Het hele leven van Phil Mills draait om muziek. Zo componeert hij nummers, bracht hij onlangs met zijn band een cd uit - Tickets go past - en bespeelt hij diverse instrumenten. Ook was hij bandcoördinator van het Blendproject tijdens het Frysk Festival. Daarnaast geeft Mills ook nog les over popmuziek op middelbare scholen, bij de Academie voor Popcultuur en bij D'Drive (voorheen Pop en Media) op het Friesland College.
3VOOR12 Friesland zocht Phil Mills op in zijn studio aan de Achter de Hoven en ging in een gesprek met de man die meestal op de achtergrond staat, waarvan vooral vaak wordt genoemd dat hij ooit in een band zat met Tom Holkenborg en die van enorme waarde is voor de Friese popscène. Maar bovenal is Phil Mills iemand die zijn eigen eigenzinnige pad door de popwereld trekt.
Als eerste willen we van hem weten of hij vindt dat de Friese popwereld mede door de komst van de popopleidingen veranderd is. “In Friesland zijn momenteel zo’n zes tot zevenhonderd mensen die met muziek bezig zijn. Het even tijd gekost maar beide scholen zijn nu een essentieel deel van de Friese popcultuur geworden. Dat heeft natuurlijk veel positieve effecten: er ontstaan nieuwe bands en nieuwe projecten. Maar er is ook een keerzijde. Kunst in schoolverband is moeilijk. De basis ligt namelijk bij jezelf. Je kunt studenten handig maken in muziek, maar je kunt ze geen talent geven.
Ook maak je kunst op deze manier afhankelijk van de overheid. Popmuziek wordt, ook landelijk bekeken, meer en meer geïnstitutionaliseerd. Daar zou toch niemand blij van moeten worden. Popmuziek dient dwars te zijn. Het is nu geen tegenstroming meer, maar gewoon een stroming, en dat vind ik heel jammer. Muzikanten worden steeds banger om te experimenteren omdat ze willen voldoen aan de verwachtingen van de mensen die het voor het zeggen hebben. Dat baart me zorgen, je bent dan als muzikant de zoveelste kloon, één van de velen. Ten slotte mis ik bij veel mensen de honger. Waar zijn die 600 man publiek bij een heel interessant project als Blend? Er is sprake van een bepaalde verzadiging. Er gebeuren geweldige dingen op muziek gebied, maar het publiek neemt het niet tot zich. Er is al zoveel, alles gaat op in de waan van de dag. Dat is gevaarlijk. Het is zo’n voorrecht dat er kunstonderwijs is. Het is heftig dat daar, in mijn ogen, soms zo slordig mee omgesprongen wordt. Maar nogmaals, er wordt nu wel meer muziek dan ooit gemaakt. Er zijn heel veel mogelijkheden om creatief bezig te zijn. Je kunt je laptop openklappen en muziek maken. Dat is magisch!” Mills bracht onlangs zelf een nieuwe cd uit; Tickets go past. Hoe plaatst Mills dat in het licht van zijn bovenstaande kritische kanttekeningen? “We hebben een cd gemaakt die eigenzinnig is. Ik heb liever dat dit niets oplevert dan dat ik compromissen moet maken. Ik ben van mening dat er een publiek is voor alles. We hebben goede reacties gekregen op ons optreden op Freeze. We stonden met zes man op de planken omdat we het geluid van de cd ook op het podium wilden. Dat mag dan ook wel wat kosten. De set hadden we als één verhaal opgebouwd, daar zit wel iets van verzet in. Ik ben vreselijk trots op de band die er nu staat. Het is de bedoeling om met die zes man, bijna allemaal ‘huurlingen’ naar elkaar toe te groeien. En mijn ambitie is om dit organisch te laten gebeuren, het een eigen leven laten leiden. Zo is ook de titel van het album gemaakt uit een spammail. Dat is een mooi voorbeeld van de toevalligheid die we willen bereiken. We hebben 500 exemplaren van Tickets go Past laten drukken. En we zijn heel blij als we ze allemaal verkopen. We gaan deze cd eerst plaatselijk in de markt zetten en zorgen voor een heel goede show, dan gaan we er pas de grote wereld mee in. Daarom hebben we ook nog geen nieuwe optredens staan. We willen eerst kijken of het allemaal klopt. Deze houding is zowel bescheiden als onbescheiden tegelijk.” Mills is nog meer van plan de komende periode. “Ik wil verder gaan met de elektronische muziek, me daar actiever mee bezig houden. Ik heb van alles liggen, maar wil het beter uitwerken. Minimal. Ambient. Experimenteel. Ik werk daarbij helemaal vanuit mezelf. Ik maak geen muziek om anderen blij te maken. Het is ook een beetje niet trendy willen zijn en dan stiekem hopen dat je wel trendy bent, want uiteindelijk moet het toch te behappen zijn voor je publiek. Dat is de eeuwige spagaat. Ik kan wel willen dat ik 100.000 vriendjes heb op MySpace, maar dat is ook weer zo vluchtig. Uiteindelijk is raggen op een gitaar de grootste kick die er is. Het gaat om muziek maken. Laten we dat blijven doen, ook op de popopleidingen. We moeten strijden tegen de verstikkende mogelijkheden, wakker blijven. We zijn zo bang om dingen te missen dat we niets willen missen en uiteindelijk alles missen. “