Slayer laat Burgum beven

Wâldrock 2008 is zonnig en druk

Tekst: Werner & Willem Foto's: Frieda & Minze, ,

In een zonovergoten weiland aan de zomerweg te Burgum werkten 8000 langharige, kortharige en kale metalheads zich afgelopen zaterdag in het zweet. Hoewel sommigen net na het middaguur al straalbezopen in het gras lagen, leefde de metal in volle glorie op de plek waar het dat al jaren doet. Wâldrock 2008 was er weer één om een stijve nek van te krijgen.

Wâldrock 2008 is zonnig en druk

Greyline verzorgt dit jaar de opening van Wâldrock met een setlist die niet afwijkt van hun winnende optreden tijdens de Slag om Wâldrock. En dat is nu net het minpunt, want dat stond vol met rocknummers. Hoewel de grunts nog wel kwamen, is het allemaal te lief. Greyline kan veel ruiger en harder. En dat hadden ze op dit podium ook moeten doen. Een paar meter naast het hoofdpodium staat het kleine Jägermeister-podium waar de Amerikanen van Death by Stereo inmiddels klaar staan. Zij mogen de nog slaperige campingangers wakker schudden met hun hardcore punk. De zanger heeft duidelijk een betere nacht gehad dan het publiek en barst van de energie. Als een razende springt hij over het podium als de eerste handen voorzichtig de Wâldrock-lucht in gaan. Het van oorsprong New Yorkse Helmet maakt zijn opkomst op Wâldrock, in de gloeiende middagzon. Heel even staan we met zijn allen in een woestijn, ergens ver van de beschaving. Lome riffs glijden over de hoofden van de toegestroomde fans. Een zee van dissonant geluid en lage tonen wast over de menigte. De alternatieve metal van de band staat enigszins in contrast met de wat meer thematische bands van vandaag en vormt daar een welkome afwisseling op. Helmet had dan ook niet op een beter moment kunnen spelen. In de tent schallen de hoge tonen van Pagan’s Mind zanger Nils K. Rue ons tegemoet. Juist hier wordt heavy metal gespeeld. Hoewel veel heavy Mmtalbands uit de begintijden der metal stammen, is Pagan’s Mind eerder een ode aan de metalgoden van weleer. En die ode wordt met verve gebracht. In nummers als ‘Alien kamikaze’ en de David Bowie-cover ‘Hello spaceboy’ blijkt maar hoe lenig de stembanden zijn van de zanger. Rue mag graag het publiek bespelen met z’n praatjes en waagt zelfs een poging om Fryslân boppe uit z’n strot te persen. De sfeer zit er nu toch al lekker in en daar hebben deze nieuwelingen zeker eer aan. Halverwege de middag staat de tent alweer gevuld met langharig tuig, wachtend op Death Angel. Na een stilte van een aantal jaren zijn ze helemaal terug en er is een groot aantal fans in de tent aanwezig. De trashy heavy metal gooit de nekken los, en maakt het in de tent nog warmer. De rauwe stem van zanger Mark Osegueda geeft deze band hun originele geluid, de energie van de andere bandleden lijkt eindeloos en die zijn overal op het podium te vinden. Grote hits als ‘Soulless’ en ‘Kill as one’ vliegen voorbij. Hun kracht ligt in de omschakeling van de snelle trashritmes na de minder ruige heavy metalriffs. Er wordt afscheid genomen met een herhaaldelijk geschreeuw van: ”If it ain’t Dutch, it ain’t much”. Dan komt een moeilijk moment. Twee grootheden die tegelijk spelen, Forbidden en Morbid Angel. In het midden staan van het weiland en je krijgt van beide iets mee, maar te weinig om beide eer aan te doen. Mijn benen verplaatsen zich uiteindelijk toch naar Morbid Angel waar de tent overvol staat. Zo vol dat we nauwelijks wat zien. Maar hoewel we weinig zien laten zij zich wel horen. Want een muur van metal wordt omhoog getrokken door het gitaargeweld van Azagtoth en sessielid Destructhor. Een snelheid waar vele gitaristen jaloers op zullen zijn en alleen van dromen. Zanger David Vincent beweert dat de drummer tijdens het komende half uur vaker z’n snare zal raken dan de hele avond nog zal gebeuren op het hoofdpodium. En dat is nogal wat om te zeggen wanneer Slayer de grote afsluiter is. Helaas staat het geluid niet goed afgesteld, want het klinkt als een brei waar alleen de grunts van David goed doorkomen. Ook clean kan hij heel beheersd zingen, het is zowaar bijna zwaarder dan Nick Cave. De brei wordt wel wat beter naarmate het optreden vordert. Met nummers als ‘God of Emptiness’ en ‘Immortal Rites’ laat Morbid Angel horen dat ze oud maar nog lang niet over datum zijn. Iets wat veel jonger is maar misschien niet zo lang mee zal gaan, zijn de monsters van Lordi. Een van de grote publiektrekkers van dit jaar. Hoewel het overgrote deel van het metaltuig zich zal komen bescheuren om de verschijning van de verklede Finnen, is er ook een groot aantal fans van deze band te bespeuren. Aan hun show mankeert in elk geval niks, vlammen en flitsende lichten in overvloed. De nummers van Lordi zijn