Popronde Eindhoven 2015: de editie van de copycats

Verslag van festival met o.a. The Homesick, DIEDE, The Brahms, Goodnight Moonlight, Santa Fé & Friars

Tekst: Paul Knippenberg, Patric Muris, Rens Peters & Thijs Portz / Fotografie: Nadia Hagen & Eefje Hendriks ,

Door de organisatie van Popronde Eindhoven waaide afgelopen jaar een frisse wind. Elvin Usidame en Estelle Stijkel, beiden muzikant en bekend met de Eindhovense cultuurscene, kregen de regie in handen en besloten direct het bereik van het festival groter te maken. Van culturele hotspots van nu en de toekomst zoals Strijp-S, NRE-terrein en Stroomhuis werden voor het eerst stations gemaakt waar de Popronde-karavaan langs kon rijden. Het was zelfs zo dat er aansluiting gezocht werd tussen bands en podia, voor een perfecte match. Dat verhoogde het engagement van het festival, dat zoals altijd in Eindhoven goed bezocht werd. Al is het de vraag of ook alle bezoekers even goed door hadden dat ze daadwerkelijk Popronde-bezoeker waren. 3voor12/Eindhoven ging op pad en deed verslag van het festival (een deel, alles is bijna onmogelijk - zoveel is er te zien) dat een goede graadmeter is voor het talent van de toekomstmuziek.

Het rijtje van namen die hebben meegedaan aan Popronde en later zijn uitgegroeid tot broodwinnende muzikanten is inmiddels vast wel bekend; Go Back To The Zoo, Kensington, Blaudzun en zo nog heel wat meer deden mee aan het rondreizende muziekfestival en dat heeft ze allesbehalve windeieren gelegd. Het geluid van enkele van deze bands bepaalt het huidige radiogeluid en de geur van succes die veel bands in het kielzog meesleurt. Ze zijn onbedoeld ambassadeur geworden van Popronde. Niet vreemd, want goede voorbeelden doen altijd volgen, maar het aantal klonen lijkt nu wel buitensporig veel te worden. Ook op Popronde Eindhoven viel dat op.

Stillwave

Het is nog licht buiten als Stillwave als een van de eerste bands aftrapt op Popronde Eindhoven. Even lekker erin komen is er niet bij, hier in Nul Zes op het NRE-terrein. Goede match weer, van die industriële waverock op een voormalig industrieterrein. De geïmproviseerde popzaal van Nul Zes is even provisorisch als het podium waarop de band staat. Het heeft zijn charme, evenals de inrichting van de ruimte waar kerkmeubilair, een piano en ingelijste bloemen te zien zijn. Maar we zijn hier voor Stillwave, dat heeft te lijden onder de omstandigheden. Vooral de geluidsmix doet de band tekort. Dat die kille, rechttoe rechtaan beats en dat minimalistische gitaarspel wat rauw overkomen misstaat het bandgeluid niet, maar de bas en de zang komen niet goed uit de verf. En dat is nou net waar het geluid in het begin van de set op leunt. Later wordt er meer gevarieerd en laat de gitarist zien ook meer met zijn gitaar te kunnen. Zowel bassist als gitarist zingen en als ze allebei hun effectenpedalen gaan gebruiken wordt het geheel trippy, op een heel fijne manier.

Tegen het eind van de set worden alle remmen los en de krachten op de vrije loop gelaten. De drummer gaat een stuk harder slaan, de gitaarversterker wordt verder opengedraaid en de gitarist verruilt zijn gitaar voor een noise-apparaatje. De variatie neemt toe en de aandacht van het publiek wordt weer wat vastgehouden, maar mede doordat de zang totaal niet goed overkomt kan het optreden geen echte indruk maken. Het kan naast de locatie ook aan het tijdstip hebben gelegen, stellende dat deze muziek het daglicht eigenlijk niet kan verdragen. Als de band zich verontschuldigt wanneer een nummer niet goed wordt gestart en overnieuw wordt begonnen, wordt ook door de band het tijdstip van spelen de schuld gegeven: “Sorry, sorry. Normaal spelen we ook minimaal twee uur later.” (PM)

