Vieze woorden als ‘gemoedelijk’ en ‘een festival voor liefhebbers’ liggen op het puntje van de tong. Een aantal hoofdingrediënten: een internationaal publiek, goed voedsel en een overdaad aan mannen op het podium (dit wordt later op de avond enigszins gecompenseerd). Verder is er, geheel Eindhovens, sprake van een heus VJ walhalla en vrijwel evenveel projectoren als optredens. Het psychologische laboratoriumthema is tot in de puntjes uitgevoerd, het barpersoneel loopt zelfs rond in cleanroom outfits. Uiteindelijk draait het natuurlijk om de muziek, en die was gelukkig ook niet mis. De bands zetten de aanwezigen aan het shoegazen of lieten hen – het is maar waar je voorkeur ligt – naar het plafond staren. Dan kwam er weer eentje voorbij waarop je keihard uit je plaat kon gaan of autistisch op heen en weer kon wiegen. Het is dan ook prettig om te vernemen dat er op zo’n specifiek genrefestival voldoende variatie te vinden was.
Alpha Whale
Het geluid van het Vlaamse Alpha Whale doet door de vele rollende surfrock gitaar- en drumpartijen Quentin Tarantino-achtig aan. Qua zang is er sprake van veel ‘oehoe’ waar vervolgens een lage stem doorheen stuwt. In dit geval wordt de muziek vergezeld door projecties van sumoworstelaar-Romeinen en vrouwelijke Jezusvolgelingen in sixties outfits. Een andere aankleding van het optreden wordt verzorgd door de flauwe humor van de band. Zo zou je voor 5 euro extra een door de band bezweet T-shirt kunnen kopen bij de merchandisekraam. Ook ontstaat er een waterflesjesgevecht en wordt een mislukte start van een nummer gevolgd door een verontschuldigend: “Sorry recensenten, dat was een foutje.” Halverwege de set volgt een emotioneel nummer, aldus de band, maar dit had net zo goed ‘het vrolijke broertje van’ kunnen zijn, zo dansbaar is het. Door de aanwezige ska-elementen doet Alpha Whale overigens denken aan Doe Maar minus Henny Vrienten. Het gebrek aan een setlist resulteert in live overleg, waardoor het optreden nogal rommelig maar gelukkig ook vrolijk en menselijk overkomt.