Mozes and the Firstborn voor derde keer naar Amerika met debuutalbum

Band druk met tweede album, release in 2015

Patric Muris ,

Hoeveel bands kunnen dat zeggen, dat ze drie keer door de Verenigde Staten op tour zijn geweest met een debuutalbum? De Eindhovense band Mozes and the Firstborn kan het en behoort daarmee vermoedelijk tot een kleine selectie. De teller voor Europese tours staat zelfs nog een stuk hoger. Het lijkt wel of beide continenten voortdurend met elkaar worden afgewisseld in de tourschema’s: de jongens zijn nog maar net terug uit Duitsland waar ze op verschillende festivals hebben gestaan en kondigen alweer de volgende tour in Amerika aan. Is er nog wel tijd voor het opnemen van een nieuw album? 3voor12/Eindhoven vroeg het aan drummer Raven Aartsen.

De derde tour van Mozes and the Firstborn zal plaatsvinden in het najaar, in oktober en november. Er zijn maar liefst 25 shows aangekondigd die allemaal in één maand tijd plaatsvinden, tussen 14 oktober 2014 en 8 november 2014. Driemaal naar Amerika met een en hetzelfde debuutalbum; of het een band ooit eerder is overkomen, weet Aartsen ook niet: “Ik zou het niet durven zeggen, maar het is best wel bizar dat we zoveel in Amerika zijn geweest en nu weer gaan.”

Opnieuw een drukke agenda met veel shows dus, maar is er naast dat vele toeren nog wel tijd voor het uitbrengen van een nieuwe release?
“Ja, daar zijn we wel druk mee bezig, al zijn we nog lang niet zo ver dat we ook echt de studio in gaan. We hebben de afgelopen vijf maanden heel veel geschreven, op een veel lossere manier dan we gewend waren. Ik heb ook voor de eerste keer meegeschreven, echt vanaf de basis. Op die manier konden we heel snel schrijven zonder ons veel zorgen te maken of het wel goed genoeg zou zijn. We dachten ‘laten we alles op één stapel gooien en dan gaan we daarna pas echt filteren’, in plaats van onszelf al vanaf het begin te beperken. Het zijn zo veel nummers geworden en ik denk dat we een maand of twee, drie geleden voor het eerst met het hele team van band, manager en producer om de tafel zijn gaan zitten om alles door te lopen. We hebben toen een soort van priority list gemaakt van twintig nummers. Melle heeft toen van die nummers demo’s gemaakt, heel basic, om ideeën voor gitaarpartijen en invalshoeken voor de drums niet te vergeten.

We zijn nu van start gegaan met een akoestische demo, die we in een keer live als hele band inspelen. Als we die demo’s niet hadden gehad, hadden we ook niets om op terug te vallen. Ik denk dat het heel goed heeft uitgepakt dat iedereen in eerste instantie carte blanche kreeg en zelf zijn partijen in kon vullen. De gitaarpartijen van Ernst komen ook echt uit zijn vingers, hetzelfde geldt voor de baspartijen van Corto. Natuurlijk zijn er dan altijd nog, als je in een verder stadium komt, dingen waar je elkaar op gaat wijzen, maar ik denk dat we wel veel meer een band zijn geworden dan op de eerste plaat.”

Over de releasedatum van de opvolger van het debuutalbum durft de band nog geen concrete uitspraak te doen. Dit jaar zal het in ieder geval niet meer worden. Aartsen: “De release van de tweede plaat zal ergens begin of midden 2015 zijn. Het hangt natuurlijk ook van veel zaken af: wanneer wij zelf denken dat de plaat helemaal af is, maar wat ook om de hoek komt kijken is wat labels het beste moment van uitbrengen vinden. Vervolgens moeten onze boekers ook nog kijken of het dan een gunstige periode is om shows rondom de release heen te boeken. Van die drie dingen zal het gaan afhangen.”

Een nieuwe tour ver weg van de thuisbasis versnelt het proces niet bepaald, maar dergelijke kansen wil de band nooit laten liggen. Het album kan wel even wachten, vindt ook Aartsen: “We moeten gewoon hard blijven werken en veel tours doen tussendoor is alleen maar goed. Maar we zijn wel druk bezig met het tweede album: voordat we in oktober naar Amerika gaan willen we de blauwdruk ervan af hebben.”  

