Muziek lijkt in Friesland vooral in Leeuwarden, Sneek en Drachten op de poppodia voor te komen. Niets is minder waar. In de regio stikt het van de kleine zaaltjes waar ook heel veel gebeurt. In de jaren ’90 stond Kiehool bekend als de metaltempel van het noorden. Het zaaltje, op de zolder van een oude boerderij in Burgum, had bands als Moonspell en After Forever op het programma en trok daar volle zalen mee. De laatste jaren is van die roemruchte reputatie echter weinig meer over en werd het stil op de zolder van het buurthuis.
Nu krabbelt de zaal langzaam weer op. “Lange tijd was er geen vaste programmeur waardoor er af en toe iets in Kiehool stond als iemand daar zin in had”, zegt Dennis Wedzinga, die nu samen met Ype Hoekstra, een verse muntthee drinkende ex-punkdrummer, de programmering verzorgt. Samen met een stagiaire, Gabriëlle Holtrop, boeken zij bands en promoten ze hun podium. Het zwaartepunt ligt nog altijd bij metal en punk, omdat Dennis en Ype daar beter in thuis zijn dan in andere genres. Dat betekent niet dat Kiehool alleen maar metal wil bieden. Ze werken samen met andere liefhebbers om bijvoorbeeld blues en rockabilly concerten te organiseren. Want bij Kiehool gaat het vooral om de liefde voor de muziek.
Veel geld is er niet om te programmeren maar Dennis ziet dat niet als een nadeel. “Het gaat hier meer om de energie die we erin steken dan om het geld. We proberen quitte te draaien en vragen geen hoge entreeprijzen. Voor de wat grotere en duurder bands vragen we geld aan het Fonds voor Podiumkunsten.” Het opbouwen van een budget is één van de doelen die de organisatie van Kiehool nu heeft. Daarnaast probeert men weer een naam op te bouwen. Dat lukt heel aardig. “Vroeger moest ik altijd zelf op zoek naar bandjes die bij ons wilden kommen spelen,” zegt Dennis, “nu mailen ze zelf naar ons voor een plek op het podium.”
Maar waarom moet een podium als Kiehool blijven bestaan als er op een half uur rijden al twee grote poppodia zijn met veel meer financiële middelen en bezoekers? Voor Dennis en Ype als programmeurs is dat gegeven wel eens frustrerend. “Dan doen we heel veel moeite om een band hier te laten komen en dan blijkt dat diezelfde band een paar maanden later gratis in Iduna of Romein staat omdat daar nog één of ander potje met geld was. Waarom zou een bezoeker dan nog tien euro bij ons neertellen?” Toch vinden ze dat de kleinere podia een belangrijke rol spelen. “Ik denk dat kleine podia heel belangrijk zijn voor opkomende bands,” zegt Dennis, “hier kunnen ze gemakkelijker eens optreden dan in een grotere zaal.” Dit blijkt ook uit de samenwerking tussen Iduna en Kiehool. Zo nu en dan stuurt Iduna bands die te klein zijn voor de eigen zaal door naar Kiehool.
Het podium is ook belangrijk voor de jeugd in Burgum. In een dorp waar de horecagelegenheden op één hand te tellen zijn is het belangrijk dat er iets te doen is op zaterdagavond. Daarom proberen ze ook breder te programmeren en aansprekende bands op de agenda te zetten. Zo komt 9 april de Nederlandse hardcore-punk band Neuk! in Kiehool spelen. De drie hebben daar erg veel zin in en verwachten dat de zaal helemaal uitverkocht raakt. Nu zijn de bezoekersaantallen van de concerten nog te wisselvallig. Soms is er maar een handjevol, een andere keer, zoals bij het Rock Solid Festival afgelopen februari, werden drie busladingen rockabillyliefhebbers die nog naar binnen wilden, teleurgesteld. In de toekomst hopen ze weer een meer vast publiek aan te trekken zoals vroeger.
Het enthousiasme straalt van de gezichten af wanneer we in de zaal staan. In de jaren ’90 was er plaats voor 240 personen maar op last van de brandweer is dat aantal teruggeschroefd naar 175. “Het liefst zou ik het hier matzwart schilderen,” zegt Ype, “net als in Iduna. Maar het is een buurthuis en de bond voor plattelandsvrouwen vergaderen hier bijvoorbeeld ook. Als ik het zou zeggen tegen de beheerder dan weet ik het al: “dat doe je maar lekker thuis!” Daarom verwijderen we ook alle stickers in de kleedkamer na een concert. Die plattelandsvrouwen zullen wel niet zo gecharmeerd zijn van wat daar soms op staat.”
Natuurlijk kent Kiehool nog altijd problemen. Het is moeilijk om vrijwilligers te vinden en het budget om bands te boeken is klein. Toch lijkt het erop dat het hier wel weer goed gaat komen en misschien dat over een paar jaar Kiehool weer net zo beroemd en berucht zal zijn als in de jaren ’90.