Howe Gelb en zijn achteloos briljante trukendoos

Less is more bij Gelb, bij Man From The South ook

Tekst: Thijs Portz / Fotografie: Patric Muris ,

Howe Gelb beloofde één van de smaakmakers te worden tijdens het afgelopen Naked Song Festival. Door privé-omstandigheden kon dat optreden helaas niet doorgaan, maar vanavond staat de brombeer uit Tucson alsnog in Eindhoven. Niet in het Muziekgebouw, maar in de kleine zaal van de Effenaar. De veelzijdigheid en het immense oeuvre van Gelb zorgen voor hooggespannen verwachtingen. Met Eindhovense hoogvlieger Man From The South in het voorprogramma zou het zomaar een memorabele muziekavond kunnen worden.

‘Koblenz’ van Man From The South. De plaat die geen plaat had mogen worden werd al in 2009 geschreven en was lange tijd alleen beschikbaar als digitaal album. Een flinke dosis gerechtigheid zorgt ervoor dat er vanavond alsnog een officiële CD-release plaatsvindt. Koblenz is namelijk een geweldig album vol weemoedige folk van de Buitencategorie dat aandacht (en fans) verdient.

Paul van Hulten houdt niet van poespas. Het podium is ook niet zijn meest favoriete plek en dat is duidelijk te zien. Van Hulten komt geruisloos op, gaat zitten met zijn gitaar en werkt in stilte zijn setlist af. Die bestaat vanavond uit opvallend veel nieuwe nummers. Van ‘Koblenz’ zelf worden maar vier nummers gespeeld. Daar zitten gelukkig ‘Goodbye Hawaii’ en ‘Something Made The Streets Melt’ — twee van de beste nummers van de plaat — tussen. Het nieuwe werk van Man From The South klinkt misschien nog wel beter dan wat we al kennen en maakt nieuwsgierig naar een volgende release. 

‘Muzikale schizofreen’, ‘anti-perfectionist’, ‘Koning van de Onvoorspelbaarheid’. Zomaar een kleine greep uit de talrijke beschrijvingen van Howe Gelb op Internet. Titels die hij in de loop der jaren verdiend heeft met zijn diverse projecten. De meest bekende daarvan is Giant Sand, de band waarin ook John Convertino en Joey Burns speelden voordat ze succesvol werden met Calexico. Gelb’s laatste wapenfeit is ‘Alegrias’, een lome flamenco-achtige plaat met nieuwe interpretaties van oude nummers, die hij uitbracht onder de naam ‘Howe Gelb & A Band Of Gypsies’.

Op het affiche staat echter geen begeleidende band, dus het is afwachten wat Gelb vanavond gaat brengen. Op het podium is geen backline of drumstel te zien; er ligt alleen een gitaarkoffer en er staat een piano. Als Gelb opkomt en begint met een pianostuk in de beste crooner traditie, roept dat direct vraagtekens op. Op lobbymuzak werd niet gerekend. Na het intro sjokt de grijze cowboy naar zijn gitaarkoffer, hangt zijn gitaar om, loopt rustig naar zijn microfoon, kijkt uitdagend het publiek in en vertelt dat het jammer is dat er geen discobol in de zaal hangt. Geen disco, dus dan maar een wals.

Tijdens ‘Wind Blown Waltz’, het eerste ‘echte’ nummer, blijkt meteen hoe goed Gelb gitaar speelt. Indrukwekkend om te zien hoe makkelijk het hem afgaat. Ook zijn originele arrangementen vallen op. Meer dan eens lijkt Gelb een gitaar- of pianopartij de soep in te laten lopen om vervolgens toch weer goed uit te komen. Verfrissend om iemand te zien die conventies durft te omzeilen en op een volstrekt unieke en eigenwijze manier mooie liedjes brengt.

Want mooie liedjes heeft Gelb te over. Vanavond brengt hij vooral op country- en Americanaleest geschoeide nummers. Met een stem die doet denken aan Mark Lanegan en Leonard Cohen weet hij de zaal al snel de mond te snoeren. Hij waakt er echter wel voor het allemaal te mooi of zoetsappig te laten worden. Daarvoor maakt hij veelvuldig gebruik van de meest bizarre geluidseffecten. Waar een normale band ervoor zou kiezen een rustig nummer af te sluiten met een gevoelige solo, gaat de ‘anti-perfectionist’ voor een of ander raar effect. Aan het eind van veel nummers staat het publiek dan ook net zo hard te lachen als te klappen.

Ook tussen de nummers door laat Gelb zich van zijn meest charmante en grappige kant zien. Halverwege de set zegt hij na een nummer “You couldn’t tell I just made that up.” En als hij op verzoek van een dame uit het publiek ‘The Particles Provide’ speelt, zegt hij dat hij de tekst niet meer weet. “Sometimes I write these songs so fast, I forget to learn them.” Halverwege het nummer stopt hij ook daadwerkelijk — “this is the part where I need some help” — om met de dame in kwestie de tekst door te nemen en het nummer af te maken. 

Echte uitschieters zijn er niet, de show kabbelt in een lekker loom tempo voort; Tucson style. De sfeer is goed, de muziek ook. Howe Gelb is innemend, flegmatiek, grappig en achteloos briljant.

Gezien: Howe Gelb & Man From The South, op 21 september 2012, in de Effenaar.