Een bespreking van een EP die niet officieel te koop is, dan moet er iets bijzonders aan de hand zijn. Nou, geloof me, dat is er.
In 2004 won Egbert van der Werff als William Seen’s Transport Music (WSTM) als soloartiest het Friese Singer-songwriter Contest. Tijdens de finale van de Grote Prijs van Nederland in Paradiso stond hij met zijn oude Travis/Lucas-maatje René Monsma als duo op het podium; op het Freeze-festival in hetzelfde jaar was WSTM met Jan Peter Hoekstra (voorheen The Shot Mugs, tegenwoordig Krezip) erbij een trio, en uiteindelijk werd met de aantreding van drummer Gilbert Terpstra (o.a. ex-Kobus Gaat Naar Appelscha en ex-Buzzgum) de klassieke rock ‘n’ roll bezetting een feit.
Vorig jaar hebben de heren in de Studio Sound Enterprise, samen met Frans Hagenaars, een aantal nummers opgenomen die sinds enige tijd op My Space te beluisteren zijn en het viertal is van plan in de zomermaanden opnieuw de studio in te gaan om nog meer nummers op te nemen, om uiteindelijk een hele CD uit te brengen. En als de liedjes op My Space/# 1 demo de standaard vormen, dan zal die CD er toch echt moeten komen want ze behoren tot de beste en meest sprankelende die er de laatste tijd uit de Friese klei zijn getrokken.
In Walk Around Oblivious gaat WSTM in grote lijnen verder waar Lucas is opgehouden, maar tegelijkertijd klinkt er ook een vleugje The Printers (het post-Lucas-, pre-Williambandje van Egbert en René) in door. M.a.w. de melancholie is nog steeds in zekere mate aanwezig, maar klinkt nu veel opgeruimder en transparanter. South Bay Park is weer een lief en zonnig liedje met zowaar een alleraardigste solo van Jan Peter op pedal steel. Op het eerste gehoor een niemendalletje, maar stiekem heel geraffineerd. De grootste aantrekkingskracht van WSTM is echter de sublieme meerstemmige samenzang van Egbert, René en Jan Peter, en een wel heel fraai staaltje daarvan is te horen in Frankie Laine, het laatste, en mooiste nummer van de demo. De groep haalt in hun biografie veel invloeden aan – Big Star, The Byrds, Daryll Ann, The Beatles – maar in Frankie Laine lijkt het warempel soms écht of je The Beach Boys hoort.
Kortom, Wicki Purrs (Travis) en Undesired Lonely Stories (Lucas) hebben erg mooie, en bij vlagen briljante liedjes voortgebracht, maar op # 1 demo lijkt WSTM voorlopig de definitieve vorm te hebben gevonden.
Egbert van der Werff over # 1 demo
Waarom is het met The Printers, ondanks een erg leuke demo en een 2e plaats bij de Kleine Prijs in 2003, uiteindelijk niks geworden?
“Tijdens Travis en Lucas hadden we al contact met Buzzgum. Ze hadden een paar keer met ons gespeeld en we vonden elkaar wel goed geloof ik. Toen Lucas ophield en René en ik iets nodig hadden om af te kicken, hebben we een keer voor de grap met Gilbert Terpstra (de drummer) en Anja (de bassiste) geoefend en dat beviel zo goed dat we hebben besloten om samen iets te doen. Ik denk echter dat we totaal niet bezig waren om er écht iets serieus van te maken. We hebben voornamelijk heel veel lol gehad.”
In 2004 won je als WSTM het Friese Singer/songwriter Contest. Waarom niet als soloartiest verder gegaan?
“Ik begon tijdens The Printers nummers te verzamelen die ik meer vanuit mezelf schreef en die wilde ik op één of andere manier toch laten horen aan mensen. Ik heb meegedaan aan de Friese Singer/songwriter Contest omdat ik nog nooit alleen had opgetreden en benieuwd was of ik dat wel kon. René speelde uiteindelijk wel mee bij de finale in Paradiso. Toen we Jan Peter er bij betrokken, gaf dat een enorme boost qua energie, samenzang. Hij stelde ook voor om een drummer erbij te zoeken, en ja…toen kwam Gilbert weer om het hoekje kijken. Hij is heel sixties aangelegd en wat zo heerlijk aan hem is, is dat hij meteen aanvoelt wat een nummer vraagt. Een week na de eerste oefensessie in de ruimte van Krezip liep bij Frans de opnametape al. Wel heel spannend, want je hebt het gevoel dat het alle kanten op kan. Gelukkig stond het gelijk als een huis.”
Jullie waren van plan om vorig jaar zomer al een demo uit te brengen, waarom is het uiteindelijk begin 2006 geworden?
“Vooral omdat Jan Peter het druk had met Krezip en hun CD die voorjaar 2005 uitkwam. En met René die in Brugge woont en Jan Peter in Haarlem (destijds nog in Tilburg) was ‘even bij elkaar op bezoek om wat nummers doornemen’ er ook niet bij, dus we moesten echt plannen. Samen met de agenda van Frans Hagenaars, die ook wel eens een ander bandje produceert, was het echt puzzelen. En dat is het nog steeds.”
