4077 kilometer in 11 dagen, vintage instrumenten, blauwe plekken, gebroken stokken, slapeloze nachten, volle zalen en lege steden… touren als band is één groot avontuur.
BlackboxRed battling some UK sparrows - part one
'England hold on tight, ‘cause here we come!'
BlackboxRed zette zelf een UK tour op ter promotie van hun UK release van de Battle the Sparrows EP. Het duo vertrok voor elf dagen naar Engeland om daar in totaal zes shows te spelen kris-kras door het land. Een verslag van het grote avontuur kon niet uitblijven.
Het is donderdag 29 maart en nadat we (naar eigen zeggen) de auto ontzettend tactisch volgestouwd hebben met instrumenten, rugzakken en potten pindakaas, vertrekken we richting Rotterdam. Vanaf Rotterdam zal de Pride Of Rotterdam ons ‘s nachts naar Hull in Engeland varen. We verheugen ons enorm op de beloofde goochelaar en de tequila-cocktails!
Eenmaal aangekomen op de boot droppen we onze spullen in de twee bij één vierkante meter hut en settelen onszelf in luxe massage stoelen, want touren begin je natuurlijk wel in stijl. Tot onze grote teleurstelling is er dit keer helemaal geen mislukte goochelaar aanwezig en zitten we letterlijk opgescheept met een nogal ongemakkelijke coverband.
Om zes uur de volgende ochtend worden we gewekt door de stem in de luidspreker die ons verkondigt: “Ladies and Gentlemen, goodmorning. Our liquor and tabacco shop is now opened. There is also a discount on easter eggs”. 'Who the hell cares!', is de reactie die we in koor geven, want vroeg opstaan is namelijk helemaal niks aan wanneer je aan rock 'n roll doet. Half wakker strompelen we naar onze auto om vervolgens de boot af te rijden. Maar wanneer we eenmaal op weg zijn, zijn we dan ook direct wakker. England hold on tight, ‘cause here we come!
De eerste stop is het plaatsje Wigan, onderdeel van Greater Manchester. We spelen hier vanavond in venue The Tudor, voor ons niet onbekend want vorig jaar waren we hier ook en speelden toen met onze vrienden van That Mouth. Het is alsof we nooit zijn weggeweest, zelfs de toiletdame (of is het de gastvrouw?) zegt dat ze ons herkent, de schat!
Na een homemade chickenburger en een bulb cola, bouwen we onze spullen op en doen we een snelle soundcheck. En dan begint het onderdeel dat een tourende muzikant het meeste doet… (nee, niet bier drinken): wachten. En wachten, wachten en wachten. “Half 10, zei je? Mooi dat is over 20 minuten!” … “Ok, dus nog even wachten? Ja, kwart voor 10 ok, deal”… “10 uur? Ja is goed hoor……”
En dan eindelijk, klokslag 10 uur: We mogen! Vol met energie en hyper van de cola springen we het podium op. De zaal is vol en iedereen heeft er schijnbaar zin in. Er wordt gehopst, gedanst, geschreeuwd en gegild. We gaan zelf hard van stapel in de blijdschap dat de tour eindelijk begonnen is en eindigen de show met (nu al) een flink aantal blauwe plekken, bloedende handen en iets dat voelt als een gekneusde rib. Na afloop wordt de speciaal voor de tour ontworpen zeefdrukposter goed verkocht en ook de cd’s gaan hard. We ontvangen complimenten, telefoonnummers en emailadressen en zetten handtekeningen… Al met al een erg goed begin van de tour.
We stomen dit weekend direct door naar Preston, waar we zaterdag 31 maart spelen in de venue The Mad Ferret 'Shortlisted as best UK small venue by NME magazine'. Bij binnenkomst ziet het er al veelbelovend uit: het behang bestaat uit posters van helden als Joy Division, Stone Roses, Sex Pistols, Nirvana en anderen. Ook de rolgordijnen zijn leuk gevonden: prints van mooie platenhoezen. We voelen ons hier wel thuis. Omdat we –natuurlijk – toch nog heel lang moeten wachten besluiten we de stad een beetje te verkennen. Het is niet groot, maar best mooi; zo staat er bijvoorbeeld een kerk met een abnormaal lange torenspits, is er een plein met hangende hipster-jongeren en eten we bij een gezellig wokpaleisje.
