Grim Tim eist troon op in PopEi

Eindhovense producer King Rufio maakt live-debuut op gemaskerd bal

Tekst: Stephen Bell / Fotografie: Hanneke Wetzer ,

In navolging van 'Nachtjacht', de avonden georganiseerd door Hunting The Robot, mag ook Grim Tim een avond cureren in PopEi. De bluesrock-band besloot er een gemaskerd bal van te maken met een op te eisen troon. De koninklijke avond kreeg de titel ‘Claiming the Throne’ en met drie acts leek het op een strijd om de troonplek uit te gaan lopen. Van het publiek werd verwacht dat ze netjes gekleed en gemaskerd aantraden, omdat het een chique bedoeling moest worden. Maar hoe chique zo’n avond ook begint, het loopt vaak toch weer uit op een wild en dronken festijn.

The Anaesthetics

David Henry, frontman van Grim Tim, is gastheer van de avond. Rond een uur of negen stelt hij zich voor aan het ongeduldige publiek en kondigt de eerste band van de avond aan: The Anaesthetics. De mannen uit Horst hebben een groep, in pak gehesen, groupies meegenomen uit hun hometown die zich keurig aan de dresscode hebben gehouden, in tegenstelling tot het gros van het publiek. Het podium is versierd met fluorescerend groene flessen, die in combinatie met de rookmachine voor een nogal dromerige setting zorgen.

De vier bandleden zijn volledig in het zwart gekleed, waarschijnlijk om hun duistere sound meer te accentueren. De muziek doet veel denken aan Interpol en dat komt voornamelijk door het gitaarspel. De zanger heeft soms wat moeite met zijn bereik, waardoor hij in de eerste paar nummers nogal vals klinkt. Gelukkig gaat hij steeds ingetogener zingen, wat veel beter bij zijn stem past. De Horstenaren wagen zich aan een cover: ‘A Forest’, één van de grootste hits van The Cure; daarin stellen ze alles behalve teleur. Ze weten precies de melancholische sound van de emo-punk-band na te bootsen en deze resoneert vervolgens door in de rest van hun show.

King Rufio

Producer King Rufio besloot onlangs dat hij niet alleen achter de schermen te werk wil gaan, maar ook wil gaan optreden. PopEi krijgt de primeur. Voor het eerst staat hij als dj King Rufio op het podium met zijn experimentele ambient en hip-hopbeats. Voorzien van een laptop en MPD als instrument en een jointje gaat hij te werk. Al snel wordt hij er op geattendeerd dat ze ook bij PopEi een rookverbod hebben, waardoor hij zeer teleurgesteld zijn pretsigaretje moet uitdoen. Dan maar nippen aan een mokje Earl Grey. Rufio werkt veel met samples; er komt zelfs een stukje Eftelingmuziek voorbij in zijn set. Gek genoeg maakt de dj geen moment gebruik van een hoofdtelefoon. Deze onconventionele aanpak roept vraagtekens op bij het publiek. De rode draad van de avond is tijdens dit optreden ver te zoeken. Hij bouwt vaak op en daar heeft het publiek vanavond niet het geduld voor. Een experimentele dj is tussen twee rock-acts dan ook misschien niet helemaal op zijn plek.

Grim Tim

Pas rond half twaalf krijgt het hongerige publiek zijn hoofdgerecht voorgeschoteld: Grim Tim. Veel mensen zijn nogal versuft na de voorgaande dj, maar frontman David Henry heeft geen tijd om het rustig aan te doen. Een uitbundig - en lang - intronummer schudt iedereen onmiddellijk wakker. Henry trekt allerlei gekke bekken tijdens zijn solo’s en gunt geen enkel spiertje in zijn lichaam rust. Het publiek wordt door de frontman constant uitgedaagd om te dansen, in het Engels overigens. “Praat gewoon Nederlands, man” schreeuwt iemand uit het publiek, maar de half-Engelse frontman trekt zich er niets van aan. Wellicht oefent hij alvast voor een internationale tour.

Het wordt al snel duidelijk dat de band een missie heeft: iedereen moet helemaal uit zijn plaat gaan. De drie mannen van Grim Tim weten zich vol overgave, zelfvertrouwen en als een volwassen band op het podium te manifesteren. Dat terwijl ze alle drie nog hun ID moeten tonen als ze drank halen. Het pareltje van de band is de stem van de frontman. De beste man gaat tijdens het zingen van hoog naar laag en van hard naar zacht. Tussendoor drinkt hij thee met honing om zijn stem te kalmeren, de alcoholische versnaperingen drinkt hij als een echte professional pas achteraf.

Al na het tweede nummer trekt Henry zijn jasje uit en stroopt hij zijn mouwen op, zijn extravagante dansstijl vergt duidelijk meer bewegingsvrijheid. Tijdens het derde nummer wordt er gebruik gemaakt van een loop-pedaal waarmee Henry zijn gitaarrifjes opneemt. Een man in het publiek snapt het niet helemaal wanneer hij een gitaar hoort maar het niemand ziet spelen, waarop hij reageert: “Da ken toch nie live zijn?!”

De zware bluesrock-riffs worden afgewisseld met rustige, fragiele gedeeltes waarin Henry zijn stem laat huilen als die van Thom Yorke. Het publiek weet vaak niet of het nou al headbangend moet losgaan of juist heel stil en gefocust op de muziek moet wegdromen. Drummer Dustin Boerrigter eist tegen het einde de spotlight op met een lange drumsolo. Jammer genoeg kunnen de mensen aan de zijkanten van de zaal hem niet zien door de felgroene ornamenten op het podium. Naarmate de avond vordert, gaat het er steeds wilder aan toe. Terwijl bassist Koen Frijns met zijn lange lichaam over het podium zwengelt, molesteert gitarist Henry op grove wijze zijn Stratocaster. Na een uur lang de gitaar met zijn vingers te hebben bevredigd, komt zijn gehele kruisgebied eraan te pas om zijn liefde voor het instrument uit te drukken. Als zijn gitaar een G-spot heeft, is die nu wel gevonden. Grim Tim heeft er alles aan gedaan om het voor elkaar te krijgen: het heeft zijn troon geclaimd, en gekregen.

Gezien: The Anaesthetics, King Rufio en Grim Tim, op 11 januari 2013, tijdens Claiming the Throne, in PopEi.