Speedfest 9 in Klokgebouw: stevige trip down memory lane

Festivalverslag met recensies over shows van Wolfskop, The Shrine, Napalm Death, Madball, Peter Pan Speedrock, Turbonegro en heel veel meer

Tekst: Ateke Willemse, Roy Verhaegh, Guido Segers / Fotografie: Paul Verhagen ,

Voor de negende keer alweer organiseerde Peter Pan Speedrock Speedfest, het grootse rockfestival in het Klokgebouw. Over het festival zelf is afgelopen decennium alles wel gezegd. Dus het gangbare intro skippen we. Voor sommige mensen is dit festival een ware trip down memory lane, anderen zijn echter altijd in de metal/punk/psychobilly/rockabilly-fase blijven hangen. Beide groepen ontmoeten elkaar op een dag als Speedfest in het Klokgebouw. 3voor12/Eindhoven was er - uiteraard kunnen we inmiddels wel zeggen - ook weer bij en deed uitgebreid verslag. Zoek snel je favoriete band op om te lezen hoe die het er van af bracht of scroll tot in het oneindige.

Death Alley

De deuren zijn open en de bezoekers stromen binnen om de Amsterdamse opener in actie te zien. De mannen van Death Alley deelden het podium eerder met The Shrine en zo ook vandaag. De vuige kruisbestuiving met enkel rock-’n-roll in de aderen weten meteen de toon te zetten voor het festival.
 
Ergens tussen het protopunk geluid van MC5 en de gitaar-bravado van AC/DC ligt de oorsprong van het rauwe rockgeluid. Enthousiast gaat de band vol gas door de set heen op de Demolition Stage. Het publiek laat de bewondering op dit moment nog vooral met een knikkend hoofd of een geheven glas blijken. Het is nog vroeg, maar het vingervlugge gitaarspel en de ronkende bas maken het moeilijk om niet mee te gaan met de band.
 
Het viertal laat zich echter niet afremmen door het vroege tijdstip en laat de gitaren lekker gillen. Het mag duidelijk zijn dat deze jongens het half uur dat hen gegeven is helemaal ten volle willen gebruiken. Het bezorgt Speedfest vandaag een vliegende start met hun ruige, ongeremde geluid, dat de vorm aanneemt van sonische koffie. Speedfest is los! (GS)
 

Wolfskop

Ieder jaar is het weer aan een nieuwe opkomende Nederlandse band om de Wrecker Stage te openen. Vorig jaar deed Komatsu dat met een zeer speciaal feestje, vandaag is die eer aan de nieuwe Eindhovense band Wolfskop. Onlangs braken ze nog de clubavond van 3voor12/Eindhoven zorgvuldig af en nu er op Speedfest een paar tandjes bijgezet mogen worden, maken ze hier ook optimaal gebruik van. De muziek is het beste te zien als een mix van Queens Of The Stone Age en Foo Fighters, waar een stevige bite aan toegevoegd is. Er gaat veel dreiging van uit en er wordt goed opgebouwd, waarbij de muziek meer dan geregeld uit de band springt.
 
Iedere bezoeker die binnenkomt wordt verwelkomt met een warme en flinke muur aan gitaarmuziek, waarbij alle vier de mannen goed op elkaar zijn ingespeeld. Ze zijn allen in hetzelfde pak gestoken en bespelen allen met dezelfde passie hun instrument. Stilstaan is geen optie en zodoende springen ze flink mee op hun stampende riffs en strakke drums. Er gaat een zekere harmonie van uit en ook allen hebben ze in iets in te brengen in de zanglijnen. “Niet lullen, maar spelen” is het motto, waarbij er wel even een klein momentje wordt genomen om T-Shirts en EP’s het publiek in te gooien.
 

Wolfskop is zo’n band die in een live-setting nóg veel beter klinkt dan op cd. In een half uur laten ze hun dit jaar uitgebrachte EP horen, waarbij vooral nummers als ‘The Karma’ en afsluiter ‘The Masterplan’ er goed in gaan. De band is een solide en geoliede rockmachine en heeft gegarandeerd nog heel veel te bieden voor de toekomst. (RV) 

Herder

...is harder! De Friezen spelen een mix van doom en hardcore die niet voor iedereen weggelegd is. Toch is het geen heel vreemde naam op het affiche; de band weet namelijk een show neer te zetten die getuigt van grenzeloze energie. Daarnaast heeft frontman Ché duidelijk het doel om te vermaken en op te zwepen.
 