DIEDE

Het doorgaans wat donkere podium van de Altstadt verandert prompt in een gezellige hippe bende als DIEDE na wat technisch oponthoud eindelijk aantreedt. Naast het arty zestal is het podium versierd met mooie letters (DIEDE) en kom je ogen tekort voor alle modieuze uitspattingen van de band. Die, gelukkig, ook nog muziek maakt. Die muziek is vrolijke en gelaagde, radiogevoelige bubblegum-pop die volgens de eigen site ergens tussen artiesten als Katy Perry, Sia en M.I.A inzit. Gesteund door vier prima muzikanten en een dito, zwoel dansende achtergrondzangeres trekt DIEDE alle aandacht naar zich toe met haar uiterlijk en haar uitzonderlijk goede stem. Muzikaal gezien valt er op het optreden niets af te dingen. Helaas gaan de vrolijke maniertjes van het sextet na een paar nummers wel tegenstaan. Dat doet echter niets af aan de kwaliteiten van DIEDE. De band rond Diede Claesen en gitarist / producer Basil Kühne klinkt als een klokje en geeft de zangeres alle ruimte om te shinen. 
 
Niet alleen met de uptempo nummers maakt de band indruk, ook als het tempo omlaag gaat en Claesen en Kühne het akoestische ‘ You Are’ spelen, blijkt dat kwaliteit het sleutelwoord is bij DIEDE. Het zorgt voor een prima optreden dat op veel waardering van het publiek kan rekenen. Hoogtepunt van de set is nieuwe single ‘Off The Radar’, dat - compleet met Rondé-klapje - een prima uitvoering krijgt. Naar eigen zeggen schrijven Claesen en Kühne één nummer per week, dat mogen ze zolang ze dit niveau weten te behouden nog wel even blijven doen. (TP)
 

Tales That Are Not Supposed To Be Heard By People

Op het moment dat de Amsterdammers van Tales That Are Not Supposed To Be Heard By People - vanaf nu Tales - aan hun set beginnen zijn er minder bezoekers binnen dan het aantal woorden dat de bandnaam telt. Gelukkig duurt dit desolate tafereel maar een moment en stroomt Café The Jack bij het horen van de eerste gitaarklanken snel vol. Het lijkt de band goed te doen, want na een ietwat stroeve en ongeïnspireerd ogende start raakt het viertal al snel flink op stoom. Tales brengt een strakke set, vol energieke grunge en alternatieve rock, waarbij een voorliefde voor acts als Helmet en Queens of the Stone Age duidelijk hoorbaar is. Sommige hoekige, gortdroge gitaarriffs en complexe songstructuren hadden niet misstaan in het oeuvre van de genoemde voorbeelden. 
 
En daar zit het - enige - smetje op het optreden. De balans tussen inspiratie en kopieerkwaliteiten lijkt soms zoek, waardoor Tales een eigen smoel mist. Wanneer een oudje van Queens of the Stone Age ook nog eens als cover voorbij komt wordt dit gevoel alleen maar meer bevestigd. Potentie is er zeker, het viertal speelt strak en beschikt met Matthijs van Beek over een frontman met een uitstekend klinkende strot. Wanneer we originaliteit buiten beschouwing houden is Tales een zeer talentvolle band die vanavond een paar flinke muzikale uppercuts weet uit te delen met nummers als ‘Speed Up Rewind’, ‘Matter’ en het heftig beukende ‘Better Friends’. (PK)
 

Goodnight Moonlight

Het Rotterdamse Goodnight Moonlight is het project van zanger/gitarist Jasper Boogaard. In juni bracht hij zijn vierde EP ‘Mountain Boy’ uit, die vol staat met zonnige indiepop zoals we die kennen van Mac deMarco en Real Estate. Na het uitkomen van de EP werd zijn muziek al snel opgepikt door muziekblogs en hij speelde deze zomer onder meer op Motel Mozaique en Metropolis. Niet de minste festivals voor een eerste tour en een mooie aanloop naar de Popronde.

Op het podium wordt Jasper vergezeld door een extra gitarist en iemand die voor de beats en synths zorgt. Hoewel het gebruik van de drumcomputer de slaapkameropnames van Goodnight Moonlight iets extra’s geeft, klinken de eerste nummers in het Stroomhuis nogal kaal. Het spelplezier van de bandleden spat er aanvankelijk ook niet bepaald vanaf, wat zorgt voor een stroeve start. Gaandeweg het optreden vindt de band toch zijn draai op het podium en de nummers krijgen ook steeds meer dynamiek. Vooral de achtergrondvocalen en synths van de beatmaakster geven de galmende muziek extra lading. De pakkende gitaarloopjes en dansbare ritmes maken het voor het publiek onmogelijk om niet mee te bewegen. Dankzij een aantal sterke liedjes geeft de band een prima optreden dat terug doet verlangen naar de zomer. (RP)

