Voorwoord: elke plaat belicht een verschillend aspect van mijn muziek. Oasis is de inspiratie, John Mayer is de aanpak van de volgende plaat, Matt Nathanson is de soloartiest, Beatles zijn het eindpunt en Radiohead is het leren schrijven van liedjes.
Oasis – The Masterplan
Ik kan uren praten over Oasis en Noel Gallagher. Ze (/hij) zijn, hands down, de grootste invloed op mijn muziek, ook al kan ik geen nummers zoals Noel schrijven. En ik heb het vaak zat geprobeerd.
'The Masterplan' kwam uit na Oasis' derde album 'Be Here Now'. Het is een verzamelaar van B-kantjes, uitgebracht door hun platenmaatschappij. Als je de singles van Oasis kocht (dit was voor Internet) had je deze nummers dus al, en ik vond het jammer dat ze zo uitgebracht werden op één cd. Ze waren toch een beetje 'voor de fans'.
De cd is geweldig, en dat komt eigenlijk omdat het b-kantjes zijn. Noel experimenteerde altijd met deze nummers, en zong ze vaak ook zelf, in plaats van zijn broer. Eigenlijk zijn de B-kantjes van Oasis (vooral die van de latere platen) altijd beter dan de A-kantjes. Dit doet Noel nog steeds: hoewel zijn soloplaat uit 2011 erg goed is, zijn de zes (!) B-kant nummers vele malen beter dan wat er op de plaat staat.
John Mayer – Continuum
Ik vind de derde plaat van John Mayer de beste. De eerste was erg 'poppy', de tweede te gevarieerd, de vierde niet goed genoeg en de vijfde te country.
Meestal is een album dat door de artiest zelf is geproduceerd niet goed. Een producer is niet alleen een onafhankelijk oor voor je nummers, hij kan ook beslissingen nemen die de artiest niet goed vindt. Daarom zijn de meeste zelfgeproduceerde platen ook niet super. Toen ik hoorde dat John dit album zelf ging produceren, samen met Steve Jordan, was ik dan ook lichtelijk sceptisch.
Geheel ongegrond. Hoewel volgens mij geen liedje boven de 100 bpm uitkomt, lijkt er geen één op de ander. De plaat is een goed voorbeeld van hoe je met een klein, hecht team twaalf liedjes op kan nemen en in elk nummer 100% passie kan stoppen. Ik ken ook bijna geen muzikanten die deze plaat níet goed vinden. Tijdens de opnamen van mijn tweede album kon ik een basloopje of drumritme uitleggen door te zeggen "Zoals in Slow Dancing In A Burning Room,” en de rest snapte meteen wat ik bedoelde. Dán heb je een goede plaat gemaakt.
Matt Nathanson – Still Waiting For Spring
Matt Nathanson (wie?), singer-songwriter uit Boston/San Francisco, is eigenlijk de laatste paar jaar een beetje bekend aan het worden in de VS. Hij neigt vandaag de dag meer richting country en pure pop, maar begon als 'echte' singer-songwriter. Zijn vierde plaat, 'Still Waiting For Spring', uit 1999, is mijn favoriet.
Ik volg Nathanson al een aantal jaar, en hij is een inspiratiebron wat betreft solo-optredens: hij speelt enorm veel soloshows. Dat doet hij erg goed: zijn nummers blijven akoestisch staan, het publiek moet meezingen en hij vertelt enorm veel grappen tussendoor. Kortom, iets waar elke singer-songwriter iets van kan leren.
'Still Waiting For Spring' is de plaat waarop je de singer-songwriter het beste hoort. De band die de plaat inspeelt is niet super. Zijn zangstem is nog niet zo goed, en zijn gitaarspel is nog vooral 'laat ik veel strummen, dan klinkt het wat voller'. Verre van perfect. Maar daarom is het ook zo mooi!
The Beatles – Let It Be
Er zijn platen die je dood draait (dat is deze niet), platen waarvan je wenst dat jij ze gemaakt hebt (dat is deze ook niet) en platen die het beste zijn dat een band ooit gemaakt heeft (nog steeds niet). Wat 'Let it Be' wél voor me is, is een plaat van een band waarvan ik hoop hem ooit ook op te kunnen nemen. Daar bedoel ik mee: met een band nummers spelen, opnemen en uitbrengen. Geen tientallen dubs, niet maanden in de studio, nee: spelen en klaar.
Radiohead – OK Computer
Het derde album van Radiohead is het beste album ooit gemaakt. Punt. Ik weet niet meer wie het zei, maar ik hoorde ooit dat een goed album tot in den treurigheid gecoverd kan worden, waar een perfect album nooit gecoverd kan worden. Wat mij betreft geldt dat voor deze plaat.
Er is ook al zo enorm veel over geschreven dat ik eigenlijk niet weet hoe ik moet vertellen wáárom ik het zo'n goede plaat vind. Ik denk omdat, als je de nummers gaat uitvogelen, het eigenlijk hele 'kale' nummers zijn, die in de studio met 100 lagen werden bedekt.
Als je als muzikant begint met liedjes schrijven, is alle bekende muziek je voorbeeld. Pas als je in de studio duikt (of met een band nummers gaat uitwerken), merk je pas hoe lastig het is om een beeld dat je van een nummer hebt om te toveren in bas-drums-gitaar-zang. En het klinkt nooit zoals dat je wilt (in het begin dan). In mijn geval ging ik naar muziek luisteren en proberen te ontleden, om zo zelf een nummer weer op te bouwen. Als je eenmaal hoort wat er in een bepaald refrein bij komt, kun je dat zelf ook doen in je eigen nummers. Met Lego spelen dus. 'OK Computer' heb ik helemaal uitelkaar gehaald, en toch hoor ik elke keer weer nieuwe dingen. Dát maakt het album zo fantastisch.
Coen van der Horst speelt op 23 februari 2013 met zijn band Sidewalk op Club 3voor12/Eindhoven. Maar eerst zal hij zijn Gouwe Lempkes nog persoonlijk komen toelichten in de uitzending van 3voor12/Eindhoven radio van 30 januari 2013. Uiteraard met de muziek erbij. Meeluisteren kan vanaf 22.00 uur op Glow FM.
De vijf Gouwe Lempkes van Sidewalk
De vijf beste schijven volgens artiesten uit Eindhoven
Op 23 februari vindt er een nieuwe Club 3voor12/Eindhoven plaats, de eerste van 2013. Op die dag introduceert 3voor12/Eindhoven drie Eindhovense bands tijdens de showcase in de Effenaar. Traditiegetrouw worden de bands van te voren eerst nog voorgesteld door middel van hun vijf Gouwe Lempkes, oftewel hun vijf favoriete platen aller tijden. Sidewalk, opener van de clubavond trapt ook deze nieuwe reeks Gouwe Lempkes af. Het woord is aan de frontman van de band: Coen van der Horst.