De naam klinkt veelbelovend; ‘Shit dat rockt’ Maar rockte deze shit ook daadwerkelijk?
De eerste band misschien niet, maar vermakelijk waren ze zeker. De vijf vrolijk ogende jongens met een hoog ‘sex appeal’. Take Dis beschikt over alle ingrediënten die een boyband succesvol maakt. Ingestudeerde danspasjes, playbacken en er werd vanuit het publiek zelfs een slipje het podium op gegooid.
Ze eindigen hun korte set met een akoestische medley waar elk populair boyband-nummer in voor leek te komen.
De Spaans zingende Munoz Brothers hadden een mooie set, maar het publiek leek niet heel geïnteresseerd te zijn. Veel bereik heb je nou eenmaal niet als je met zijn tweeën zingt, begeleidt door één akoestische gitaar. De aandacht trekken is dus behoorlijk moeilijk.
Ze eindigen hun korte set met een akoestische medley waar elk populair boyband-nummer in voor leek te komen.
De Spaans zingende Munoz Brothers hadden een mooie set, maar het publiek leek niet heel geïnteresseerd te zijn. Veel bereik heb je nou eenmaal niet als je met zijn tweeën zingt, begeleidt door één akoestische gitaar. De aandacht trekken is dus behoorlijk moeilijk.
Op naar de andere zaal, waar de eerste band van de avond speelt die de naam van het feest eer aan doet. The Lucky Bastards rocken, en ze rocken hard. Keiharde punk, gespeeld door een opmerkelijk strakke drummer. En zeg nou eerlijk, hoe vaak kom je dat tegen bij een alledaags punkconcert?
Deze zaal, genaamd ‘14’ kon je trouwens gemakkelijk over het hoofd zien. En dat was te merken aan het kleinschalige publiek dat zich vormde rond de bands. Misschien was dit de reden dat de elekro-grunge band Blackbox Red niet heel overtuigend overkwam. Het waren wel doorzetters, want zelfs toen de noisebox van het keyboard af viel speelde de drummer op zijn gemak verder tot het apparaat weer op zijn plek zat.
Wie toe was aan wat rust, kon heerlijk ontspannen in de foyer. Daar speelde Laurens van der Meulen, een Friestalige singer/songwriter gevolgd door Tommy Ebben met een akoestische set. Lekker om te luisteren, dat zeker. Maar het was jammer dat de deur van de grote zaal volledig openstond, waardoor de rustigere muziek in de foyer volledig overstemd werd.
De Nederlandstalige hiphop werd op ‘Shit, dat rockt! vertegenwoordigd door Desean, De Basis, Press Reset en Wat Aans! (de Aart Lus en Ed Lip van Groningen?).
In de foyer speelden Growling Love & Pain speelde zeer gevarieerd. Harde funk grooves wisselden ze af met een lekkere ‘feelgood swing’. Elk bandlid wist zijn plek te vinden, de gitaar en bas partijen speelden goed op elkaar in en de drummer hield met een ontzettend hoge drive diezelfde groove vast. De verwachtingen zijn hoog dat we nog veel te horen krijgen van deze band.
‘Anders halen jullie wat mensen op, het is hier zo rustig.’ zei de gitarist van Noir. En hij had gelijk, het was ook rustig. Misschien iets té rustig, maar dat weerhield deze mannen er niet van om toch alles te geven. Duidelijke invloeden van Tool, dus gecompliceerde muziek. En toch erin slagen een vlekkeloos optreden neer te zetten.
Children of 9 zag er mooi uit, zeker door de toevoeging van de viool. Maar een band met niet alledaagse instrumenten zorgt ook voor veel improvisatie van de geluidsman en daardoor kwamen de ideeën, die op plaat goed klinken, niet zo goed uit de verf bij het live optreden.
De band An Acne Sinner viel in. Toegankelijk is de muziek van An Acne Sinner niet. Ze koppelen de klanken van vele speelgoed keyboards aan vreemde effecten. Toch was er een aardige opkomst, plus dat dit de enige band was waar merendeel van de mensen zittend naar geluisterd heeft. Misschien had het spoor van lege wietzakjes richting de zaal er iets mee te maken. Misschien is trouwens een duet met Elektriciteit Is Onze Hobby een idee?!
Rockte deze shit? Jazeker! Gelukkig was er voor iedereen wat te zien, zelfs als je even moest bijkomen.
Wie: Shit dat Rockt
Waar: Academie voor Popcultuur, Leeuwarden
Opkomst: mainstage: druk
foyer: redelijk gevuld
zaal 14: handjevol