Friars

Oh, daar is er weer een, zo’n copycat. Friars klinken als een rommelige Libertines met wat indie en postpunk-invloeden. Op alle fronten: zang, drums, maar vooral het gitaarspel. Nou hebben The Libertines wel honderden bands geïnspireerd met hun Britrock, met genoeg succesvolle voorbeelden, maar als de liedjes niet zo sterk zijn is een ‘me too’ al snel geneigd te mislukken. Friars staan echter nog helemaal aan het begin van hun carrièretijdlijn (ze hebben enkel nog een eerste demo uit) en hebben nog alle tijd om daar aan te schaven. Leuke ingrediënten genoeg: vier jonge gasten met de juiste looks (spijkergiletje incluis, haast voorgeschreven als bandlid in dit genre) die ook nog eens aardig kunnen spelen. Het gitaarspel eist dus de meeste aandacht op. Alle melodieën worden een octaaf hoger gespeeld zodat er van dat hoog pitchende, frivole gitaarspel uit de versterkers komt. Niet verrassend dus dat de sterkste hooks hier ook vandaan komen.

In ‘Chemistry’ neemt de catchy zanglijn het over en wordt er voor het eerst echt een zaadje in het geheugen geplant. Een echt goede song zit er daarna niet meer tussen, maar die ballad heeft wel de nodige potentie zeg, al moet dan wel nog flink geoefend worden op die uithalen. “Dat was vals he?”, vraagt een van de bandleden retorisch na afloop. Dat soort zelfspot staat de band goed. De clichématige teksten wat minder. Ze deren overigens niet echt, want het merendeel van de teksten is onverstaanbaar, zoals dat hoort in dit genre. Het is aanvankelijk druk bij het optreden van Friars, maar de kritiekpuntjes zorgen ervoor dat een groot deel van het publiek overstapt naar de moordende concurrentie. Het is nu primetime op deze Popronde-avond en het lukt Friars niet om het bij aanvang in groten getale aanwezige publiek vast te houden. De meisjes vooraan blijven echter stokstijf op hun plek staan, met alleen maar oog voor de band. Zij zien pas na het optreden dat hun geliefde band de Altstadt voor meer dan de helft heeft leeg gespeeld. (PM)
 

Santa Fé

Het is krap op het kleine podium van het Stroomhuis. Santa Fé bestaat uit maar liefst zes bandleden en het past allemaal maar net. Voor een garagerock band lijkt dit wat veel, maar juist deze grote bezetting geeft Santa Fé een verfrissend geluid. Binnen een genre waar originaliteit vaak ver te zoeken is, onderscheidt Santa Fé zich met fijne koortjes en een mengsel van psychedelische klanken en 90’s indierock. De band bestaat al enkele jaren maar is pas sinds dit jaar echt actief. Zo waren de Groningers een van de smaakmakers tijdens het Still in The Saddle feest op Noorderslag en brachten ze dit voorjaar de EP ‘Maneki Neko’ uit.
 
Santa Fé komt live in het Stroomhuis een stuk rauwer en harder over dan op plaat. Door de matige geluidsmix overheersen de gitaren, terwijl het gebruik van tamboerijnen en toetsen hun muziek onderscheidend maakt. Dat doet echter niet af aan de goede podiumpresentatie van het zestal. Opzwepende nummers in de stijl van Thee Oh Sees worden afgewisseld met langzamere ritmes en poppy melodieën. De set is goed in balans en de psychedelische garagerock verveelt nooit. Blikvangers van Santa Fé zijn de achtergrondzanger en -zangeres, die zich een tennisarm slaan met hun tamboerijnen. Samen met de frontman vormen ze bovendien een perfect koor. De band levert een goed visitekaartje af. Hopelijk komen ze vanuit het hoge Noorden weer snel terug naar Eindhoven. (RP)
 

