Om te beginnen: wie zijn ‘die tien van Nul Zes’? De tien leden van de coöperatie, met allemaal een eigen hobby en professie, van kok tot aan art director, maar allemaal met een voorliefde voor ontwerp en design:
Nienke Bongers
Alissa van Asseldonk
Renee Scheepers
Bram de Vries
Bas Koreman
Marsha Simon
Dirk Smit
Alejo Bernal
Gijs Brink
Simas Zabulionis
Nul Zes: creatieve speelplaats voor vele culturele initiatieven
“We creëren de ruimte om dingen te laten ontstaan”
Na een Friends & Family feestje, dat in alle anonimiteit werd georganiseerd, volgde het eerste echte publieke event: Elephant Stone, in samenwerking met de Effenaar. 3voor12/Eindhoven was erbij en werd overrompeld door de charme van Nul Zes. Sinds de garage-avonden in Area51 was er geen plek meer in Eindhoven die zo ongedwongen aanvoelde als Nul Zes. De locatie (een afgelegen bedrijventerrein) speelt daarin ongetwijfeld een belangrijke rol, maar de werkelijke oorzaak moet gezocht worden bij de initiatiefnemers: tien creatievelingen die van een troosteloos pand een creatief walhalla maken, met muziek als belangrijke pijler. Tijd voor een kennismakingsgesprek met de tien van Nul Zes.
Het is begonnen met een zestal ontwerpers/vormgevers, allen studerend aan de Design Academy, in Woensel; toen ze een huisje in bruikleen hadden en daar startten met projecten (toen nog voor de studie), vaak ter bevordering van de integratie in de wijk. Scheepers: “Er kwamen mensen bij ons op de koffie om te kletsen en dan vertelden ze bij wijze van spreken wat er met de hond was gebeurd.” Smit vult aan: “En daar kwam op een gegeven moment een buurtkrant uit voort. We gingen ook spelen met de kinderen in de buurt, belletje trekken en zo. En we hebben nog een buurttaxi opgezet, alles om die buurt te activeren.”
Diezelfde zes deelden later een atelier. Waar ze werkten en ruimte hadden voor hun ontwerpen en daaraan gelieerde opstartende bedrijven. Zes werden er tien en daarmee is op zoek gegaan naar een nieuwe ruimte als atelier. Een grotere ruimte, met meer interactie. En meer openheid. Iedereen mag zien waar de Nul Zessers mee bezig zijn. De initiatiefnemers zijn gaan kijken welke panden leeg stonden. Om daar vervolgens voor in aanmerking te komen, moest een plan geschreven worden waarin iets over de coöperatie wordt verteld. Smit: “We hebben gekozen voor een coöperatie, omdat het de meest democratische bestuursvorm die er is. Hiërarchisch is iedereen gelijk.”
Nul Zes zit momenteel in het proces van het verder professionaliseren van dat plan, in een juridische vorm: statuten opmaken en inschrijven. Hoe erg ze ook mogelijk klinken als vrijbuiters, dat gebeurt heel professioneel. Zo zijn onder andere een advocaat, een jurist en een boekhouder ingeschakeld om dat in goede banen te leiden. Dat moet ook wel, Smit vertelt waarom: “Het gaat allemaal als een speer: we krijgen opdrachten terwijl we er eigenlijk nog niet zijn.” Scheepers: “We stonden in de top vijf van Eigen Huis & Interieur, terwijl we nog helemaal niks zijn. We staan boven de Graduation Show van de Design Academy, dat slaat helemaal nergens op.” Maar ze kunnen erom lachen. En als wordt gevraagd naar de oorzaak dat ze dan toch maar mooi overal worden genoemd, heeft De Vries een verklaring: “We zijn alle tien enthousiast en dat verspreidt zich snel. Als mensen vragen wat we doen, ratelen we aan één stuk door en zeggen we dat ze moeten komen kijken. En als tien man dat doen, dan gaat het hard. Gewoon ouderwets mond op mondreclame.”
We spreken Nul Zes in hun kantoorruimte, met een lange tafel waar duidelijk veel aan gewerkt wordt: het logo wordt ontworpen (de eerste opzetten hangen aan het bord), de taakverdeling staat opgeschreven, maar ook meer strategische zaken worden hier besproken. Simon: “We zijn met z’n tienen en hebben allemaal een andere taak. Het is voor ons van belang om in de statuten vast te leggen wie we zijn en hoe we werken. Daarom zijn we daar best wel intensief mee bezig. En omdat we allemaal een duidelijk eigen stem hebben, kan dat wel even duren.”
Als we het dan toch hebben over statuten, wordt ook even zakelijk gevraagd naar de missie van Nul Zes. Wij duidden het pand als poppodium, maar daarmee wordt de lading lang niet gedekt. De missie, die staat al op papier, in het Engels. Ze weten nog niet of het hem precies zo gaat worden, maar toch, een samenvatting:
Smit leest voor: “An industrial building on the old NRE-terrain in Eindhoven a public playground arises. From atelier to music practice room, from bar to office space and everything in between. We call it: O Six. This creative cooperation, with the power of ten, create more than just stuff. We make images, discuss ideas, build spaces and places and produce sounds and happenings. Always with interaction in mind. And for that, we need to meet. With you. So come grab a cup of coffee, grab an exposition, eat a sandwich, visit the workshop and watch that band."
