Één festival en twee exponenten van de ziel, met ieder haar eigen behoeften. Om het dreigende conflict uit de weg te gaan wordt iedere exponent in zijn verlangens voorzien. Het Festival van Drift & Geest is daarom verspreidt over twee dagen; met op de vrijdag bandjes die uiting moeten geven aan de Drift en op de zaterdag vier bands die handelen namens de Geest. Vrijdag kan het publiek daarom staand de bandjes bewonderen en zich vooral uit te leven op de vloer. Op de zaterdag zijn daarentegen stoelen neergezet om al zittend te luisteren naar de acts.
Op de eerste avond spelen er drie bands. Een vierde act haakt op het laatste moment af wegens ziekte. Estate Drama heet de eerste band van de avond en brengt een vorm van punkrock. Een gelikte set, met mooi opgebouwde nummers. De aangename muzikale wrangheden voorkomen dat deze band snel gaat vervelen. Als tweede act treden de Monolith Monsters op. Ruige rock ’n billy gespeeld door een stel punkers. Een stevige set muziek, met smerige kantjes. Vooral door de Gollum-achtige stem – met bijbehorende uitstraling – van de zanger. Een uitstraling die de bassist overigens geheel mist. Na een half uur hebben we deze band eigenlijk ook wel gezien. Zeker op het moment dat er nog een cover van Lost Hound gespeeld wordt, die net even iets anders is van de andere nummers en daarom niet goed in de totale set past.
Capacocha mag het bandjesgedeelte van de eerste avond afsluiten. Normaliter een duo, maar wegens een vorm van RSI doet de drummer deze keer niet mee. Ook zonder drummer weet de frontman achter gitaar, keyboard en muzieklaptop het publiek prima te vermaken. Hij weet zijn optreden zelfs te promoveren tot beste van deze hele avond, waarbij het hem als enige ook lukt om de driften van het publiek aan te spreken en het publiek op de dansvloer in beweging te krijgen. Als een doorgeslagen disconicht leeft Capacocha zich helemaal uit in een muzikale set die het midden houdt tussen Daft Punk, Les Rhythmes Digitales en Suicidal Birds. Niks klopt, maar vindt zijn plaats in de muziek en besmet vervolgens heerlijk het publiek.
Dag twee
De dag waarop het er serieus aan toe moet gaan. Naast vier bands is er ook Meindert Talma die tussen de acts voorleest uit eigen werk. Op zeer nuchtere en droge wijze weet hij het publiek uitstekend te pakken, met vooral vaak heel grappige verhalen. Verhalen die veelal over Driften gaan, zoals het bezoek aan een prostituee of de poging om een doof meisje te versieren. Die nuchtere manier van beschrijving zorgt voor een relativering, zoals die deze avond ook voorspeld is.
Relativeren moeten we ook maar doen bij de eerste band van de avond In Arms Reach. Bij deze beginnende band gaat nogal het één en ander mis. Vooral de tijd die opgaat aan het constant stemmen van de gitaar die net nieuwe snaren gekregen heeft. Een aandoenlijke rommel blijkt ook leuk te kunnen zijn en wellicht voor sommigen ook leerzaam. Dus het publiek blijft toch zitten en hoort het zowaar nog een aantal mooie liedjes voorbij komen.
Charles Frail is de tweede artiest van de avond. Een indrukwekkend optreden waarbij de kracht zit in de breekbaarheid waarmee hij zijn mooie liedjes brengt en waarmee hij een intieme sfeer weet te creëren binnen Wolwêze. Het publiek is doodstil en luistert aandachtig naar wat deze artiest wil vertellen met zijn nummers. Mooie, vaak lieve en overtuigend eerlijke liedjes van iemand die zichzelf goed in de muziek weet neer te zetten. Grote Prijs finalist Fuck the Writer is de derde act deze avond. Een sterk en wederom overtuigend optreden. Stoerder en mannelijker dan het optreden van Charles Frail, maar over de oerdegelijke basis worden erg mooie dingen gedaan door zanger Emil, die op zeer prettige wijze bijgestaan wordt door zangeres Milena Eva.
De aangekondigde hoofdact van de avond is het welbekende Jean Parlette. Nu schept het predicaat hoofdact verwachtingen ten opzichte van de andere bands. En dat lijkt oneerlijk, daar Charles Frail en Fuck te Writer een stuk verder zijn. Ten opzichte van deze twee acts mist de muziek van Jean Parlette een stuk emotionele muzikale diepgang, waardoor ze het publiek met hun muziek minder weten te pakken. Dit wordt wel weer gecompenseerd door tussen de nummers de interactie aan te gaan met het publiek. Wederom laat Jean Parlette haar potentie zien, maar baart de stagnerende groei zorgen.
Het Festival van Drift & Geest is een zeer geslaagd en goed bezocht festival. De tegenstellingen tussen beide dagen is goed tot uiting gekomen. Wel is er ook deels een scheiding in het publiek te zien. Want beide dagen trekken een ander publiek aan. Daardoor kun je spreken van het publiek van de Drift en het publiek van de Geest. Wil je echter dat het publiek wel bewust het thema in de uitvoering van dit festival mee krijgt, dan zou de volgende keer gestreefd moeten worden Drift en Geest nader tot elkaar te brengen. Nu is er meer sprake van twee aparte festivals met beide thema’s.
Acts die het meest bij zullen blijven na dit weekend zijn Capacocha, Charles Frail en Fuck the Writer. Dat dit soort goede acts in een klein zaaltje als de Wolwêze te bewonderen zijn is erg bijzonder. En kwalitatief goede muziek past überhaupt al snel goed thuis op een festival.
Wie: Festival van Drift & Geest
Waar: Wolwêze, Leeuwarden
Opkomst: beide avonden 110
Festival van Drift & Geest
Kwalitatief goede muziek tijdens één festival
Een klein festival waarop zowel de ruige Monolith Monsters als de gevoelige Charles Frail spelen. Klinkt raar, maar binnen het concept van het Festival van Drift & Geest eigenlijk heel normaal. Het resultaat mag bijzonder heten, het festival is geslaagd. Maar de achterliggende gedachte zal voorbij zijn gegaan aan een groot deel van het publiek.