Visionair, zo mag je Thomas Azier gerust noemen. Noem hem ook een wereldburger. De Fries vertrok als tiener naar Berlijn om in een vervallen DDR-fabriek zijn sound te vinden. Voor zijn tweede plaat liet hij zich inspireren door het tijdloze dat Parijs te bieden heeft. Debuutplaat ‘Hylas’ was een zoektocht naar muzikale identiteit, het gloednieuwe ‘Rouge’ een verbetering op alle fronten. Dat geldt ook voor de nieuwe liveshow, die uitblinkt vanwege diversiteit, opbouw en bedrieglijke eenvoud. De leren jas is bovendien ingeruild voor een stijlvol pak.

Zo kun je deze show ook het beste omschrijven. Negentwintig is hij nu, en kijk hem staan. Zwepend met de heupen, strijkend door zijn gladde haar en de blik op oneindig, flirtend met zijn grootste fans. Blies Thomas Azier tijdens zijn vorige Nederlandse passages nog wat hoog van de toren met overambitieuze shows, nu begrijpt hij de kunst van het doseren. Er is een liveband, waardoor Azier alle ruimte krijgt om te heersen als popster. Hij is de dandy, die zichtbaar waarde hecht aan zijn stage-persona. Die ruimte gebruikt hij soms theatraal door zich op de knieën te laten vallen, groots op de borst te kloppen en zijn mond te openen alsof het een leeuwenbek is. Zonder twijfel is hierbij naar Bowie gekeken, maar Thomas Azier is geen gemaakte popartiest. What you hear, is what you get.

Net als bij Hurts is dat een voorliefde voor groteske, warme melodieën, maar de nieuwe show bevat minder pathos dan voorheen. Nieuwe aanwinsten zijn er in overvloed. ‘Talk Te Me’ is een even vintage als moderne pianoballade, die in het refrein veel bijval krijgt van het publiek. Het introverte ‘Winners’ is misschien wel het ontroerendste liedje op de setlist en krijgt live een modern-klassiek arrangement, refererend aan Nils Frahm. Later is Azier in het refrein van ‘Crucify’ pompeus als Queen, in het couplet zwoel als een gladde soulzanger. Gladgestreken popliedjes als ‘Babylon’ en ‘Call’ zijn ideale set-closers. De vraag is niet óf er een doorbraakhit op ‘Rouge’ staat, eerder welke het gaat worden. Het lijkt een race tussen ‘Gold’ en ‘Berlin’; twee knap geschreven oorwurmen die zowel in de huiskamer als in de kroeg zullen werken.

Thomas Azier werkte al samen met Woodkid en Stromae, artiesten die bovengemiddeld veel waarde hechten aan de totaalbeleving van een show. Tot in de puntjes verzorgt is de show van Azier ook. Er is een goed lichtplan vol grafische lasers, rook en felle lichten. De contouren van het podium zijn fraai afgetekend en de microfoon van Azier geeft zelfs licht in het donker. Toch overspeelt hij zijn hand hier en dan. In de elegante set voelt de kille cover van The Cures ‘A Forest’ wat misplaatst en het oudere ‘Angelene’ – met net iets te simpel meezingmoment – is Azier inmiddels ontgroeid. Toch heeft hij de Berlijnse periode nog nodig. De ontlading van het optreden komt tijdens het onderkoelde ‘Red Eyes’, waarbij techno en pop elkaar vinden. De stuwende synthesizers maken de spanning in deze track voelbaar. Dat weet Azier zelf ook, waardoor het nummer met vier climaxen flink wordt uitgebouwd. Toch maken de meer subtiele momenten minstens evenveel indruk. De tijd van overschreeuwen is voorbij en juist daarom zullen nog meer mensen Azier gaan horen.

Gezien: Thomas Azier, in de Effenaar, op 25 mei 2017.