icky Pack

Sleazy blues- en garagerock staat er in het programmaboekje van Popronde, en wat een gelijk hebben ze. Jorn Overwijk, de zanger, gitarist en oprichter van Icky Pack laat niet alleen de smerigste klanken uit zijn gitaar komen; zijn vette haar, wijd openhangende overhemd en leren broek maken het totaalplaatje fraai af. Overwijk heeft de bezetting van zijn soloproject inmiddels verdubbeld; Jelmer Terwal zorgt voor livedrums, waar op plaat een drumcomputer hoorbaar is. De pompende, rudimentaire blues doet hier en daar denken aan dat eveneens vettig klinkend duo uit België: The Blackbox Revelation. Het optreden blijft boeien, mede door theatrale rockposes en de gitaartrukendoos die de opvallende frontman regelmatig openzet. Door al het drum- en gitaargeweld klinken een aantal zeer pakkende nummers, met ‘Liar’s Love’ en de vinnige afsluiter ‘Blaque Fever + Heartache’ als uitschieters. Een cover van Morphine past prima in de stomende set, al lijkt het merendeel van het publiek het nummer van deze cultband niet te herkennen.

Zelfs wanneer de techniek hen soms in de steek laat, spelen de heren onverstoorbaar en vol pit door. En ach, technische problemen, het hoort bij Popronde, een festival waar Icky Pack nog veel te zien zal zijn in de komende weken: Zeventien keer werd de band geboekt. Met zoveel boekingen mogen de verwachtingen best hoog zijn. Gelukkig worden deze vanavond vol overtuiging ingelost. Icky Pack is een band die live indruk maakt, ook zonder paaldanseressen, goochelaars en een cross-dresser, die er naar verluid bij de EP-presentatie aan te pas kwamen. (PK)

LAKSHMI

Achterin Het Tuchthuis mag LAKSHMI, de band van zangeres Lakshmi Swami Persaud proberen het aanwezige publiek te overtuigen. Lakshmi was iets te alternatief om hoge ogen te gooien bij De Beste Singer-Songerwriter van Nederland, maar studeerde ‘gewoon’ af aan de Herman Brood Academie en stond vorig jaar in de finale van de Grote Prijs van Nederland. Het grootste, en eigenlijk enige wapen van LAKSHMI is haar stem. Die gebruikt ze om dromerige melodieën over kale electronica uit te spreiden. Een beetje Lorde, maar dan helaas zonder de ijzersterke songs van het Nieuw-Zeelandse wonderkind. Misschien zijn de zanglijnen iets te vaag om echt te beklijven, maar het is vanavond vrij lastig om geboeid te blijven door de kunsten van het trio. De stem van Persaud zou de muziek moeten dragen, maar komt onvoldoende uit de verf bij de overdaad aan electronische trucs.

Ook in ‘Tainted Love’, de klassieker van Soft Cell, weet LAKSHMI maar half te overtuigen. Het is goed te horen dat de band over goede ideeën en veel talent beschikt maar vanavond komt dat maar deels tot uiting. “We creëren hier een soort huiskamer gevoel”, zegt Persaud halverwege de set. In het Tuchthuis is dat een woonkamer die niet echt gezellig is ingericht en waarin de verwarming niet aanstaat. Op 17 oktober komt LAKSHMI terug naar Eindhoven, een uitgelezen kans voor muzikale revanche. (TP)

The Homesick

En hop, van de Altstadt weer naar het Stroomhuis. Er worden wat kilometers afgelegd waardoor, net als bij Stukafest, een fiets geen overbodige luxe is. Doordat bij de Altstadt alles wat is uitgelopen, wordt bij Stroomhuis wat later binnengevallen dan gepland. The Homesick zijn dan al begonnen. En wat valt het dan op dat de sfeer zo anders is. Het publiek telt misschien een vijfde van de grotere Popronde-kroegen van Stratum, maar het is hier gezellig! The Homesick krijgen met hun sleazy onverschilligheid, muzikaal verpakt in een zelfbenoemd (goed gevonden!) dreampunk-jasje het handjevol mensen aan het dansen. De sfeer is goed, heerlijk ongedwongen zoals eigenlijk altijd wel bij optredens hier. Het gitaarspel is even psychedelisch als het gemiddelde artwork van de band met daaroverheen flarden tekst gedrapeerd door de zanger. Het zijn altijd korte zinnetjes bestaand uit basisschool Engels. Ook de woorden richting publiek kennen geen dubbelzinnigheid, wel genoeg satire: “Het volgende nummer is Boys dat je daar kan kopen, kopen, kopen.” En dan nog eens “kopen.”

