De kleinste prijs van Sneek

Een nieuwe column van Bert Kobus

De voorrondes van de Kleine Prijs van Fryslân zijn in volle gang. Vroeger heette dat de Kleine Prijs van Sneek. 3VOOR12 Frieslands' columnist Bert Kobus heeft er ook wat muzikale ervaring opgedaan. Lees mee...

Een nieuwe column van Bert Kobus

Stiekem was ik Jimmy Rabitte uit de film The Commitments. Zoals hij in bad via zijn douchekop interviews gaf aan de wereldpers, zo stond ik ’s nachts achter huis met een sigaretje het journaille van OOR, Nieuwe Revu en Hitkrant te woord. Het was een mooie droom: onnoemelijk verschrikkelijk en asociaal beroemd worden met een rockbandje. Een droom die welgeteld anderhalf jaar duurde. Eén die ruw uiteenspatte op een late vrijdagavond in Sneek. Om precies te zijn op vrijdag 18 april 1997 in de grote zaal van het Bolwerk. We waren na het insturen van onze eerste demo * uitgenodigd voor de Kleine Prijs van Sneek: een ruwe Idols voor de Friese rockscene . Het is nog altijd een raadsel waarom we de nominatie verdienden. Waarschijnlijk had de jury zich beperkt tot het beluisteren van de A-kant. De rest bestond uit haastig aaneen geklutste popliedjes die zich als dikke yoghurt voortplantten op dreinerige akkoordschema’s waarvan het gitaargeluid uit een Pvc-buis leek te komen. Wij wisten dat toen nog niet. Zelfkritiek kwam pas jaren later. Noem het overschatting, noem het jeugdige onbezonnenheid: we waren per slot van rekening wereldberoemd in Buitenpost. Het was daarom volstrekt logisch dat wij op basis van deze demo waren genomineerd. Een finaleplaats lag met ons potentieel binnen handbereik. Bij de uitnodiging kregen we een lijstje met de concurrenten. We dachten in eerste instantie dat het om een Engelstalig pastarecept ging. De line-up begon namelijk met ‘Garlic’ en ‘Spinache’. Verder deden mee: `The Surf A’s`, `As Fresh as a Daisy` en `Rumpus`. Wat culinair georiënteerde namen, iets met verse bloemen en een stel moderne Beach Boys; niets om ons zorgen om te maken. Dachten we. Totdat we die bewuste vrijdag de kleedkamers van het Bolwerk betraden. Al onze concurrenten waren schijnbaar al uren binnen, lurkten professioneel aan flesjes water en keken verstoord naar onze net geopende Schültenbrau halve liters, die hierdoor met de minuut minder rock-’n-roll werden. De meesten (een aantal met getatoeëerde armen!) spraken over de nieuwste effectbakjes en concerttoertjes in beschimmelde VW-busjes door voormalig Oost-Duitsland. Op de tafels blonken gitaren van de echte merken. Onze in polyester tassen gehulde Epiphones en Squiers durfden we er niet tussen te leggen. Voor de vorm haalden we ook maar bekertjes water op en monsterden ondertussen de concurrentie. `Rumpus` en `Spinach` hadden al een keer meegedaan aan de Kleine Prijs en keurden ons geen blik waardig. `The Surf A’s` leken serieuze eind-twintigers die ons tijdens het stemmen al volledig wegspeelden met onnavolgbare rifjes. Alleen met `Garlic` kregen we contact: we mochten een stemapparaatje lenen. `As Fresh as a Daisy` opende de avond. `Deze band moeten we kunnen hebben`, was onze inschatting. De wat arrogant ogende kereltjes waren door papa en mama gebracht en leken met hun Hema-gel-haartjes nog het meest op kleutercolaband Hanson. Isaac, Taylor en Zac Hanson ten spijt, ze speelden de zaal volledig plat met energieke pretpunk van de bovenste plank. We traden als één na laatste op. Ondanks een strakke set, kregen we het publiek voor geen millimeter mee. Alsof een kom goudvissen ons glazig aan stond te kijken. Alleen onze gevoelige balad met violiste, viel in goede aarde. De rest oogstte lauw applaus, bier-haal-momenten en onbegrepen blikken. We kregen hoop toen iemand van de Hanson-brothers ons het opbeurende compliment `leuk vioolnummer` gaf. Toen de zaal vijf minuten later massaal meesprong op de instrumentale surfpunk van de eind-twintigers, wisten we de dat de finale verder was dan ooit. Desondanks stond ik met bonzend hart bij de prijsuitreiking. Je weet immers maar nooit. Een derde plaats zou ook een mooie thuiskomer zijn. Helaas was zelfs die te hoog gegrepen. `Fresh as a Daisy` én `The Surf A’s` mochten naar de finale, `Spinache` werd derde. Gelukkig liet de jury de laatste drie plaatsen in het midden. Ietwat gedeprimeerd vertrokken we naar Buitenpost. Door al dat water, hadden we flink wat Schultenbräu over. En een paar halve liters later lag het gelukkig toch aan de vooringenomen jury, de slechte afstelling van het geluid en de ontiegelijk zware poule. Ook waren we waarschijnlijk nét vierde geworden. Het juryrapport dat we enkele weken later kregen toegestuurd, vatte het als volgt samen: “Voorspelbaar en twaalf in een dozijn. Misschien moeten jullie wat meer gebruik maken van de viool. Dat zou de afwisseling ten goede komen”. Elf jaar later kan ik ze alleen maar gelijk geven, BERT KOBUS * verdiend met het geld van het optreden in Iduna,