Tramhaus staat vanavond in de Effenaar met het Eindhovense SØWT in het voorprogramma, en dat belooft een avond lekker rocken met schurende en snijdende gitaren. Allebei de bands hebben ook een uitstekende live reputatie, dus voetjes van de vloer is bijna gegarandeerd

SØWT

Na een ongepland donkere start 'kan het licht aan? Ik zie echt helemaal niks' knalt SØWT wel geheel volgens planning alle registers open. SØWT heeft inspiratie gevonden in de noise rock van de jaren 90, en laat dat merken in schurende nummers die van heel klein keisnel naar heel hard gaan, en daarbij ook lekker uit de bocht mogen vliegen. noise rock maken is inspanning leveren en dat is te zien in een drummer die na twee nummers al buiten adem en bezweet achter het drumstel zit, en een stel gitaristen die niet stil kunnen blijven staan. In sommige nummers krijgen zij ook vocale lijnen, die de (schreew)zang van zangeres Danielle Warners goed ondersteunen door een diepere toon te bieden tegenover Warner's wat nasale geluid. Dat tikkeltje nasale ruwheid leent zicht trouwens erg goed voor de muziek van SØWT en hun scheurende gitaren. We worden drie kwartier ondergedompeld in de wereld van SØWT, en snakkend naar adem komen we weer boven.

Tramhaus

Vanaf het moment dat Tramhaus opkomt staat de energie in de zaal aan. Zanger Lukas Jansen zwalkt over het podium als een ware entertainer, maar dat verandert al snel in een iets maniakale manier wanneer het eerste harde nummer ingezet wordt. De rest van de set raast hij over het podium als een bezetene, lyrics in de microfoon spuwend. 

Na een minuut of 20 komt de set tot een kookpunt en vormt de eerste moshpit zich. De energie die Tramhaus in hun muziek duwt komt tot uiting bij het publiek en al snel is de halve vloer in een kolkende mensenmassa veranderd. Ook dichter naar de muren toe zijn de biertjes niet veilig, de bewegingen van de moshpit golven verder door. Soms kunnen de blikken van opperste concentratie die van de band af komen wat verveeld overkomen, maar dan kruipt er een lach omhoog die bijna breder is dan zijzelf en wordt vol genot het volgende nummer ingezet. 

 

Wanneer de rust een beetje is wedergekeerd door middel van het spelen van wat rustigere nummers vraagt Jansen of de mensen nog een beetje zin hebben om te dansen. “Ook als je wat ouder bent, ga door die knietjes en schud de billen los” zegt hij terwijl hij voordoet hoe hij dit voor ogen zag. “Iedereen mag dansen, schaamte is voor losers’’ voegt hij er nog aan toe. Bij het nummer Minus Twenty zet hij zijn woorden nog extra kracht bij door zelf ook in de moshpit te verdwijnen, waarop deze alleen maar groter wordt en de band zo mogelijk nog een tandje bij zet om echt iedereen in de zaal aan het bewegen te krijgen. Zo is het dan ook niet onlogisch dat na afloop van de set het nog een paar minuten onrustig blijft, het publiek hongerig naar meer. Het zorgt er wel voor dat zelfs de stagehands een warm onthaal krijgen, ook al is met hun opkomst de set definitief ten einde.