Het donkere geluid van de band is live hectisch en vol vuur, waar ze op plaat log en traag klinkt. Toch zitten de atmosfeer en de loodzware riffs er nog altijd in en worden de liefhebbers van een fijn stuk sludge getrakteerd op een wervelende performance. Gitaren janken terwijl de zanger op en neer stuitert op de bak geluid die geproduceerd wordt.
 

Groovend, stompend en snuivend lijkt de machine die Herder is niet te stoppen. Zelfs de meest weerbarstige Friezenhater kan de band niet meer weerstaan wanneer het publiek weer eens bedankt wordt voor de komst en de volgende loodzware riff ingezet wordt. Herder wordt met zijn krachtige sound en overtuigende performance als één van de betere bands van de zwaardere stijlen gezien binnen Nederland en dat blijkt vandaag maar weer eens helemaal terecht. (GS)   

Coliseum

Bands als Coliseum komen het best tot hun recht in kleine zaaltjes, waar de geur van zweet en verschaald bier deel uitmaken van de sfeer. Dat is goed merkbaar bij het trio, dat op het Wrecker Stage even de draai moeten vinden. De sludgepunkers komen gelukkig vrij rap op stoom waarna de songs uit de speakers blijven knallen in een moordend tempo.
 
De zompige mix van stijlen die de band uit Kentucky ten gehore brengt, klinkt lekker smerig en hard. De performance is redelijk statisch, zeker in contrast met de complexe sound vol vette riffs. Het opzwepende geluid weet dan ook het publiek niet echt los te krijgen op deze middag, ondanks het harde werk van de band.
 

Het hardcore-geluid van Coliseum lijkt in de enorme hal niet helemaal tot zijn recht te komen, waardoor bezoekers al voortijdig afdruipen richting het thrasher stage of de eethal. Daar begint de sfeer wel gezellig te worden ondertussen. Coliseum speelt verdienstelijk een set van 40 minuten maar mist vandaag de echte overtuigingskracht. (GS) 

The Shrine

Hoe men het ook wendt of keert, het Klokgebouw blijft één grote galmbak en een band als The Shrine heeft daar wel wat moeite mee. De zonnige rock-’n-roll met psychedelische invloeden schalt door de zaal terwijl de mannen energiek met de gitaren zwaaien. Hoewel de muziek door de galm wat rommelig klinkt, zal het niet aan de podiumenergie liggen vandaag.
 
Het publiek is inmiddels aardig binnen gestroomd dus het staat goed vol voor de Demolition stage. De gitaren gieren en de drums zetten een lekker galopperend ritme neer, waar de hoofdjes op mee mogen knikken. Het gaat wat ver om het geluid te omschrijven als strak, maar het drietal klinkt dan ook alsof dat nou niet bepaald belangrijk is.
 

Volgens de Facebook-pagina van de band hebben de mannen bijna niet geslapen voor de show; wellicht is dat de reden voor de losse sfeer vandaag. De lekkere, vuige sound mag dan niet geheel tot zijn recht komen, The Shrine speelt vandaag precies zoals het op Speedfest hoort en scoort veel punten bij het publiek op het einde van de middag. (GS) 