Koreman: “Er zit niet echt een groot plan achter. Wel een plan dat we met z’n allen een plek hebben waar we kunnen werken, waar we kunnen ontmoeten en kunnen netwerken. Een plek waar we eigenlijk een soort speeltuin voor onszelf vergaren, op zoek naar onze vrijheid en alles kunnen doen wat op ons pad komt.” De deelname aan Dutch Design Week en de georganiseerde exposities verraadde het al enigszins, maar Nul Zes is dus veel meer dan alleen een poppodium.
´Watch that band´, zo eindigt de samenvatting van de missie. Om toch even terug te komen op die muziekprogrammering: die band kan binnenkort bekeken worden: Stuurbaard Bakkebaard speelt tijdens de opening van Nul Zes, op zondagavond (20 oktober). Nog geen week later (25 oktober) komt Japanther met Radkey op bezoek en op 3 november is Nul Zes een van de locaties van Hit the City, het cross-over festival van de Effenaar.
Woensdag (23 oktober) is er No Money Market, een event van een heel andere aard: een veiling met gesloten beurzen. Er komt dus geen geld te pas aan de transacties; mensen proberen producten en diensten met elkaar te ruilen. Amaro, bekend kok en exploitant van diverse locaties waaronder het Stoomhuisje en het Ketelhuis, biedt bijvoorbeeld zijn vakantiehuis in Portugal aan voor een week. “En dan ben ik wel eens benieuwd wie daar iets tegenover kan zetten”, aldus Simon.
Feestjes worden ook georganiseerd in Nul Zes: WeLOVEWeFUNK bijvoorbeeld, de donderdag (24 oktober) na het La Bolleur-feestje van deze zaterdag (19 oktober). Over de verdere toekomstige programmering reageert De Vries als volgt: “Na Hit The City moeten we misschien eerst maar een keer slapen. Daarna zien we wel weer verder. Er zijn heel veel bands die hier hun albumrelease willen doen of zo, maar nu nog even niet. We willen het eerst even afmaken en daarna is iedereen welkom.” Als het eenmaal klaar is, kan iedereen met een idee dat past binnen het concept van Nul Zes gewoon aankloppen en ‘pitchen’.
Over de keuze van het pand, dat toch behoorlijk in troosteloze jaren 60-staat verkeerde en weinig inspirerend was tot voor kort. Alle tien gingen ze klussen in de meest resolute vorm: systeemplafonds werden eruit gesloopt, muren werden gesloopt, nieuwe wandjes werden geplaatst, vele liters verf werden op de muren gesmeerd en zelfs een houten design-terras werd op eigen kracht voor de deur aangelegd. En dat bijna allemaal zonder enig budget. Scheepers: “We hebben zo veel mogelijk van het pand hergebruikt en we hebben ook het nodige gekregen van anderen die ons initiatief steunen. Daar kunnen wij later dan weer eens iets voor terug doen door bijvoorbeeld onze ruimtes ter beschikking te stellen.”
Stichting Ruimte kwam met het pand op het NRE-terrein. Mede doordat de coöperatie eerst zijn ogen had laten vallen op andere panden, was ze daar niet meteen enthousiast over. Totdat de mogelijkheden zichtbaar werden. Simons: “We vonden het niet zo’n mooi pand, maar een paar van ons dachten wel al meteen aan de mogelijkheden. En toen begonnen we het pand in te richten. Zo van ‘hey daar is een openbare ruimte’ en ‘hier kunnen we bandjes regelen. En daar kunnen we dan ook weer geld mee verdienen door bier te verkopen.’ Zo is het hele idee van een poppodium ontstaan.” Scheepers: “De andere ruimtes die we op het oog hadden waren al mooi. Hier hebben we zelf echt iets van kunnen maken. We hebben het eigenlijk met de dag mooier zien worden.’ We krijgen een rondleiding door de verschillende ruimtes: waar Elephant Stone speelde, waar de backstage is voor de bands, we zien de atelierruimte en zelfs een kelder van anderhalve meter hoog waar tijdens de Dutch Design Week gewoon wordt geëxposeerd. En niet alleen voor kinderen van die hoogte. Er wordt nog flink doorgewerkt (en ze doen alles zelf) om de ruimte gebruiksklaar en mooi te maken.
De ruimte waar nu de bands worden neergezet tijdens concerten, wordt uiteindelijk ook verhuurd aan bands als repetitieruimte. Van Asseldonk: “Dat willen we dan ook weer zien als ruilhandel, dat als zij hier kunnen repeteren, ze ons dan ook een keer helpen met een bardienst en dat we zo onszelf supporten.” Koreman: En als het dan heel gezellig is, dat ze in plaats van repeteren dan gaan spelen. Dat het dan ook gewoon spontaan kan gebeuren. Dat we zo de muziek binnenhalen. Ik denk dat dat wel een heel fijn idee is.” Die ongedwongenheid is precies wat Area51 zo kenmerkte, maar nu uiteindelijk aan banden is gelegd. Als wordt gevraagd of Nul Zes er wel in slaagt om dat te borgen, antwoorden ze overtuigend: “Ja.”
Nul Zes is naast de genoemde events gedurende de hele Duch Design Week te bezoeken voor het bezichtigen van exposities.