Zero probeert broedplaats voor jong talent te zijn

‘Het is onze ambitie om jonge bands uit de regio een podium te geven’

Wilbert Elting ,

Op de deur naar de concertzaal van poppodium Zero is met plakband een rood A4'tje geplakt. "Door bezuinigingen van de gemeente Dongeradiel is de Zerolounge 's middags en 's avonds niet meer open”, staat er in grote zwarte letters. Ook in Dokkum zijn de gevolgen van de bezuinigingen merkbaar.

‘Het is onze ambitie om jonge bands uit de regio een podium te geven’

Op de deur naar de concertzaal van poppodium Zero is met plakband een rood A4'tje geplakt. "Door bezuinigingen van de gemeente Dongeradiel is de Zerolounge 's middags en 's avonds niet meer open”, staat er in grote zwarte letters. Ook in Dokkum zijn de gevolgen van de bezuinigingen merkbaar.

‘Het is het gevolg van de bezuinigingen op kunst en cultuur in Den Haag’, zegt Abbas Faegh, die het liefst gewoon bij zijn voornaam genoemd wil worden. In 2004 richtte hij samen met een collega het poppodium Zero op in Dokkum. ‘We noemden het Zero omdat we niets hadden. Nul als start, begrijp je. We hadden geen geld, geen publiek en geen bekendheid.’ Nu trekt het podium tussen de zeventig en honderd bezoekers op een avond. Ze komen voornamelijk uit Dokkum en de dorpen rondom om te kijken naar de lokale bands die door Abbas en zijn collega worden geprogrammeerd. Erg veel last van concurrentie heeft Zero niet. ‘Er zijn wel andere plaatsen in Dokkum waar opgetreden wordt, zoals Dok18, maar daar kost een kaartje al gauw vier keer zoveel als bij ons. Dat schrikt de meeste van onze bezoekers af.’ Bij Zero kost een kaartje vooralsnog drie euro. Abbas denkt dat daar straks toch wat bij zal moeten, nu het geld dat hij van de gemeente krijgt sterk terugloopt. Waar Abbas het meeste last van heeft als het om concurrentie gaat, zijn verjaardagen. ‘Als één van onze vaste bezoekers een verjaardag houdt op dezelfde avond als een concert, komen er zo twintig man minder’, zucht hij.
 
'Jongeren in Noordoost Friesland houden van metal'
Het podium is onderdeel van stichting Het Bolwerk dat in een groot pand aan de rand van het historische centrum van Dokkum ligt. Vanuit het gebouw worden activiteiten voor kinderen, jongeren en ouderen georganiseerd. De trap naar het kantoor van Abbas geeft deze vrijdagmiddag bijvoorbeeld uitzicht op een zaal vol gepensioneerde biljartende mannen. In zijn kantoor hangt aan één van de muren een prikbord vol met posters van bands die de afgelopen maanden in de zaal stonden. Het zijn donkere posters met al even donkere namen in gotische letters. De genoemde bands maken ongetwijfeld metal. ‘Jongeren in Noordoost Friesland houden van metal,’ zegt Abbas, ‘ik weet ook niet waarom.’ Hij vraagt het aan zijn collega. Die zegt dat het te maken heeft met het platteland. ‘In Groningen en de Achterhoek houden ze er ook van’, zegt die, zelf draait hij hoorbaar drum 'n bass op zijn computer. ‘Misschien komt het door het aanbod’, denkt Abbas luidop. ‘Op de podia in de provincie staan vaak metalbands. In de grote stad heb je meer aanbod. Maak je kennis met meer verschillende soorten muziek. Anders zou ik het ook niet weten.’

De zaal ziet er niet uit als een typisch metalhol. De muren zijn geel en niet zwart. Aan de muren hangt weinig decoratie. Op het podium legt een meisje gekleurde doeken en papierenvellen, met daarop woorden zoals Vrijheidsbeeld, neer tussen het drumstel en de grote boxen. ‘Het is voor een toneelvoorstelling’, zegt Abbas. ‘De toneelclub maakt ook gebruik van het podium.’ Hij wijst naar een rode deur. ‘Daar is de backstageruimte. Die gebruiken we eigenlijk nooit. De muzikanten blijven meestal tussen het publiek staan. Dat zijn vooral vrienden en bekenden dus dat is wel zo gezellig.’ Er is weinig dat hij wil veranderen. ‘Misschien wat extra lichten en gordijnen zodat het er wat mooier uitziet,’ hij denkt na, ‘en misschien dat ik een andere plek voor de stoelen zou willen.’ Hij wijst naar de lange rij opgestapelde stoelen die pal voor het podium staan. ‘Dan hoef ik niet meer voor ieder concert al die stoelen naar een andere plaats te sjouwen.’ Hij lacht.

Podium voor jonge bands uit de regio
De bar zit in een aparte ruimte vast aan de zaal. Het ziet eruit zoals ieder jeugdhonk. Krukken, oude banken, een paar tafels. Alles is net mooi genoeg om niet gesloopt te worden. In een hoek staat een meisje te prutsen met een grote beamer. Op het scherm is een clip te zien van een grote artiest. Eén avond in de week wordt hier een muziekavond georganiseerd die Abbas het "muziekcafé" noemt. Een vaste kern van bezoekers komt dan muziek maken en werkt aan nieuw materiaal. ‘Eerst gebeurde dat onder leiding van een coach. Die bepaalde dan de koers van de band, nu proberen we het de muzikanten meer zelf te laten doen,’ vertelt Abbas, ‘dat is leuker en uitdagender. Het was eerst wel eens saai omdat altijd dezelfde mensen op dezelfde nummers stonden te oefenen. Met het nieuwe idee kunnen ze meer improviseren en kan iedereen meedoen. Als je bijvoorbeeld een basgitaar hebt kun je komen en een paar nummers meedoen. Dat is gezellig.’ Abbas is duidelijk in zijn element bij dit soort projecten. ‘Het is onze ambitie om jonge bands uit de regio een podium te geven.’

Het is maar de vraag hoe lang dat nog kan. De bezuinigingen van de gemeente hebben grote gevolgen voor het kleine poppodium. ‘Doordat de openingstijden sterk teruggebracht zijn is het moeilijk om een band op te bouwen met de bezoekers. Je ziet ze veel minder vaak. De afgelopen maanden zagen we het aantal bezoekers al teruglopen’, zegt Abbas somber. ‘En volgend jaar bezuinigen ze nog eens twee keer zoveel.’ Naar de gevolgen kan hij vooralsnog alleen maar gissen.


Op zaterdag 19 februari organiseert Zero de voorronde van de Kleine Prijs van Fryslân in Dokkum. De deelnemende bands zijn: BadEnd, Betwean Oceans, Mundo Park, Pitch Black Revolver en Wayn.O