Albumrecensie: Stuurbaard Bakkebaard - Boys Do Cry

Trio verheft dynamiek en afwisseling tot ware kunst op geweldig comebackalbum

Thijs Portz ,

Om van een echte reünie te kunnen spreken, is Stuurbaard Bakkebaard te kort weggeweest, maar dat ze terug zijn, is zeker. Daarmee is het eerste understatement van deze recensie gemaakt, want de band is meer dan terug. Dat bewees de uitverkochte en welhaast briljante albumpresentatie in de Effenaar vorige maand wel. Met gemak, veel plezier én een arsenaal aan nieuwe nummers liet Stuurbaard Bakkebaard Eindhoven zien wie de baas is in de Lichtstad. Wat serieuzer dan vroeger, maar nog steeds volstrekt uniek.

Uit de losse pols

Het verhaal begint wat sleets te worden, maar voor de volledigheid: eind 2010 stond Stuurbaard Bakkebaard op het punt om samen met dj DNA de tweede plaat als kwartet op te nemen. In de week voor de geplande opnamen, liep het tijdens een optreden mis en Stuurbaard Bakkebaard was geschiedenis. Na het schrijven van de soundtrack voor de film ‘Doodslag’, kwam het gevoel weer terug en begon het oorspronkelijke trio weer muziek te maken. Zonder plan. Uit de losse pols en op de schetsmatige manier die de band al jaren lang typeert. ‘Boys Do Cry’ is het resultaat.

Verlating, liefde en eenzaamheid

Vergeet de spanningsopbouw: ‘Boys Do Cry’ is een geweldige plaat geworden. Stuurbaard Bakkebaard heeft niet lang nodig om de intenties kenbaar te maken. De schizofrene, gekmakende dubbele sitarpartij in openingsnummer ‘I Didn’t Understand How It Could Be Done But I Amazed Myself’ - meteen ook de complete tekst - trekt de luisteraar op even besliste als vriendelijke manier de grillige muzikale negorij van Stuurbaard Bakkebaard in. Regels? Die zijn er wel, maar ze zijn zeer buigzaam. Herhaling of hokjes? Streng verboden. Evenals overproductie en platgetreden paden.

Als het mantra uit de opener nog nadreunt en de vraag zich onbewust aandient of zanger Timo van Veen met de titel terugblikt op de herstart van zijn band, is het startsein al gegeven voor een zinderende luisterervaring. Binnen een tijdsbestek van drie minuten serveren de drie obers een bonte cocktail van een Red Hot Chili Peppers-achtige groove, human beatboxing, handclaps en een kinderkoortje. Het is een hele opgave om alles wat er tijdens ‘In The Morning’ voorbijkomt te volgen, maar de manier waarop de band met verschillende stijlen speelt, is behoorlijk indrukwekkend.

Tijd om aan het tempo te wennen is er niet, want na de wervelende eerste twee nummers is de gevoelige kant van de band aan de beurt. ‘Ain’t got no brother, ain’t got no other, ain’t got nobody to love’ klinkt het in ‘Lost My Shadow’, een nummer dat een extra dimensie krijgt door het geweldige basspel - met bottleneck - van Onno Kortland. 

Verlating, liefde en eenzaamheid zijn terugkerende thema’s in de teksten van de band. Het is echter maar de vraag hoe serieus dit bedoeld is. Tekstueel hult Stuurbaard Bakkebaard zich in onduidelijkheid; zware thema’s worden afgewisseld met simpele ongein. Zo lispelt Van Veen de schitterende zin “If you have a problem with my blue eyes, you have a problem, not me” in het sexy glijnummer ‘Velvet Juice’. Om vervolgens verder te gaan met de zeer radio-fähige rockhit ‘Tony’: niet gelikt, maar onweerstaanbaar en een geheide publiekslieveling.

Gek, maar coherent en zonder zwak moment

Waar de eerste helft van ‘Boys Do Cry’ al van een zeer hoog niveau is, lukt het Stuurbaard Bakkebaard het tweede deel nog voller te proppen met goede nummers. Er wordt opnieuw een veelheid aan stijlen onderzocht, waarbinnen Van Veen wonderwel overeind blijft. Hij zingt alsof zijn leven ervan afhangt en wordt gesteund door een ritmeduo in bloedvorm.

Dat duo leidt de zanger al groovend naar het briljante ‘Left A House’ en ‘Two Girls’. Twee nummers waarmee Stuurbaard Bakkebaard zichzelf op alle vlakken overtreft en die zonder twijfel behoren tot het beste wat de band ooit schreef. Vooral het eerstgenoemde ‘Left A House’ is een weergaloze en ziedende blend van emotie en energie.

Helaas is de lome afsluiter ‘Cheetah’ een stuk minder opwindend dan de rest van de plaat. De geest van dj DNA waart nog in het nummer rond: dat doet denken aan ‘Piece Of Rock’ van Urban Dance Squad, de band waarmee de dj cross-over in Nederland op de kaart zette. Jammer, want ‘Boys Do Cry’ verdient, na zoveel achteloze klasse, een beter einde. 

Van een radicale koerswijziging is op ‘Boys Do Cry’ geen sprake. Stuurbaard Bakkebaard klinkt anno 2013 nog steeds vreemd, maar is veel toegankelijker. Harder maar nog steeds vriendelijk. Rauwer en toch lekker. De band bestrijkt een enorm muzikaal terrein en kan net zo goed uit de voeten met ziedende bluesrock als met soulvolle geilheid. Het herboren Stuurbaard Bakkebaard laat zien dat het fluitend mee kan spelen in de muzikale eredivisie van Nederland. En niet langer alleen als “gave liveband” maar als serieus goede band. ‘Boys Do Cry’ is een volwassen - maar gekke - en coherente plaat die bijna geen zwak moment kent en die met gemak tot de beste Nederlandse releases van het jaar behoort.

‘Boys Do Cry’ is inmiddels verschenen bij PIAS en verkrijgbaar via iTunes en de platenzaak.