Het publiek krijgt een opdracht: sluit de ogen, wees stil en luister. Luister naar de klanken van een van de bekendste stukken uit de Nederlandse muziekgeschiedenis, in de jaren 70 geschreven door Simeon ten Holt. Volgens de gastheer van het Gaslab misschien wel het mooiste stuk ooit van eigen bodem. De inleiding van pianist Jeroen van Veen is minder subjectief en vertelt meer over de technische aard van Canto Ostinato. Die informatie blijkt handig, want als hij vraagt hoeveel mensen het stuk al kennen, blijven veel armen omlaag.
Canto Ostinato is opgebouwd uit meerdere stukken die als bouwsteen gezien kunnen worden van de uiteindelijke uitvoering. In de interpretatie kunnen de stukken naar eigen wens (her)gebruikt worden door de uitvoerende musici. Jeroen van Veen voerde Canto Ostinato al eens eerder op in 2007, toen met een ensemble achter vijf concertvleugels. Vandaag staan er twee vleugels opgesteld. Tegenover hem zit Tamara Rumiantsev die op het laatste moment is ingevallen voor de ziek geworden Sandra. Na de mini masterclass gaat, op een enkeling na, iedereen liggen. Ligmatjes, zitzakken en campingstoelen met ligmodus vullen het Gaslab waardoor een ware festivalsfeer ontstaat. Het licht dimt en de ogen worden inderdaad massaal gesloten.
Belastingaangiftes en boodschappenlijstjes duiken op bij uitvoering Canto Ostinato in Gaslab
Prachtig ligconcert zware zit voor moderne mens
Een week geleden waren Martyn en Erosie nog in hetzelfde Gaslab voor een elektronisch concert met een duidelijk dubbelspel in beeld en geluid. Toen werd met moderne elektronica en zonder ‘echte’ instrumenten gepoogd mensen uit hun dagelijkse sleur te halen en het liefst in trans te krijgen. Precies een week later is het doel hetzelfde, maar zijn de middelen heel anders. Geen lichtshow met beamers, geen laptops, maar enkel en alleen twee pianisten achter twee tegenover elkaar staande vleugels gaan de uitdaging aan.
Wat de compositie, overgebracht door de dansende vingers van de musici, met de toehoorders doet, verschilt. Daar staat Canto Ostinato ook bekend om. Voorop vastgesteld: zij die zichzelf erin kunnen verliezen, zijn te benijden. Zeker in de huidige tijd. In het begin van de uitvoering is het akelig stil in het Gaslab. Iedereen is nog op zijn gemak en de spanning overheerst. De wil om op te gaan in het bijna anderhalf uur durende stuk is er overduidelijk, maar het lijkt wel of de moderne mens haast niet meer in staat is om slechts één zintuig zo intens geprikkeld te laten worden en de anderen daarbij uit te schakelen.
Na verloop van tijd kijken de eerste mensen op. Wellicht om even te zien hoe kunstig er wordt gespeeld of even goed denkbaar om voor een moment een andere houding aan te nemen. Als wordt gekeken naar eigen ervaringen, valt vooral de langzaam insluipende toename van allerlei niet af te stoppen gedachten op. De herhaling in het stuk neemt toe, niet als vervelend, maar wel als herkenning beschouwd. Dat maakt het nog moeilijker om aandachtig te blijven luisteren zonder teveel in intrinsieke prikkels op te gaan.
Opvallend is dat het toonspectrum veel overeenkomsten heeft met trance of met andere (minimalistische) housemuziek.
Kijken naar de uitvoering voelt als het begaan van een overtreding, maar wat oogt het mooi: twee pianisten met de rug gerecht die niet tegen elkaar, maar coheretief mét elkaar spelen. En dan al die luisteraars liggend eromheen. Het blijven volgen van de handen van de pianisten doet verwonderen. Zonder een seconde stilte spelen ze aan één stuk door. De tonaliteit omvat een spectrum van onheil, melancholie, euforie en weemoedigheid. En voor anderen wellicht weer heel iets anders of nog veel meer.