And You Will Know Us by the Trail of Dead

Van alle bands die op Speedfest spelen is Trail of Dead een van de meest gelikte acts. Luttele seconden na aanvang van de show staat een vrouw met asymetrische coupe in trance te genieten van de geproduceerde rock, maar vermaakt ook een pre-bejaard stel (denk: cowboyhoed voor hem, glitterpailletjes voor haar) zich opperbest. Er wordt af en toe gezellig door drie bandleden gezongen en bassist Autry Fulbright II springt fanatiek in het rond. Deze man met afro zuigt overigens behoorlijk wat aandacht naar zich toe en legt – jammer genoeg – net iets te vroeg in de set zijn snaarinstrument in zijn nek. Nummers van de afgelopen 9 albums vliegen voorbij, voornamelijk gekenmerkt door langgerekte gitaarfrases die worden afgewisseld met explosive zang en drum. Verder lichtelijk zeldzaam op dit festival: de teksten zijn te verstaan. Zo vielen onder meer de nummers ‘Will You Smile Again for Me’, ‘Totally Natural’ en het maatschappijkritische ‘Worlds Apart’ (“Look, boys and girls, at BBC / see corpses, rapes and amputees/ What do you think now of the American dream?”) te herkennen.  

In de gelaatstrekken van de originele bandleden vallen de jongetjes van vroeger nog te herkennen. Ook is er nog genoeg jeugdige rebelsheid te bespeuren. De band mag dan twintig jaar bestaan, fel opgestoken middelvingers door gitarist (later tevens drummer) Jason Reece doen het nog steeds goed. Bij vlagen heeft dit optreden echter iets weg van dat van een boyband. Alle dames lijken vanuit de krochten van het Klokgebouw naar dit optreden te zijn gekomen en de muziek is voor Speedfesttermen toegankelijk te noemen. De nummers zwellen verder ontzettend lekker aan en wanneer zanger Conrad Keely met gesloten ogen de liefde bedrijft met zijn besnaarde vriendinnetje zwichten mijn knikkende vrouwenknietjes een heel klein beetje. (AW)   

Suicidal Angels

Stel, je bent een Belgische metalband genaamd Diablo Blvd. en je krijgt het aanbod om met Machine Head mee op een Europese tour te gaan. Het spreekt dan voor zich dat je hiervoor alles laat vallen, je biezen pakt en maakt dat je met je tourbus achter deze karavaan aan gaat. Zodoende komt dan ook helaas Speedfest te vervallen, maar Speedfest zou Speedfest niet zijn als ze hier dan heel snel een andere act voor in de plaats zetten. Metalformatie Suicidal Angels verruilt het warme Griekenland voor ons koude kikkerlandje en moet veel moeite doen om de schoenen van Alex Angew en Co. te vullen.
 

Daar waar Diablo Blvd. zich tegenwoordig een gevestigde naam mag noemen, hebben deze suïcidale engelen nog een hoop werk te verzetten. Het is thrash metal in iedere clichématige zin van het woord. Mannen met lang haar en ontbloot bovenlijf gooien er op een hoog tempo riff na riff uit, voorzien van een solo hier en daar. Veel dingen zijn goed ‘op z’n Grieks’, maar de metal zoals Suicidal Angels die serveert, valt daar helaas niet onder. (RV) 

Slapshot

Speedfest heeft de laatste paar edities steeds meer te bieden in diverse genres. Logisch, want snelle muziek bevindt zich onder vele genres. Punk-hardcore is als genre misschien wel hofleverancier. Vorig jaar was Hatebreed zelfs headliner, vanavond is dat Madball. Net zo nostalgisch, maar over het algemeen iets minder bekend is de formatie Slapshot. Wat zij doen doet erg veel denken aan Sick Of It All, met het voornaamste verschil dat ze rauwer en daardoor krachtiger zijn. Kortom, Slapshot levert een flinke mokerslag aan ouderwetse hardcore zoals die bedoeld is.
 

Voor de één kan de set daardoor eentonig klinken, maar voor het merendeel hier aanwezig zal de set vooral consistent klinken. In hoog tempo worden de nummers op het publiek afgevuurd. Het is indrukwekkend om te zien hoe de mannen in vijftig minuten geen steekje laten vallen en in de tussentijd ook openlijk genieten van de show. Zo krijgt de frontman een Chocomel-muts toegeworpen, die hij vervolgens ook jolig genoeg even opzet. Al met al een sterke set waarbij Speedfest alvast goed opgewarmd wordt voor wat nog komen gaat. (RV) 

Banane Metalik

Banane Metalik is typisch zo’n band waarbij totaaltheater gemakkelijk de overhand kan nemen. Er valt ook nogal wat te bewonderen op het podium: onder meer twee lomp grote doodskisten annex altaren, legio kaarsen, een geraamte en afgescheurde onderarmen (mét festivalbandje natuurlijk) bevestigd aan de microfoonstandaarden. De grimeur in kwestie moet een topavond hebben gehad bij het bevestigen van bloedende breinen en halfvergane gebitten op de hoofden van de bandleden. Ook de lenzenspecialist heeft goede zaken gedaan. Kortom, er is sprake van een hoog halloweengehalte.
 