niet moeilijk en klinken veelal hetzelfde. Met nummers als ‘Blood red sand man’, ‘Devil is a loser’ en natuurlijk de songfestival hit ’Hardrock halleluja’ komt de show tot een spetterend einde. De legendarische rap/metal/hardcore band Biohazard, eveneens uit New York, komt op Wâldrock haar 20 jarige bestaan vieren. De toegestroomde fans kunnen elke regel meezingen. Er is goed te horen dat Biohazard een hele generatie aan hardcore- en rapmetalbands heeft beïnvloed, veel hardcorefans die de rest van de dag voornamelijk op de camping te vinden zijn, zijn voor Biohazard naar de main stage gekomen. Er is een lekkere ouderwetse pit, waar de nodige klappen vallen. Een van de energiekste publieksreacties op het festival. Fryske Willepunkers Strawelte doen nog een keer hun best voor de vele, vaak ietwat oudere, fans. Er is een duidelijke groep Wâldrockers die speciaal voor Strawelte zijn gekomen. Een aantal daarvan vertrekken zelfs direct na de band weer van het festival. De mannen van Strawelte zijn Roeger as Vroeger als je ze zelf mag geloven. Strakker zijn ze in ieder geval niet geworden met de jaren, maar dat mag de pret absoluut niet drukken. Klassiekers als Lykwein, Hagelslag en Soepenbrij en natuurlijk Fryslân Boppe worden met een hard gejuich en gezang ontvangen. Foppe Land en de zijnen geven nog een keer alles. Voor de fans van vroeger een groot feest, voor degenen die ze nog nooit hebben gezien en gehoord een unieke kans om Fryske Pophistorie van dichtbij mee te maken. En dan moet de show doorgaan met de oudgedienden van Queensrÿche. Progressive metal op hoog niveau. Maar de heren kunnen helaas nog maar weinig van zich laten horen want na een paar nummers is het plotseling erg stil op het hoofdpodium. Iedereen staat vragend om zich heen te kijken. Wat is hier gebeurt? De stroom lijkt er uit te liggen, de techniek van het hoofdpodium kan zulk hoogstaande metal niet verwerken. En het blijft dan ook heel erg lang stil. We begeven ons dan maar naar de duistere klanken van My Dying Bride. De band is niet een act die voor de harde metal liefhebber geschikt is. Deze doom kan erg deprimerend overkomen en is voor velen een reden om het dan ook te mijden. In 2004 mochten ze ook afsluiten in de tent, wat toen gedaan werd met groot gevoel en passie. Dit jaar probeert zanger Aron dat weer en knalt zijn woede er sporadisch woest uit met zijn diepe grunts. De rest van de band staat er bij als zoutzakken. Het wordt dan ook saai als ze steeds dezelfde stijl doorzetten en niet wat van hun hardere werk spelen. Gelukkig sluiten ze met bruut gitaargeweld af. Beter laat dan nooit. Bij 1349 aangekomen staan de corpse paint gezichten al klaar om ons blasfemisch oorgeweld aan te doen. Het hoge gitaartempo en drumwerk kenmerkt deze black metal. Het gaat niet bepaald om de atmosfeer, wel om de haat en oorlogszucht die ze eruit willen krijgen. ‘Beyond the apokalypse’ en ‘I am an abomination’ benadrukken deze woede goed. Gitaar en stem klinken helaas veel te schel en dat is genoeg reden om alvast een mooie plaats te gaan zoeken bij het aankomende optreden van de hoofdact Slayer! Al jaren schreeuwen de Friezen bij concertonderbrekingen om Slayer, de Wâldrock-organisatie heeft de gebeden gehoord en dadelijk zal de band het weiland omtoveren in een kolkende massa metalheads. Een muur van 24 Marshall-versterkers staat op het podium opgesteld en de grote vlag is gehesen. Hoewel de zon al lang weg is en het al lang is afgekoeld, stijgt de temperatuur behoorlijk als het Slayer-geweld losbarst. Een bijna vlekkeloze show wordt ons voorgeschoteld, geen politiek geneuzel maar gewoon raggen en doen waar ze voor geboren zijn. Eigenlijk is de enige kritische noot het slechte geluid van de gitaar van King, want dat viel weg. Alleen wanneer je goed luisterde kon je de kunsten van deze man meekrijgen. Zanger Tom Araya genoot duidelijk van het losgeslagen publiek en waardeerde het enthousiasme van de roekeloze fans. Crowdsurfers, pitgangers en headbangers all over the place. Chemical warfare, Mandatory suicide, Born of fire, Raining blood en natuurlijk Angel of Death konden niet missen tijdens deze geweldige afsluiter. Het Wâldrock publiek is verzadigd en dit optreden zal ook niet snel vergeten worden. Wat een moddervette show gaf Slayer ons cadeau op de 20e editie van dit festival. En wat valt er dan nog aan toe te voegen. Niks. Wie: Slayer,Queensryce,Biohazard,Life of Agony, My dying Bride, 1349,Morbid Angel,Helmet,Rose Tattoo,Death by stereo,Hail of bullets,Forbidden,Strawelte,Hollenthon, Pagan’s mind, Alchemist,Death angel,Symphony x, Lordi, Greyline Waar: Wâldrock, Burgum Opkomst: 8400 metalheads Tekst: Werner Cazemier, Willem Wijbenga Foto's: Frieda Vuur, Minze Dijkstra