De band neemt zichzelf graag op de hak en de jongen in Dokkum over wie ‘Boys’ gaat eveneens. Het surfpop-nummer (de vergelijking met Crystal Stilts wordt hardop gemaakt in het Stroomhuis) verhaalt over een jongen in Dokkum, hun thuishaven, die eens een fiets naar de band gooide terwijl die op het podium stond te spelen. Het is een kort, maar krachtig nummer. Tja, zo lang kan die anekdote nou ook weer niet verhaald worden in een liedje natuurlijk. Al is dat in de studioversie wel gelukt, dan duurt het nummer wel twee keer zo lang. In de volgende nummers zijn de drums militant, slaakt de zanger kreten – en is het eigenlijk nauwelijks zang te noemen. En toch. En toch is het ontzettend muzikaal en bewegen de heupen van de wulpse dames vooraan er soepel op. Van wat The Homesick zingt is geen woord te verstaan, maar alles wordt wel urgent gebracht waarbij het telkens lijkt of de gitarist de microfoon helemaal in zijn mond probeert te stoppen. Allemaal geheel in stijl van Thee Oh Sees. Het slotwoord van de band wordt ingesproken en opgenomen met een looping station; het is het dankwoord dat maar herhaald blijft worden (dat is dan ook wat looping stations doen) door het Stroomhuis terwijl de band het podium afklimt. Origineel slotstuk van een voorafgaand spektakelstuk. Zowel publiek als band zijn de favoriet van de avond. (PM)  

A Polaroid View

Al ver voor aanvang van het opreden van A Polaroid View is het opvallend druk in de Altstadt. Sinds de alternatieve popband in 2012 gebombardeerd werd tot 3FM Serious Talent is de populariteit van A Polaroid View zichtbaar toegenomen. Onlangs kwam hun tweede plaat ‘Zilch’ uit en de Amsterdammers hebben een behoorlijk aantal Popronde boekingen op de agenda staan.

In de Altstadt laat A Polaroid View - mede door technische problemen eerder op de avond - erg lang op zich wachten. De band heeft dan ook iets goed te maken en gaat meteen knallend van start met nieuwe single ‘Away From Here’. De energie spat van de band af en het belooft een feestje te worden. Helaas is dit maar van korte duur en al snel slaat de verveling bij het publiek toe. De muziek heeft nou eenmaal te weinig om het lijf om de aandacht vast te houden. Ieder nummer klinkt alsof je het al een keer eerder gehoord hebt en mist een eigen smoel. Aan het enthousiasme van de band ligt het in ieder geval niet. De frontman zoekt de interactie op en doet een oproep om te dansen. Helaas wordt hier door het publiek geen gehoor aan gegeven. A Polaroid View heeft talent en speelt strak, maar moet toch echt met betere liedjes komen om een blijvende indruk te maken. (RP) 

The Brahms

Het is niet voor niks dat The Brahms een indrukwekkende lijst aan Popronde shows voor de boeg hebben. De laatste maanden was hun single ‘Golden’ niet van de radio af te slaan en het viertal speelde onlangs in DWDD. The Brahms staan als laatste op het programma in de Altstadt en het is ver na middernacht wanneer de band aantreedt. Hoewel de bezoekers al een lange avond achter de rug hebben is het nog steeds gezellig druk en de stemming is opperbest. Ideale omstandigheden voor The Brahms om het OOR podium waardig af te sluiten.

Al bij het eerste nummer is duidelijk waar The Brahms zijn inspiratie vandaan haalt. Net als veel andere bands op deze avond ligt de nadruk op dansbare ritmes en een exotisch gitaargeluid. Vampire Weekend en Paul Simon zijn dan ook nooit ver weg in de muziek van The Brahms. Niet bijster origineel, maar de band heeft genoeg kwaliteiten in huis om er een eigen draai aan te geven. De luchtige nummers worden live met veel energie gespeeld en houden het publiek bij de les. Aan zelfvertrouwen hebben The Brahms geen gebrek en ze spelen een uitgekiende set. De oud-studenten van de Herman Brood Academie weten precies wat ze doen en werken gestaag naar een climax. Briljante zet tegen het einde van de show is een cover van Major Lazer’s megahit ‘Lean On’. Dit vormt een mooie opmaat naar de hit ‘Golden’, die tot het laatste bewaard wordt. De voetjes gaan van de vloer en het publiek zingt het refrein luidkeels mee. The Brahms zijn met een energieke en afwisselende show een terechte afsluiter in de Altstadt. Grote kans dat we ze volgend jaar op veel zomerfestivals gaan tegenkomen. (RP)