Hoe is de muziek? Om de aloude seksmetafoor maar eens uit de kast te trekken: een rockabillychick heeft een nacht met een metalhead in bed gelegen en het gescheurde condoom zat vol met punkerzaad. Et voilà: negen maanden later werd Banane Metalik geboren, een Franse Gore ’n Roll-baby. De zanger is een spring-in-‘t-veld die vrolijk (waarschijnlijk: hij had nogal een laag schminck op) over het podium heen kozakt. De nummers zijn swingend te noemen en de contrabas speelt immer de hoofdrol. Ondanks de uiterst flauwe songtekst, die wat weg heeft van de grafpoëzie van Murderdolls, is het aan de dames opgedragen nummer ‘Pussycat’ vervelend leuk.
 

Toch wekt dit optreden vooral een onbedwingbaar verlangen op om, thuis aangekomen, een B-film als ‘Zombeavers’ of herhalingen van ‘The Walking Dead’ op te zetten. De Tim Burton-achtige outro maakt dat verlangen niet minder. (AW)   

Doomriders

De naam Doomriders doet al redelijk vermoeden waartoe de band in staat is. Hun riffs zijn voornamelijk donker, vuig en zwaar, maar tegelijkertijd zijn ze er niet vies van om het tempo wat op te voeren. Denk hierbij aan de tijd toen Entombed een vleugje rock-’n-roll aan hun dosis metal toevoegde. Het is dan ook niet moeilijk om er een voorstelling bij te maken hoe deze band over Eindhoven heen walst. Muzikaal voornamelijk, want voor de show hoef je het niet per sé te doen.
 

Muzikaal gezien zit het wel snor, maar de aankleding en het showelement zijn heel sober. De vier leden van deze formatie zijn gekleed in hun dagelijkse kledij en tatoeages, met een ruige baard ter ondersteuning van deze attitude. Ze laten vooral de muziek spreken, want ook de interactie blijft minimaal. Zodoende dat hun instrumenten en het onderlinge spel ook nagenoeg goed op elkaar afgestemd zijn en er eigenlijk niks aan op te merken is. Verder wordt het niet heel spannend, maar daar vraagt de band ook niet om. (RV)  

Napalm Death

Als er vandaag op zijn minst toch één band is die de naam van de Demolition Stage waarmaakt, dan is het wel de Britse grindcore-formatie Napalm Death. Totaal onnavolgbaar in de muzikale chaos die ze over Eindhoven heen storten, maar een gevestigde naam in wat ze doen en zodoende gaat het er voor de vaste fans in als zoete koek. Daarnaast voldoet het aan de voornaamste voorwaarden als act op Speedfest: het is kort, genadeloos krachtig en snel. De line-up is sinds 2004 eindelijk stabiel, waardoor er ook een positieve energie tussen de bandleden voelbaar is.
 
Voor eenieder die niet zo bekend is met de muziek, is het moeilijk om daar een rode draad in te bespeuren. Ze zijn ook de vreemde eend in het programma, waarmee ze de definitie van “speed” in Speedfest flink oprekken. Gelukkig zijn de nummers veelal kort en krachtig, met een grote mix van het eerste album ‘Scum’ uit 1987 tot aan het meest recente ‘Utilitarian’ uit 2012. Ook de Dead Kennedys cover van ‘Nazi Punks Fuck Off’ komt voorbij. Daarnaast heeft de schreeuwende en brullende frontman een vermakelijk Brits accent, wat het geheel toch luchtig houdt.
 

