De Belgen van Creature With The Atom Brain mogen het spits afbijten in een stijf uitverkochte Effenaar. De band speelt bezwerende, soms zompige stoner rock met een vleugje psychedelica. Binnen enkele nummers weten ze een mooie sfeer te creëren in de zaal. Het publiek lijkt opvallend geïnteresseerd in het voorprogramma. Misschien omdat het zomaar zo kan zijn dat Mark Lanegan het podium zal betreden. Immers, op de laatste twee albums heeft de zanger een gastrol. Dit blijkt vandaag niet het geval. En dat is jammer. Want de zang is niet het sterkste punt van Creature With The Atom Brain. Frontman Aldo Struyf blijkt vanavond niet erg toonvast. Als gitarist komt hij beter uit de verf. Op sommige momenten doet de band erg aan Queens Of The Stone Age in zijn beginjaren denken. Zeker tijdens het hoogtepunt en tevens afsluiter van de set: ‘Transylvania’. Een donker nummer met als basis een stuwende repetitieve gitaar riff.
Mark Lanegan heeft geen showelement nodig om te schitteren
Cultzanger is hogepriester op blues funeral in aardedonkere Effenaar
Mark Lanegan is een graag geziene gast in de Effenaar. De afgelopen jaren speelde hij solo in de kleine zaal en stond hij in de grote zaal met Isobel Cambell, bekend van Belle & Sebastian. Vanavond is hij terug met een volledige band. De charismatische zanger die doorbrak met The Screaming Trees is vandaag in Eindhoven om zijn recent uitgekomen album ‘Blues Funeral’ te promoten.
Creature With The Atom Brain
Mark Lanegan Band
Met de naam Queens Of The Stone Age is meteen de link tussen het voorprogramma en Mark Lanegan gelegd. Struyf ontmoette Lanegan toen hij als toetsenist van Millionaire in het voorprogramma van ‘QOTSA’ speelde. De twee raakten bevriend en sindsdien maakt Struyf vast deel uit van de muzikanten rondom Mark Lanegan. De Belg kreeg vorig jaar het verzoek om een band voor de huidige tour samen te stellen. Dit deed hij met enkel landgenoten.
Wanneer Mark Lanegan en zijn Belgische begeleiders het podium betreden openen ze verassend met de relatief onbekende nummers ‘Can’t Come Down’ en ‘Sleep With Me’. Het podium is aardedonker vanavond en dat zal de hele show zo blijven. Aan een lichtshow of überhaupt show wordt niet gedaan. De focus ligt geheel op de muziek.
Duidelijke blikvanger op het podium is de beweeglijke gitarist Steven Janssens met zijn klassieke vetkuif. De vergelijking met een jonge Johnny Cash is snel gemaakt. Bij het derde nummer gaat er een zucht van herkenning en opluchting door het publiek. ‘Hit The City’ van het veelgeprezen album ‘Bubblegum’ komt voorbij. Pas bij het vijfde nummer komt het nieuwe album aan bod. Vanaf dat moment zit er ook meer vaart in het optreden. Opvallend is dat de nieuwe nummers veel beter tot hun recht komen dan de oudjes. Waar het publiek bij de oudere nummers wordt bedolven onder een muur van geluid, worden de nieuwe nummers strak en gecontroleerd gebracht.
Het zaalgeluid helpt soms niet echt mee. De bas is veel te sterk aanwezig en het gitaargeluid van Janssens is soms veel te schel. Wanneer de band dienend speelt komt de stem van Lanegan het best tot zijn recht. En deze grimmige schuurpapieren stem is vanavond erg goed. Lanegan speelt de hele avond als levend standbeeld. Hij staat het gehele optreden in zijn karakteristieke pose - onverstoorbaar, met beide handen stevig om de microfoonstandaard gevouwen - op het podium.
Een groot gedeelte van de set wordt gewijd aan het nieuwe album. Op dit album heeft Lanegan flink geëxperimenteerd met elektronica. Dit is het meest herkenbaar in de disco stamper ‘Ode To Sad Disco’. Het nummer is een vreemde eend in de bijt, maar tegelijkertijd meteen een favoriet aan de reactie uit het publiek te merken.
Bij tijd en wijle lukt het de Mark Lanegan band om de grote zaal te veranderen in een donkere kroeg. Een hele prestatie voor een band die voor podiumpresentatie een onvoldoende zou scoren. Met een frontman die welgeteld drie zinnen spreekt. Door het matige geluid en een ietwat stroeve start blijft het gevoel hangen dat het nog beter had kunnen zijn. Aan Lanegan lag het niet. De levende legende zelf was in topvorm.