragen op. “Door mijn studie filosofie heb ik heel erg aangeleerd gekregen om overal vragen bij te stellen, ik voelde me daardoor wel een beetje verloren.”

Iets meer dan anderhalf jaar geleden besloot Luutzen om het roer om te gooien en serieus werk te gaan maken van zijn muzikale ambities. Tot dan toe gebeurde dat slechts hobbymatig. Om zich los te weken van invloeden van buitenaf, kwam al snel het plan om naar een grote stad te verhuizen. London, New York en Berlijn vormden de shortlist. “In London had ik het idee dat ik niet mijn eigen weg zou gaan”, vertelt de singer-songwriter. “In New York is iedereen ontzettend gedreven en jaagt men keihard zijn doel achterna, maar de stad is heel erg duur. In Berlijn zag ik mezelf het snelst doen wat ik wilde doen.”

Nach Neukölln

Zes jaar na zijn eerste kennismaking met Berlijn keerde hij terug naar de stad waar hij verliefd op werd. Maar nu om zich er te vestigen. Het werd de wijk Neukölln, een stadsdeel dat van oudsher een multicultureel karakter kent. Trok voorheen Prenzlauer Berg vooral jonge kunstenaars en studenten aan, nu is Neukölln de wijk waar jonge creatievelingen hun geluk beproeven. “Dit is een beetje het nieuwe gebied waar van alles gebeurt. In Prenzlauer Berg wonen de kunstenaars die vijftien jaar geleden naar Berlijn zijn gegaan, die hebben nu allemaal kinderen. In Neukölln wonen vooral Turken en jonge mensen. Het is een beetje armer, maar dat geeft juist meer mogelijkheden. Ik kan hier bijvoorbeeld nog goedkoop een biertje drinken in de kroeg”, lacht Luutzen.

Hij is niet de enige Nederlandse muzikant die de polder inruilde voor Berlijn. Jongens als Thomas Azier, Bart Constant en Michiel Flamman bewandelden dezelfde route. Toch lijkt iedereen in Berlijn vooral zijn eigen weg te kiezen. “Ik ben een paar keer naar I Am Oak en The Black Atlantic geweest en dan kom je wel andere Nederlandse muzikanten tegen die hier ook wonen”, vertelt Luutzen. “Laatst kwam ik Michiel Flamman van Solo tegen. Het is wel gemakkelijk om dan nog eens af te spreken, maar het is niet een kliekje van mensen die ik elke week zie.”

Zelf heeft Luutzen zijn eigen weg ook aardig gevonden in Berlijn. Hij heeft een handvol nieuwe liedjes geschreven en zijn debuutalbum Introducing komt eraan, maar in tegenstelling tot wat de meeste mensen zullen verwachten, gaat de plaat niet over zijn tijd in Berlijn. “De plaat begint met dat ik zoekende ben en eindigt een beetje op het moment dat ik klaar ben met dat gedoe en de sprong in het diepe neem. De plaat die eraan zit te komen stopt dus eigenlijk op het moment dat ik naar Berlijn ga.”

“Ik heb die gevoelens en daar schaam ik me niet voor”, zegt Luutzen over de persoonlijke thema’s van de plaat. “Ik voelde heel sterk de noodzaak om dit te creëren en te delen met mensen. Het is niet zo dat ik vierentwintig uur per dag in de put zit, maar af en toen gaat het gewoon wat minder.” Depressief wil hij het album dan ook niet noemen. Wel een plaat waarop je hoort dat hij ergens mee heeft geworsteld. “Er zijn mensen die dat triest vinden, maar zelf vind ik het best wel fijn om melancholische muziek te horen.” Volgens Luutzen behoren die mindere dagen gewoon tot een deel van het hele spectrum. “Het is niet erg om af en toe vertwijfeld te zijn”, zegt hij. “Meestal gaat het vanzelf wel weer over en ga je weer verder in plaats van stil te blijven staan.”