Je zou zeggen dat een echte snelheidsmaniak geen limiet kent, maar Napalm Death was dan misschien toch net iets te veel van het goede voor Speedfest. Het is een show die het beste te omschrijven is als een plezier voor de fans, solide doch chaotisch in ieder aspect, maar nieuwe zieltjes zullen ze hier niet gewonnen hebben. (RV)  

Midnight

Dus hier hebben alle metalfans zich verstopt? Natuurlijk, er spelen immers drie mannen uitgedost in stoffen zwarte maskers met puntmuts dit geliefde genre. Er wordt flink doorgejakkerd wat betreft het spelen van de nummers en de verbroedering onder het stoere publiek is aandoenlijk. Woorden als ‘satan’ en ‘hel’ vliegen je regelmatig om de oren, evenals de weelderige haardossen van omstanders.
 

Goed, de knuistjes worden gebald de lucht in gehouden en de eerste crowdsurfer komt voorbij gesurft. Op de vraag wie er een vagina tussen de benen heeft zitten wordt minder fanatiek gereageerd dan de band wellicht hoopte, maar je kunt niet alles hebben. Speciaal voor het laatste nummer maakt de gitarist een altaar van de versterkers en tot slot worden er ook nog wat gitaarsnaren geofferd aan het publiek. Dit mag episch heten. (AW)
 

Peter Pan Speedrock

Uiteraard mogen de grote organisatoren van dit festijn vanavond ook weer hun ding doen. Een ding dat al bijna 20 jaar hetzelfde is, maar echter niet altijd een garantie hoeft te zijn voor een goede show, zoals dat vorig jaar wel bleek. Toen moesten ze het zonder Dikke Dennis doen en hadden ze een hoop nieuwe muziek, waar nog geen teksten bij geschreven waren. Die nieuwe muziek hebben ze dit jaar losgelaten op de wereld met de plaat ‘Buckle Up And Shove It!’. Het drietal is dit jaar weer helemaal in hun ouderwetse topvorm, een gegeven dat al gauw blijkt met de eerste nummers ‘Crank Up The Everything’, ‘Evil Sweet Thing’ en ‘Go Satan Go’.

Deze editie hebben ze Bob Wayne meegebracht om de intro van Hank Williams III’s ‘Cecil Brown’ live ten gehore te brengen. Het geeft de show meteen al een vibe dat het helemaal snor zit vandaag. Dat blijkt, want de mannen hebben er zin in en gaan niet weg voordat ze je met huid en oor verslinden met nieuwe nummers als ‘Get You High’ en ‘Murdertruck’. Ook Dikke Dennis is weer van de partij, zij het niet met ‘Schoppenaas’, dan wel met zijn eigen tietenlied ‘Megasdetitas’. Het is een verademing om Peter Pan Speedrock weer eens in topvorm te zien na de experimentele tegenvaller van vorig jaar. (RV)

The Fuzztones

Als de eerste snaren door The Fuzztones worden aangeslagen, lijkt het erop dat de band flinke concurrentie heeft van Peter Pan Speedrock. De Amerikaanse zanger Rudi Protrudi, een matige kruising tussen Alice Cooper en Iggy Pop, deert het niets. Hij loert bij tijd en wijle gemaakt bezeten de zaal in terwijl hij met zijn belegen garagerockband wat riedeltjes speelt. De band staat aan de vooravond van een 35-jarig jubileum en dat is geen voordeel. De print van de blouse van de bassist is mogelijk fascinerender dan de muziek en de songteksten zijn weinig inspirerend.  

Halverwege het optreden wordt het drukker in de zaal en de aanwezige kuifhoofdjes hebben het overduidelijk naar hun zin. De vraag rest echter of dit aan de band ligt of aan het gemiddelde alcoholpercentage in het systeem van de toeschouwers. Er komen oude hits uit ’98 voorbij en er wordt een enkel grapje gemaakt: “Er staan nog maar 376 versies van dit nummer online, dus pak jullie filmcamera erbij.” Wanneer het tijd is voor Madball sijpelt de massa jammerlijk weg. Typisch geval van tijdvulling lijkt me dus. Of heb ik, zoals een Speedfestgenoot me zei, gewoon te weinig pommade in mijn haar om deze band te waarderen? (AW)