Voor de release van het debuutalbum heeft de band zo’n beetje alles, van financiering tot opname, zelf gedaan. Een label werd pas gezocht toen de titelloze plaat helemaal af was. Inmiddels wordt de band gesteund door drie labels: TopNotch in Nederland, Siluh Records in Oost-Europa en Burger Records in Amerika. Volgens Aartsen blijft het proces in dit beginstadium redelijk autonoom, maar daarna zoeken ze ook graag de hulp van anderen:
“Wat sowieso al anders is ten opzichte van de vorige keer is dat we dit keer in de studio gaan opnemen. We weten nog niet precies wat voor een studio. Het hangt er nog van af of we willen dat de plaat volledig live gaat klinken, daar zitten we wel aan te denken, maar het is ook wel interessant om zo’n plaat te maken waarbij er meer ruimte is voor overdubs. De vorige plaat bestond eigenlijk alleen maar uit overdubs. De mix zal uitbesteed worden aan iemand bij wie we echt een heel goed gevoel hebben, maar mocht dat niet gebeuren, dan is de kans groot dat we daar zelf weer veel bij betrokken zijn.”
 

Mozes and the Firstborn is een iets rustiger equivalent van together PANGEA waarmee de band, na een aantal keren samen toeren, dikke vrienden is geworden. In vergelijking met de Eindhovenaren is het verschil tussen studio en live bij together PANGEA een heel stuk kleiner. Dat vindt Aartsen zelf ook: “Zij zijn daarin wel een hele grote inspiratie. Het is heel vet om te zien hoe zij live spelen, hoe goed ze zijn en hoe ze dat over weten te brengen op plaat, maar tegelijkertijd merk ik ook wel dat wij een stuk minder hard zijn dan zij. We wilden in eerste instantie dat de tweede plaat meer live zou gaan klinken, maar we willen daarin ook niets forceren. Het lijkt me wel heel vet om dat gat tussen studio en live op onze tweede plaat te verkleinen. We merkten bij de eerste plaat ook dat je er tegenaan loopt dat sommige nummers niet een op een live gespeeld kunnen worden en dat is iets waar je wel stil bij moet staan; of je die lijn door wil trekken op de tweede plaat of niet.”

Of het tweede album vergelijkbaar gaat klinken met de voorganger, of juist heel anders, kan nog niet gezegd worden, omdat dat pas in een later stadium echt bepaald wordt. Toch kan Aartsen al wel iets loslaten: “Het album gaat sowieso anders klinken, omdat we nu naar de studio gaan. Daar werken mensen die er veel meer verstand van hebben dan wij. Ik denk dat de plaat behapbaarder gaat zijn, een stuk duidelijker. En ik denk dat de sound iets constanter gaat zijn. De partijen zullen vermoedelijk meer voor zich gaan spreken zonder dat er onder ieder nummer miljoenen strijkers liggen. Maar omdat we nu nog in het preproductie-proces zitten en nog veel brainstormen, wil ik daar niet te veel uitspraken over doen.”

Op de vorige plaat waren The Beatles en Nirvana, twee bands die zanger Melle Dielesen veel luisterde in de tijd van het schrijven van de nummers, als inspiratie te horen. Dat zorgde voor een contemplerend, soms zelfs neerslachtig geluid. Als wordt gevraagd naar mogelijke referenties voor het tweede album en de invloed daarvan op de sound, antwoordt Aartsen als volgt: “Ik denk dat we opnieuw een aantal zware nummers hebben, daar zijn we nu eenmaal gevoelig voor. Een bepaalde mineur in de oorsprong van een nummer, wil niet zeggen dat het live ook zo klinkt. Ik denk wel dat we juist ook iets meer uptemponummers hebben, omdat we na het vele live spelen nu bij het schrijven al vaker denken dat iets heel vet kan zijn als je dat op het podium doet.” 

Hoe de tweede van Mozes and the Firstborn gaat klinken, zal volgend jaar duidelijk worden, eerst is daar nog die derde Amerikaanse tour. Je zou denken dat de band inmiddels alles al wel zo’n beetje gezien heeft na de twee vorige tours die behoorlijk uitgebreid waren. De band heeft echter nog genoeg om naar uit te kijken, laat de drummer weten: “Ik kijk er sowieso naar uit om alle bands weer te zien en dan met name natuurlijk together PANGEA. We zijn allemaal best wel fan van Natural Child, maar daar hebben we nog nooit mee getoerd. Dat is heel vet en verder hoop ik dat er weer iets meer mensen gaan komen naar onze shows. Ik denk dat de line-up van de shows echt erg goed is waardoor er misschien wel wat meer mensen komen kijken en we langzaam kunnen bouwen aan onze reputatie in Amerika.”

Hun buddies van together PANGEA moeten ze dus nog heel even missen, maar uit het oog is niet uit het hart laat Aartsen tot slot weten: “We houden contact met elkaar via Facebook en spreken elkaar zo regelmatig, maar echt te gek dat we ze in oktober weer gaan zien en met ze gaan toeren.”