Kaligoh: “We blijven tot het laatste moment sleutelen, maar dat levert dan ook wat op”

De band over zijn debuut-EP, nieuw werk, Popronde en de toekomst

Tekst: Guido Segers / Fotografie: Paul Verhagen ,

In het tweede deel van 2013 volgt 3voor12/Eindhoven de Eindhovense band Kaligoh. Voor het tweede gesprek gaan dedicated volgers Guido Segers en Paul Verhagen bij de band op bezoek in de oefenruimte, waar de band graag een potje stevige sludge en doom ten gehore brengt. Na het vorige interview met de band bleek er namelijk nog genoeg gespreksstof over te zijn. Toen zaten de heren strak van de zenuwen en vol adrenaline backstage in de Effenaar, het podium waar ze later die avond het voorprogramma van Cult Of Luna zouden verzorgen. Nu is de locatie iets mysterieuzer, het is de plek waar de band aan nieuwe muziek werkt. De repetitie die wordt bijgewoond, zou volgens de muzikanten even hard gaan als een live-optreden. Daar blijkt geen woord van gelogen.

Het is Dutch Design Week en op het terrein van Sectie-C, waar we wachten op de band, branden knusse kampvuurtjes. De band is er iets later dan wij, maar dat is natuurlijk rock-‘n’-roll.
“Normaal is hier geen hond…”, zegt Stefan van Vlerken, die als eerste met zijn gitaar aan komt lopen. Als iedereen er is, lopen we samen voorbij de fel verlichte ruimtes naar een donker hoekje op het terrein. Een deur wordt opengemaakt en we gaan naar binnen. Eenmaal in de loods lopen we richting een ingebouwd houten hok met dubbele deur. Drummer Eric Witteveen licht even toe waar we zijn. “Dit hok is van de gasten van The Goods, die zijn een nieuw bandje begonnen. Zij verhuren deze ruimte ook aan andere bands, om geen torenhoge huurkosten te hebben. Zo repeteren hier bijvoorbeeld ook Mozes and the Firstborn, en wij.” Het interieur van de repetitieruimte lijkt zo uit een Chinees restaurant te komen en heeft ook iets weg van een godsdienstlokaal. En tetten, natuurlijk tetten aan de wand van de repetitieruimte.

Kaligoh doet dit jaar mee aan Popronde, het rondreizend muziekfestival. In oktober speelde de band in de Little Devil in Tilburg. Een plek naar het hart? “Het was in ieder geval erg krap op het podium…”, grijnst Van Vlerken. Tweede gitarist Thijs Linmans vult aan, terwijl hij zijn versterker afstelt, “We speelden er met twee andere bands, Kinkobra en Ashes Of Many, totaal andere stijlen dan onze muziek. De kroeg liep op een gegeven moment wel vol, nadat we eerst voor slechts tien man stonden te spelen. Het voelde voor ons ook meer als een repetitie dan een optreden.”
Nee, de Popronde heeft, volgens Van Vlerken, niet veel gedaan voor het viertal. “De Popronde is er niet voor metal, het heeft ons niet nodig en andersom eigenlijk ook niet. Dit soort shows kunnen we op eigen kracht al krijgen, dus zoeken we nu eigenlijk een boeker om betere shows te kunnen doen.” Zanger en bassist Dirk Snelders voegt toe: “We hebben wel wat in de planning staan, maar we willen vooral vooruit. Grotere shows in serieuze zalen. Misschien wel door samen te werken met andere bands, dat werkt vaak beter.”

De bandleden bereiden zich ondertussen voor op de repetitie, waarbij ze een naar binnen gekeerde cirkel vormen. Zanger Snelders experimenteert met wat nieuwe apparatuur, ondersteund door Linmans. Die geeft tevens aanwijzingen aan de rest van de band, tijdens het repeteren van de nieuwe nummers. Gedurende een break praten we weer even verder, dit keer over hun debuut-EP ‘Kaligoh’ die begin 2013 uitkwam. Volgens de heren was het toen echt nodig om iets uit te brengen. De band had een mijlpaal nodig. Snelders: “Twee songs spelen we overigens al niet meer, die passen niet meer in ons repertoire en zijn dus verleden tijd. Dat wil trouwens niet zeggen dat het geen goede songs zijn, maar we moeten kritisch zijn en naar het geheel kijken. Dat het totaalplaatje klopt is erg belangrijk.” Van Vlerken valt hem bij: “Het nummer ‘Obey’, een van die twee nummers, past niet goed in de set en werd live dan ook het minst goed ontvangen. ‘Destroyer’ werd wel goed ontvangen, maar het nieuwe materiaal is vele malen beter en vormt meer een eenheid.” Eenheid is enorm belangrijk voor de bandleden, in alles wat ze doen. Het viertal vindt de band Amenra dan ook erg inspirerend, omdat  die een totaalkunstwerk maakt van muziek, live-act en merchandise.

Snelders vertelt hoe hun plaat in de studio echt vorm kreeg. “Toen we de studio in gingen voor de opnames hadden we maar een beperkt budget, maar gelukkig heeft het goed uitgepakt. De plaat is ook zo goed als live ingespeeld. Tijdens de opnames hebben we wel nog wat gesleuteld aan bijvoorbeeld ‘Dies Irae’, wat erg goed voelde en de band ook meer samenbracht. We waren erg tevreden met het resultaat.” Dat ging natuurlijk allemaal niet vanzelf, maar daar is hard voor gewerkt, zegt Van Vlerken: “Daar gaat eindeloos repeteren aan vooraf, waarbij de nummers veel worden bijgeschaafd en aangepast. We zijn tot het laatste moment blijven sleutelen, met name aan ‘Blasphemy’. Maar er waren veel goede recensies, dus het levert ook wat op.”
De plaat kwam in een bijzondere verpakking, namelijk op een houten plankje. Voor dat idee wijzen de heren naar gitarist Linmans: “Je moet iets aparts hebben om op te vallen, iets nieuws. We wilden de muziek voornamelijk digitaal verspreiden, maar ook een fysiek hebbeding maken, voor wie wil. Het is echt een blikvanger geworden, met artwork op hout. Ze zijn trouwens al bijna op en we beginnen nu langzamerhand alweer na te denken over een nieuwe release. Als we een label vinden, kan dat ook weer iets moois worden.”

De repetitie wordt hervat; donkere, hevige muziek vult de oefenruimte. De lichten worden gedimd, want deze muziek is gemaakt voor de duisternis. De kerkelijke posters op de wanden, die naast de tetten, vervagen in de schaduw terwijl majestueuze klanken van het nieuwe werk opdoemen. Nu nog enkel in de donkere oefenruimte, maar binnenkort weer op het podium. Stap voor stap, maar zeer vastberaden.

Voor meer informatie en tourdates, kijk op kaligoh.tumblr.com of volg Kaligoh op Facebook: facebook.com/kaligoh.