Body Count zet Effenaar in lichterlaaie

Cross-over van Amerikaanse band nog altijd recept voor goed feestje

Tekst: Guido Segers / Fotografie: Brendy Wijdeven ,

In een ver verleden stond Ice-T al eens op het podium in Eindhoven. Een groot deel van het publiek vandaag kan zich dat waarschijnlijk nog wel herinneren. Met het nieuwe album ‘Manslaughter’ is de band weer terug op stoom na een korte break een paar jaar terug. Pinkpop staat vrijdag op het programma, een dag eerder is de band in Eindhoven voor een uitverkochte clubshow. Dat het volkomen terecht is dat er al maanden geen kaartje meer voor het optreden te krijgen is, zal blijken.

Powerstroke

Opwarmer is de Belgische band Powerstroke. Deze jongens zijn hard aan de weg aan het timmeren en openen deze dagen voor Body Count en Suicidal Tendencies. Op het podium voelt de band een beetje gemaakt. De combinatie van een gangsterimago en Celtic Frost-shirtjes voelt wat onnatuurlijk. Misschien een bewuste keuze om zich wat meer te schikken naar de hoofdact? De band speelt een strakke set; op de performance is weinig aan te merken. Ronkende metalcore met thrash-invloeden en een hele scheut groove wordt met energie geproduceerd door de mannen. Echt spannend is het niet, wat een groot deel van het publiek als reden heeft genomen om lekker in de zon te blijven zitten. Als je ervoor kiest om bij elke heupstoot van de zanger een slok bier te drinken, dan heb je aardig wat op tegen het einde van de set. 
 

Body Count

Na het voorprogramma stroomt de zaal vol. Het publiek wat op Body Count afkomt bestaat vooral uit mensen die de band al jarenlang volgen. Een tweetal dames heeft zelfs stoeltjes meegenomen en zat al sinds de opening voor het podium geparkeerd. Dat zegt toch wel iets over de naam en faam van een band. Van de originele Body Count line-up zijn maar liefst drie leden overleden inmiddels (waarvan alleen Lloyd ‘ Mooseman’ Roberts in een schietpartij, waar hij bovendien niet bij betrokken was). Dat geeft zo’n band ook wel een bepaalde doorleefdheid, maar daar valt niets van te merken nadat het startsein gegeven is. 
 
De band komt op en zet de track ‘Body Count’s In The House’ in. De pulserende riffs zetten het publiek meteen in beweging. Als bandbaas Ice-T opkomt gaan de handjes ook in de lucht en wordt de tekst meegezongen. De energie van de band lijkt niet helemaal uit de verf te komen in het geluid, maar al snel blijkt dat dit een technisch probleem is. De speakers rechts van het podium werken niet, wat door de band opgemerkt wordt nadat een schare fans wild gebarend de aandacht weet te trekken. Tijdens ‘Voodoo’ knalt dan ineens de volle laag Body Count uit die speakers. Ze vallen tegen het einde nog een keer uit, maar met een ventilator op de stekkerkast is het probleem verholpen voor de rest van de show. Althans, voor iedereen behalve één rood aangelopen heer die ‘fuck you!’ blijft loeien richting Ice-T. Als ‘There Goes The Neighborhood’ goed en wel onderweg is, bedaart deze ook. 
 

Voor een frontman van 57 jaar houdt Ice-T het goed vol, net als de rest van zijn band. Zijn zoon is er ook bij, laat hij weten op één van de momenten dat er adem gehapt moet worden. Deze momenten gebruikt Tracy Lauren Marrow, zoals zijn echte naam is, vooral om verhalen te vertellen. Zo introduceert hij het nummer ‘Manslaughter’ als een track die gaat over mannen die niet meer mannelijk zijn. Dat wordt verder uitgelegd, het gaat vooral om het ergens voor staan. Complexe muziek is het niet, maar het dikke geluid en de groove van Ernie C’s gitaarspel maakt er een live feest van. Voor het podium gaat het dan ook flink los. Ice-T zelf is niet zo heel beweeglijk, maar de man heeft zo’n aura waarbij zijn aanwezigheid genoeg is. 

 De set leunt zwaar op de klassiekers, zoals ‘Body Count’, het altijd lollige ‘KKK Bitch’, opgedragen aan de dames en natuurlijk ‘Cop Killer’. Dat zijn ook de tracks waarop de band de meeste respons krijgt. Het publiek gaat compleet uit zijn dak bij deze songs. Bij elke song eigenlijk wel trouwens, de cross-over-klanken van de Amerikanen zijn eigenlijk ook niet om op stil te staan. Na de laatste track van de reguliere setlist verlaat de band het podium. Natuurlijk komen ze terug, maar het is een mooi moment voor de verhitte Effenaar om een drankje te halen. Voor degenen die het zich afvroegen (de vraag was meermaals in het publiek te horen), Ice-T had zijn voluptueuze vrouw Coco niet thuisgelaten, maar wel uit het zicht in de coulissen verborgen. Hopende op uw begrip hiervoor.

Behalve ‘Born Dead’, de klassieker die de band vervolgens speelt bij terugkomst, is de encore wat chaotisch. Na iedereen mee te laten brullen op het ram en beukwerk van ‘Born Dead’ wordt er een halfslachtige poging tot ‘Institutionalized’ gedaan, de cover van Suicidal Tendencies van de laatste plaat. Helaas laat Mike Muir zijn gezicht niet even zien, hoewel die band de dag na het optreden van Body Count Eindhoven aan doet. Daarna begint Ice-T te spreken. Een vurig pleidooi over racisme en hoe dat de ergste vijand is van de mensheid. Hij zegt ook lieve dingen over het publiek gelukkig. Dan zet de band om de woorden kracht bij te zetten het nummer ‘Momma’s Gotta Die Tonight’ in, een furieuze uiting van frustratie over dat zelfde onderwerp. Het nummer blijft maar gaan, maar het einde betekent het slot van de avond.
 
De band is niet zomaar weg en gaat vrolijk de handjes schudden van fans aan de rand van het podium. Ook Ice-T natuurlijk, die ondanks al die ervaring, faam en roem toch zichtbaar geniet van een volle zaal die hij volledig uit zijn dak heeft laten gaan.
 
Gezien: Body Count + Powerstroke, op 11 juni 2015, in de Effenaar.