Podium Asteriks vierde vrijdagavond in De Blokhuispoort haar eerste verjaardag. Oprichters en programmeurs Peter Reen, Paul van Berlo en Sjoerd Bootsma kunnen terugkijken op een succesvol jaar. "Zoiets als Asteriks was er nog niet in Leeuwarden. Het is echt tof dat het nu bestaat."

Podium voor onderkant muzikale aanbod
De drie mannen maakten zich al langer zorgen om het popklimaat in Leeuwarden en besloten daarom vorig jaar zelf een podium op te richten. "Leeuwarden is een stad met honderdduizend inwoners. In zo'n stad heb je naast een kernpodium voor vierhonderd man in de vorm van Romein, ook een klein podium nodig voor de onderkant van het muzikale aanbod. Voor zulke bands moet er ook een plek zijn om te spelen," legt Sjoerd Bootsma uit. "Daarom hebben we Asteriks opgezet."

Fries talent, alternatieve bands en internationale acts
De ambities die het drietal had bij de oprichting van het podium, een broedplaats voor Fries talent en een podium bieden aan minder bekende alternatieve bands, zijn volgens Peter Reen ruimschoots gehaald. "Nog meer dan dat zelfs," zegt hij enthousiast. Een blik op het programma van het afgelopen jaar geeft hem gelijk. Zo traden onder andere de Friese bands Daily Bread en De Hûnekop op in De Blokhuispoort. Daarnaast speelden verschillende Friese bandjes in het voorprogramma van internationale acts op het podium van Asteriks. Internationaal gezien wist het podium aanstormende bands zoals Wallace Vanborn, Shaking Godspeed, Customs en Matthew And The Atlas te strikken. Vooral over de laatste band is Bootsma enthousiast. "Matthew And The Atlas is echt heel erg goed. Het zou me niets verbazen als die band over drie jaar op de grote podia staat."

Meer grote bands naar Leeuwarden
Dat grote podium zou Asteriks zelf kunnen zijn want de mannen hebben zeker de intentie om vaker grote bands naar Leeuwarden te halen. "Naast een kernpodium en een klein podium heb je in Leeuwarden ook een groot podium nodig waar je eens per maand duizend tot vijftienhonderd mensen mee trekt," aldus Bootsma. “Leeuwarden is het niet meer gewend om grote bands over de vloer te krijgen. Harrie Muis haalde vroeger met regelmaat grotere bands naar Leeuwarden en is nu eigenlijk de enige die nog wel eens wat doet." Asteriks haalde daarom met Blood Red Shoes zelf een grote band naar De Harmonie. "Het was echt geweldig dat we een band als Blood Red Shoes naar Leeuwarden konden halen," zegt Paul van Berlo. "Er hadden wel wat meer bezoekers mogen komen maar verder was het zeker geslaagd. Voor mij was het één van de hoogtepunten van het jaar."

Vriendenclub
Wat alle drie de heren vooral roemen is het feit dat Asteriks binnen een jaar een soort van vriendenclub is geworden. Eentje die goede shows weet neer te zetten waar veel bezoekers op af komen. In dat idee van een vriendenclub schuilt ook meteen het grootste gevaar. "Waar we ons het komende jaar op richten is het borgen van de toekomst van Asteriks," legt Bootsma uit. "Daarmee bedoel ik dat het podium ook moet blijven bestaan wanneer wij er mee ophouden. We denken nu veel na over hoe we dat aan gaan pakken." Reen vult hem aan: "Het is zeker onze intentie om te blijven." Van Berlo grapt dat er wat hem betreft elk jaar wel een verjaardagsfeestje mag worden gehouden.  

Bestaansrecht bewezen
Financieel is Asteriks nog altijd bijna helemaal zelfstandig. Slechts sporadisch krijgt het podium subsidie van de gemeente Leeuwarden. "Het is geen vetpot," zegt Bootsma, "maar dat hoeft ook niet want we werken hier allemaal als vrijwilliger. Bovendien is er ontzettend veel goodwill om ons te helpen." Zo kwam de verbouwing van de concertzaal in De Blokhuispoort voor eigen rekening, maar is het gebruik volledig kosteloos gesteld door Carex. Ondanks de financiële onafhankelijkheid, kijkt het drietal met enige zorg naar de plannen die staatssecretaris Halbe Zijlstra van OCW vrijdag bekendmaakte.

"Hij is een man die vindt dat een leuke slagzin al cultuur is," stelt Bootsma. Vooralsnog heeft Asteriks nog geen beroep op de subsidies hoeven doen, maar om de toekomst van het podium te waarborgen wordt daar door de drie heren wel serieus over nagedacht. “Alles wat bestaat heeft in essentie als hoofddoel eigenbehoud”, legt Bootsma uit, “Wij vinden dat we in dit eerste jaar hebben bewezen dat we wel degelijk een bestaansrecht hebben. Zonder subsidiegeld hebben we in een jaar tijd een kwaliteitsprogrammering met een toffe uitstraling op weten te bouwen. Het zou dus kunnen betekenen dat we nu wel in lichte mate gaan kijken of we in aanmerking komen voor subsidie.”