Terug bij de venue en klaar voor showtime, blijkt het Prestonse-publiek wat afwachtend te zijn, een beetje Friesland. Maar naarmate de set vorderd worden ze losser, klappen ze harder en gillen ze steeds meer. Na afloop raken we in gesprek met een aantal leuke lokale ‘lads’ die ons ten eerste blijven complimenteren en ten tweede vertellen waar we allemaal naartoe moeten gaan in Engeland.
Het is zondag 1 april en vandaag gaan we naar Londen! Tegen alle weersvoorspellingen in schijnt de zon volop en is een T-shirt bijna te warm vandaag. We vertrekken vanuit ons hotelletje voor een vier uur durende reis naar het centrum van Londen. We spelen vandaag in de venue Proud Camden. Camden, en vooral Camden Market waar de venue boven gelokaliseerd is, is hét paradijs voor de jonge en hippe artiest van dit moment.
Eenmaal aangekomen bij de venue, moeten we onze instrumenten (lees: volledig drumstel, twee gitaren, vier koffers, een versterker en synthesizers) naar de overkant van de straat, door 300 touristen, een lange helling op, door een gebouw en uiteindelijk bij het podium zien te krijgen. Wie zegt dat muzikanten lui zijn en geen conditie hebben die krijgen in dit geval ongelijk. Ondanks deze opgave en de warmte slagen we er in het in topsnelheid op de juiste plaats te krijgen.
De venue is tegelijkertijd een gallerie waar deze maand een expositie van Adam Ant de muur siert. Vandaag is het wekelijkse festival Soulfood aan de gang, waar wij deze zondag dus ook deel van uitmaken: zeventien bands, van 12 uur ‘s middags tot 12 uur ‘s nachts, gerund door Dolf Bekker. Ja, Dolf Bekker is Nederlands en studeert aan de muziekschool in Amsterdam, maar vertrok voor de muziekscene naar Engeland. In onze ogen is hij een soort superheld; naast dat hij ons helpt met spullen sjouwen, coördineert, programmeert, en host hij het festival ook nog eens. Oh, en tussendoor kan hij ook nog eens ontzettend gezellig praten.
Omdat het pas drie uur is en we pas om half tien hoeven te spelen besluiten we de ontzettende tourist uit te hangen en struinen urenlang door Camden om vervolgens bij het water te chillen bij ongeveer alle alternatieve bevolkingsgroepen van de samenleving; van American Apparel-hipster tot kraker… (ook zien we een verdacht ritueel waarbij twee meisjes plotsklaps met een onbekende jongen de brug opzoeken om iets anders uit te wisselen dan M&M’s..).
Terug naar de zaak waar het allemaal om gaat: het rocken van die venue. En dat zullen we! Na het lange rondhangen en wachten hebben we er wel heel erg veel zin in. Onze enige zorg: die twaalf songwriters/folksingers die voor ons speelden… Gaat het publiek ons wel leuk vinden? Lopen ze niet massaal weg van die chille lounge banken? Maar niet gevreesd… Na ons eerste nummer hoor ik vanaf de eerste rij THIS IS SO FUCKING GOOD en met de adrenaline die ons dat geeft pompen we alles eruit wat er inzit. Hoe harder we spelen, hoe harder ze gillen en klappen. Ons optreden wordt zowaar beloond met een staande ovatie! Daarna is het snel afbouwen en rennen naar de merchandise tafel, waar zich al snel een rij vormt. Dan is er chaos: handjes geven, cd’s verkopen, cd’s signeren, posters verkopen, poster signeren, nog meer handjes schudden, tequila shots aannemen van een onbekende, beetje flirten, beetje lachen, zweet op het voorhoofd… binnen vijftien minuten zijn we bijna door de voorraad cd’s heen. Londen is meer dan goed voor ons geweest!