Madball

Zo, het overgewicht in het publiek en op het podium nemen letterlijk en figuurlijk toe. Na een spectaculair bazenintro stapt de iconische hardcoreband uit New York City het podium op, een banner met de kenmerkende boosaardige honkbal straalt op de achtergrond. Hardcoreclichés worden hier trouw afgevinkt. Zanger Freddy Cricien – de enige constante factor in de band sinds 1988 – maakt van dit optreden een ware workout. In een typerend korte sportbroekje pakt hij uit met een scala aan hoge sprongen met ingetrokken benen. Vooraan in het publiek ontstaat een mooie moshpit en oergevoelens worden geroerd. 
 
Madball heeft net een nieuwe plaat uitgebracht en dat zou te horen moeten zijn. Omdat de band echter al ruim 25 jaar hetzelfde kunstje opvoert, is dit niet het geval. Gelukkig is vernieuwing niet iets waar het publiek voor komt, dat wordt namelijk gelukkig van een loeihard optreden en door drumpartijen opgewekte hartkloppingen. Ik werd op mijn beurt gelukkig van het feit dat deze performance me middels een wormgat terugbracht naar Madballs optreden op Hofpop 2003 in Bergeijk, alwaar ik als puberaltomeisje hardhandig uit de pit werd geduwd. 
 
Voor de lieden die niet in de scene zijn blijven hangen is deze show dus vooral een melancholisch uitstapje naar het verleden. Voor trouwe fans is het precies waar ze naar hunkeren: hard(core). Iedereen blij, “Hardcore Lives”, en dan nu graag van je armen een windmolen maken! (AW)
 

Turbonegro

Vanaf de opening van de festivaldeuren vielen ze door het gehele Klokgebouw te bespeuren: de leden van de Turbojugend. Te herkennen aan blauwe spijkerjassen met daarop het logo van de band plus de al dan niet fictieve regio van herkomst (achterzijde) en een bij voorkeur ludieke ‘warrior name’ (voorkant). Alleen al aan deze Kiss Army – pardon, Turbojugend – valt een gehele recensie te wijden. Speedfest was in feite één grote verkleedpartij waar de helft van het publiek niet van op de hoogte was.

Doordat de merchandise een behoorlijk eigen leven is gaan leiden, zou je bijna vergeten dat Turbonegro ook daadwerkelijk muziek maakt. Het publiek is dronken dan wel moe en dus is dit een perfect moment voor deze jolige band om de boel af te sluiten. Dikke Dennis – inmiddels zwanger van een drieling – introduceert de mannen middels een bijna onverstaanbare schreeuw en waggelt weer van het podium af. Een neon leren pet, die vaag doet herinneren aan Village People, leukt de boel op en de Turbojugend kan eindelijk aan de slag. Door met bier te gooien bijvoorbeeld, en door tegen het einde van het optreden trots te verkondigen: “I got erection!” Andere voorbeelden van tekstuele parels zijn de zin “I’ve got a headache in my pants” en nummers getiteld “All my Friends Are Dead” en “Dude Without a Face” (opgedragen aan mannen die op vrouwen lijken en vice versa). Humor is alomtegenwoordig, evenals de trillende tattoobuik van de zanger. Best een lekker optreden, maar helaas niet genoeg om de eerder op de dag opgelopen rugpijn en spataderen te doen vergeten. Gelukkig is de fanbase trouw, heel trouw.

De laatste 10 minuten worden ingeleid door een luchtalarm, de zaal loopt preventief leeg of men eet – tot grote verbazing van de zanger – kalmpjes een puntzak frietjes met mayonaise. Na de vraag “Who wants to hear another 17 to 18 songs?” volgt een mash-up van kneiterhits van onder meer Status Quo (Whatever You Want), Metallica (Sad But True) en Dire Straits (Money For Nothing). De broeders en zusters uit steden als Tannheim, City of Venlo, Ursa Minor en Wanne-Eickel kunnen tevreden naar huis. (AW)
 

Gezien: Speedfest 9, op 22 november 2014, in het Klokgebouw.