‘Van wie is de tent al weg gewaaid?’

Most Unpleasant Men hebben het niet makkelijk als opener

Tekst: Christiaan Triebert Foto's: Oscar Anjewierden ,

De grote intocht van de landrotten op Vlieland is begonnen. Van kleine mannetjes met schepjes tot oude vrouwtjes met poncho’s, alle leeftijden zijn op het prachtige waddeneiland gearriveerd en duiken Into the Great Wide Open. De Most Unpleasant Men hebben de eer om het festival te openen. En dat doen ze meer dan prima, ondanks het feit dat de weergoden niet geheel meewerken.

Most Unpleasant Men hebben het niet makkelijk als opener

De grote intocht van de landrotten op Vlieland begonnen. Van kleine mannetjes met schepjes tot oude vrouwtjes met poncho’s, alle leeftijden zijn op het prachtige Waddeneiland gearriveerd en duiken Into the Great Wide Open. De Most Unpleasant Men hebben de eer om het festival te openen en ondanks het feit dat de weergoden niet geheel meewerken weten ze het grote brede wel goed te openen.

CONCERT
Most Unpleasant Men, Into the Great Wide Open Sportveld, vrijdag 4 september 2009

MUZIEK
Met hun lang verwachte debuutplaat Nothing Moves Slower scoorden Most Unpleasant Men in Utrecht en omstreken. De plaat kreeg lovende recensies en de CD-presentatie in Utrecht was stijf uitverkocht. Waarom dan niet het fonkelnieuwe festival Into the Great Wide Open openen? Niet een vreemde keuze van de organisatie, gezien de rest van de line-up. Als voorbeelden hebben de heren, die overigens hun naam verloochenen met hun nette pakken en strakke coupes, Sigur Rós, Eels en Talk Talk. Bands die je zeker in de sound van de Most Unpleasant Men terug hoort. Ondanks al de lovende kritieken en uitverkochte gigs is het niet bijster druk bij de opening van het festival. Een handjevol belangstellenden en een groepje Utrechtenaren. Most Unpleasant Men valt niks te verwijten, dit in tegenstelling tot het weer en de boottijden.

PLUS
‘Wiens tent is er al weg gewaaid,’ vraagt Joram Tornij met een glimlach op zijn gezicht aan het publiek dat langzaam toestroomt. Weinigen steken hun hand op. ‘Zo ja, wij hebben nog wel plaats.’ Most Unpleasant Men hebben het niet makkelijk als opener op het gloednieuwe festival, maar ze maken er wel wat van. Wacht het in poncho gehulde publiek bij de eerste twee nummers nog even af, vanaf het derde schuift het langzaam naar voren en geniet het van de melancholische, erg mooi opgebouwde liedjes. Hoewel de regen naar beneden klettert en de donkere wolken op hoge snelheid voorbij schieten, lijkt het alsof alles wordt vertraagd. Zelfs de rook achter het podium –dat steeds de lucht in schiet door de harde wind- lijkt zich heel even aan de muziek aan te passen. Nothing Moves Slower. Hoe toepasselijk. Het handjevol festivalgangers – van een klein jongetje tot aan een oud omaatje - wordt even betoverd.

MIN
Most Unpleasant Men valt eigenlijk weinig te verwijten. Ze spelen goed, erg goed zelfs. Toch was er slechts een handjevol mensen. Ondanks dat er nog enkele bomvolle boten moeten aankomen zijn er ook al aardig wat mensen op het prachtige Vlieland. Maar de weersomstandigheden zijn blijkbaar toch erg belangrijk bij een festival. En je kan het iemand ook niet kwalijk nemen dat hij zijn weggewaaide tent probeert te zoeken en daardoor de opening mist. Als ze nou eens wisten dat de Utrechtenaren nog plek hadden.

CONCLUSIE
Ondanks de slechte weeromstandigheden hebben de Most Unpleasant Men het als openers goed gedaan. Wie weet dat dat kleine stukje ‘betovering’ is gezien door Zeus en trekt hij zijn stormwolken terug. Zo niet, dan komt die betovering later wel. En mocht dat ook niet gebeuren, regen past wel bij die melancholische muziek.

CIJFER
8