De debuutplaat ‘Foghorn’ stamt alweer uit 2011 en nu eindelijk komt die tweede plaat er. Volgens Wolfendale is de nieuwe plaat rauwer, donkerder en ook een stuk directer. 3voor12/Eindhoven ging langs en sprak met drummer Ruud van Bree en bassist en producer Marc van den Boom om hier meer over te weten te komen en om te vragen waarom na zeven jaar het tweede album uitkomt.

We zijn uitgenodigd in Wolfendale’s eigen studio op de Hurk. Ogenschijnlijk een grote garage, maar voor de band zijn eigen wereld waar de muzikanten kunnen blijven experimenteren zonder limitaties. Dit is ook de plek waar het langverwachte tweede album in de maak is. Zeven jaar geleden kwam het debuut ‘Foghorn’ uit en komend jaar dus het tweede album dat ‘Periscope’ zal heten.

‘Foghorn’ was een succesvolle plaat voor de band. Hoe was dit voor jullie in 2011?

Naast dat Wolfendale een clubtour had, shows had op Eurosonic Noorderslag, Paaspop, bij De Wereld Draait Door en 2 Meter Sessies speelde, was toen al het verder experimenteren belangrijk. “We wilden sowieso een tweede album maken”, stelt drummer Ruud van Bree. “We hadden ons eigen muzikale universum gecreëerd. Alles was mogelijk en we konden onderzoeken hoe wij met de muziek dat universum konden verder bouwen. Dan wil je daarna ook weer verder met dat experiment.”

“Een dag nadat wij ons voorstelde (...) waren wij ons hok kwijt.”

En dan komt die tweede plaat zeven jaar later?

“Nou, eigenlijk is dit onze derde plaat”, zegt Marc van den Boom. “We hadden onze studio in het gebouw waar nu het Eindhovens Dagblad zit. Zij kwamen naast ons zitten met hun kantoor, zonder dat we van elkaar wisten. Een dag nadat wij ons voorstelden om alvast excuses voor de overlast te maken waren wij ons hok kwijt aan de krant. We hadden toen al veel ideeën en zelfs nummers liggen, maar moesten ons richten op een nieuw Wolfendale-hok vinden.” De band heeft in die tijd nog in een kantoor in het Klokgebouw gezeten, maar kwam er al snel achter dat daar hun studio niet in ging passen.

Wolfendale kwam op de Hurk terecht, waar ook Dr. No met zijn studio zit en Peter van Elderen zat in de tijd dat Peter Pan Speedrock nog bestond. “Dan blijkt zo een houten ‘box in a box’ studio toch niet zo snel gebouwd. Roel Aben (Dr. No) komt dan ook nog met geniale ideeën voor verbeteringen..”, zegt Marc. “Mijn moeder heeft nog een mooi fotoboek van het proces gemaakt.”

Tekst gaat verder onder de foto.

De studio is er. Jullie konden eindelijk verder met de ideeën en nummers die jullie hadden, toch?

“Nee, die plaat was het niet meer en we zijn een soort van opnieuw begonnen”, zegt Marc. De band heeft drie jaar aan de komende plaat gewerkt. Volgens de muzikanten is de plaat een stuk directer geworden. Niet meer vanuit een derde persoon, maar vanuit de eerste persoon. Ook is de muziek een stuk rauwer en donkerder geworden. Waar ‘Foghorn’ gebaseerd was op de gitaar, zal in ‘Periscope’ veel meer synths en samples te horen zijn.

“We knutselen, slopen en zetten het weer in elkaar.”

Er was dus wel al een bepaald idee bij het maken van de muziek. Hoe ziet dit schrijfproces er bij jullie uit?

“We zijn er altijd mee bezig om een verhaal te maken”, zegt Ruud. “Daarom pakken wij ook graag films als inspiratie; het moet beeldend zijn. Je creëert laagjes waarin je steeds weer iets nieuws ontdekt. David Lynch doet dat zo goed in zijn werk.” Hier voegt Marc nog aan toe: ”Het gaat om het blijven experimenteren. Vaak komt onze zanger met een demo en dan gaan wij aan de slag. De studio is dan meer een laboratorium. We knutselen, slopen, zetten het weer in elkaar en dat proces is belangrijk voor ons.”

