Zondag 17 februari. Mijn zeven weken oude dochter ligt kirrend in de box. Kat koestert zich in de vensterbank. Cool Jazz via UPC Digital op de speakers. Helen Merrill flaneert behoedzaam door de kamer met ‘Don’t explain’. Zondagrust, even geen beschuit met muisjes, wel voor het eerst sinds weken een half uurtje om te schrijven.
De laatste keer was Nieuwjaarsdag. Ik was begonnen aan een schitterende schets over `de buitenterritoriale gedragingen van het personeel van een middelgrote zorginstelling buiten de daagse habitat van saaie gangen, koffieautomaat en kopieermachine`: oftewel de jaarlijkse kerstborrel. Plaats van handeling: een wegens verbouwing dichtgetimmerd Oranjehotel. Resultaat: nepsneeuw, alcoholvrije cocktails en het hoofd IT in Kerstmankostuum.
Globale inhoud? Het kerstcadeau (keramiek schaal met Lord of the Rings-achtig boos oog als opdruk) dat ik met de nodige fietsacrobatiek helaas heelhuids thuisbracht. De muziek en dat ik door de organisatie tot deejay werd gebombardeerd nadat het muzikale behang van klopboren en spijkermachines enkele bezoekers was gaan irriteren. Aan de muziekinstallatie lag het niet: mengpaneel, 80 watt boxen tot mijn beschikking.
Mijn feeststemming zakte echter naar het niveau diepe vrieskou toen ik naast de full-prof geluidsinstallatie een stapeltje van drie schamele cd’s aantrof. En wat voor plaatjes. Hoewel improviseren in noodsituaties één van mijn sterkere kanten is, viel deze muzikale ramp niet meer te keren.
- ‘Kerst met de Toppers’ ( in 2006 gratis bij een tas boodschappen van de C1000),
- René Froger ‘Pure Christmas’ ( in 2005 voor nog geen tien euro ‘exclusief’ verkrijgbaar in de schappen van Super de Boer)
- Een cd met voor driekwartier bijeengeraapte fragmenten klassiek (waarschijnlijk aangeplakt bij een flacon prikshampoo van Kruidvat)
Zo kon het komen dat ik noodgedwongen een allerbelabberdste uitvoering van Beethoven met Geer, Goor en Froog stond af te wisselen. Tenminste, tot het deel Beethoven dan. Na drie minuten pianosonate, kwam de manager ietwat verontrust op mij af om te vragen waar de dode was. Beduusd zocht ik de zaal af naar reanimerende BHV’ers. Twee lopende buffetten, gratis drank en slechte muziek: een hartstilstand is immers zo gemaakt.
Toen hij zijn wijsvinger echter richting 80 Watt boxen priemde, besefte ik dat ik hier met een Homo Sapiens Ad cantus classico van doen had. De menssoort dat spontaan jeuk krijgt zodra er een koperblazer op viool binnen hoorafstand komt. Ik werd richting mengpaneel gedirigeerd met het dringende advies om de Toppers-cd er in te stoppen en die doodgraversmuziek meteen onder de zoden van de dichtstbijzijnde plantenbak te stoppen. Dat ik de Toppers al voor de derde keer in het cd-laatje had gepropt ‘donderde’ niet: `Want er moest wel een beetje sfeer komen’.
Dat er na die laatste noot Beethoven helemaal geen beweging meer in de zaal kwam, was een kleine genoegdoening. Een bevroren stoelendans. Financieel bij financieel, IT bij IT en personeelszaken bij personeelszaken. Kont aan kont, als bange bavianen op een rots. Het ontbrak nog aan koffie en cake en een lijkkist in het midden. Iedere willekeurige voorbijganger niet anders gedacht dan dat hij in de uitvaartreceptie van een Toppers-fanaticus was beland.
Het was inmiddels zondag 17 februari. Waarom zou ik me op zo’n prachtige februaridag nog druk maken over Toppers, kerstborrels en managers? Immers, het zonnetje scheen, mijn kersverse dochter lag kirrend in de box en poes koesterde zich in de vensterbank. Veel valt er dan niet meer te zeggen.
“Don’t explain, zong Helen Merrill. En ik vond dat ze voor vandaag gelijk had.
BERT KOBUS
Homo Sapiens Ad Cantus Classico?
Een nieuwe column van Bert Kobus
De wonderen van het vaderschap wierhielden de 3VOOR12-lezers enige tijd van zijn pennevruchten, maar de rust is wedergekeerd in huize Kobus. Nu ja... in ieder geval lang genoeg om een column te schrijven......