Op de demo is de inbreng/invloed van Jan Peter vrij groot, hoe hebben jullie elkaar leren kennen?
“Ik zag hem met de The Shot Mugs spelen tijdens de finale van de Kleine Prijs. Daarna kwamen we elkaar wel tegen en bleek dat we dezelfde muzikale interesses hadden. Hij heeft ook nog tijdens het laatste optreden van Lucas meegespeeld op Hammond orgel.”
Bij The Printers speelde een meer humoristische benadering van de rock ‘n’ roll. De liedjes op #1 demo klinken heel anders. Is er een verschil in de manier van liedjes schrijven?
“Voor The Printers schreef ik echt groepsbewust, dus met het idee van The Printers al in mijn hoofd. Veel up-tempo liedjes die refereren aan de energie uit de begintijd van The Beatles. De nummers kwamen niet echt uit mezelf, maar in de groep klonk het heel fris. Iets wat je nu ook hoort in Franz Ferdinand of Kaiser Chiefs. De muziek van William Seen’s staat toch veel dichter bij mij, en grijpt ook weer terug op een bredere muziekstijl. Uiteindelijk willen we er bijvoorbeeld ook strijkers bij gaan opnemen.”
Wat opvalt, is dat jullie heel veel invloeden aanhalen en dat jullie op de demo soms ook bijna letterlijk klinken als bijvoorbeeld The Beach Boys. Zijn dat bewuste stijlcitaten of is dat wat WTSM is, m.a.w. hoe komen jullie toch aan al die prachtige arrangementen?
“The Beach Boys is wel onze gezamenlijke favoriet en wat zang betreft zijn ze onze absolute goden. En wat The Beatles allemaal hebben gedaan… daar zitten we soms avonden over te praten. Dan bestuderen we de Anthology-dvd’s en vallen onze monden open. Vooral René herinnert ons aan bepaalde dingen van vroeger die goed gespeeld zijn. Dan zegt ie: “luister eens naar het intro van Drive My Car en laten we nu proberen net zo’n origineel intro te verzinnen!” De arrangementen komen dus vooral van hem, hij heeft een fantastisch gevoel voor harmonie en is heel kritisch op bepaalde tonen. Maar we zoeken gewoon alledrie net zo lang naar mooie tonen totdat we iets vinden wat niet alleen maar toonladdertjes zijn, maar ook mooi samen kleurt.
Jan Peter speelt meer op gevoel en speelt sommige gitaarstukken, zoals de solo in South Bay Park, gewoon in één keer in. Ook een waanzinnig goede muzikant. Allebei bespelen ze ongeveer alle instrumenten. Als ik een idee laat horen zijn het net twee grote sponzen die ermee aan de haal gaan. Dan duizelt het me soms in het hoofd van al die dingen die bedacht worden en denk ik: waar gaat dít heen?! Dat moet dan snel op tape en uitgezocht worden.
De reacties die we tot nu toe gekregen hebben zijn goed en daar zijn we heel blij mee, omdat we toch wel veel moeite hebben moeten doen om de EP uit te brengen. We hopen er wat publiciteit mee te krijgen, en van daaruit optredens, om zo verdere opnames te financieren. Naar verwachting gaan we in juni weer naar de studio van Frans om meer nummers op te nemen. Als we tevreden zijn over het resultaat kijken we of er platenmaatschappijen geïnteresseerd zijn.
En dan? Of is dat onbelangrijk, en is WSTM gewoon wat het is en gaat het er vooral om, om veel plezier met elkaar maken.
“William Seen’s Transport Music is nu tegelijk het meest onmogelijke en het meest opwindende voor mij. Ik hoop dat we de tijd kunnen vinden om een paar goede optredens te doen. We zijn zo toegewijd aan de band, dat we er vele reizen voor over hebben. Soms zit René vier uren in de auto om te komen oefenen, dan drinken we daarna wat en rijd hij weer vier uren terug. Hem hoef je niet te vragen of ie het leuk vind! Het zelfde geldt voor ons allemaal. Woonden we maar bij elkaar op de hoek, dan speelden binnen de kortste keren misschien wel de wereld over.”
William Seen’s Transport Music - # 1 demo
demobespreking/interview Egbert van der Werff
Een bespreking van een EP die niet officieel te koop is, dan moet er iets bijzonders aan de hand zijn. Nou, geloof me, dat is er.
In 2004 won Egbert van der Werff als William Seen’s Transport Music (WSTM) als soloartiest het Friese Singer-songwriter Contest. Tijdens de finale van de Grote Prijs van Nederland in Paradiso stond hij met zijn oude Travis/Lucas-maatje René Monsma als duo op het podium; op het Freeze-festival in hetzelfde jaar was WSTM met Jan Peter Hoekstra (voorheen The Shot Mugs, tegenwoordig Krezip) erbij een trio, en uiteindelijk werd met de aantreding van drummer Gilbert Terpstra (o.a. ex-Kobus Gaat Naar Appelscha en ex-Buzzgum) de klassieke rock ‘n’ roll bezetting een feit.