De twee leden zien de muziek als losse elementen van hun universum. Ook tijdens het mixen bleef de band maar schaven. Marc, die ook de mix heeft gemaakt, legt uit: “In het mixen merk ik dat we bleven stoeien totdat het klopt. Ik maak dan de mix en geef de laatste versie aan de rest van de band met de vraag: “gaaf of nie?”. Dan krijg je weer spontane reacties of hoort men iets vets waar ik eigenlijk niet over na had gedacht.”

Dus de plaat is af?

Marc: “Ja, de plaat is af. Bij de eerste mastering hadden we al zoiets van: dit wordt heel vet! We zijn heel trots op het eindproduct wat er nu ligt.”

Is de single ‘March’ een goede preview van de plaat?

“Misschien is ‘March’ niet per se representatief”, vertelt Ruud. “We wilden gewoon naar buiten brengen waar we mee bezig waren, net zoals bij onze show in de Altstadt in april.” “Die goede head nod zit er wel in. Ik denk dat dat in de hele plaat zit”, antwoord Marc. “Die laag synthesizers maakt het wel wat melancholischer. Dat sfeervolle zit in het hele album.”

“Een David Lynch film kan je 6 keer hebben gezien, je zult altijd weer iets nieuws ontdekken.”

‘March’ heeft wel iets weg van Porcupine Tree.

“O, die kan nog op het lijstje erbij,” lacht Ruud. “We horen eigenlijk constant vergelijkingen en bands, terwijl we daar zelf nooit echt mee bezig zijn.” Marc voegt toe: “Misschien komt het door de helderheid. In veel muziek valt de instrumentatie samen, maar bij ons is ieder instrument afzonderlijk ook heel goed te horen. Dat zijn dan weer die laagjes die je creëert, waarin de luisteraar steeds iets nieuws kan ontdekken. Een David Lynch film kan je 6 keer hebben gezien, je zult altijd weer iets nieuws ontdekken. We laten jullie wel even wat andere nummers van de plaat horen.”

De drie nummers hebben inderdaad die goede head nod en je merkt dat Wolfendale in hun laboratorium aan een geheel heeft gewerkt. Het verhalende aspect zorgt voor een vergelijking met prog, maar het repetitieve in de nummers is dan weer meer shoegaze-achtig. Zo heeft elk nummer wel iets heel eigens. Door een met echo doordrenkte gitaarsolo in een van de nummers komt zelfs Tears for Fears ter sprake. “Weer een voor op het lijstje”, grapt Marc. “Nou, het is zeker geen belediging om er mee vergeleken te worden. Hoe zij hun nummers opbouwen is heel inspirerend. Zij kunnen 7 bruggen in een nummer gooien en het nog steeds laten voorkomen als een popnummer.” “We horen echt vanalles van onze vrienden over de plaat”, stelt Ruud. “Ze horen Radiohead, The Jesus and Mary Chain, maar ook Fleet Foxes en Alt-J.”

Tekst gaat verder onder de foto.

En welke vergelijking vinden jullie zelf het beste passen?

“We vonden het bij de eerste plaat grappig om juist een regisseur als inspiratiebron te noemen in plaats van een artiest”, legt Marc uit. “Maar het liefste zouden we het wel willen vergelijken met het werk van David Lynch. Het gevoel staat centraal en dat zorgt ook voor veel mysterie. Hoe hij in elke film weer een nieuwe zoektocht begint is fantastisch. De nieuwe ‘Twin Peaks’ is een groot experiment in het wereldje van Lynch.”

De vergelijking met Lynch is ook zo gek nog niet. Wolfendale ziet hun studio als een laboratorium en wilt constant experimenteren om hun eigen universum te creëren. Snel zal de band het universum uitbreiden met hun nieuwe plaat en kunnen ook de fans zich laten meenemen met het verhaal van Wolfendale.

Binnenkort staan er twee try-out shows gepland. Wanneer kunnen we de plaat verwachten? En komt er ook een release show?

“Klopt, eind oktober hebben we twee try-out shows”, zegt Marc. “Verder kunnen we alleen verklappen dat onze release show 1 februari in de Effenaar is en dan komt ook de plaat uit.”

28 oktober en 3 november speelt Wolfendale zijn try-out shows respectievelijk in Apeldoorn en Utrecht. Het langverwachte album ‘Periscope’ brengt de band 1 februari uit met een release show in de Effenaar. Kaarten zijn al te koop via de Effenaar.