Albumrecensie: Snoeck – For The Machines

Snoeck bewandelt grillig pad op debuutalbum

Tekst: Thijs Portz ,

Snoeck behoeft voor volgers van 3voor12/Eindhoven eigenlijk geen introductie meer. Met goede optredens eerder dit jaar als voorprogramma van capcap…cap en op de clubavond van 3voor12/Eindhoven in de Effenaar wist de band al indruk te maken. Het afgelopen jaar werkte het artistieke vijftal in stilte aan zijn debuutalbum. Grote vraag is of Snoeck met het door Ralph Timmermans van Mindpark geproduceerde ‘For The Machines’ net zo goed uit de muzikale verf komt als op het podium.

Om maar met de deur in huis te vallen: ‘For The Machines’ is bepaald geen gemakkelijke plaat geworden. Het vergt meer dan een paar luisterbeurten om de muziek van Snoeck op waarde te schatten. Het vijftal zoekt voortdurend de grenzen op van verschillende genres en is daarbij absoluut niet bang uitgevallen. Zelf omschrijft de band haar muziek als “een mix van pop, jazz, funk en indie die afwisselt tussen ingetogen melancholische liedjes en zwoele, dansbare grooves.”

Dat is goed verwoord. Aan afwisseling en originaliteit ontbreekt het op dit debuut namelijk niet. Het ene moment klinkt de band als een nachtclubvariant van Moloko, het andere moment als Sade. Als die laatste zich tegoed zou hebben gedaan aan een portie paddo’s welteverstaan. Joan Wasser en Janne Schra zijn andere referenties die zich nadrukkelijk manifesteren. Zangeres Mira de Graaf heeft van beiden wel wat en zingt net zo makkelijk zwoel, hees en donker als hoog, ijl en zacht.

Al bij opener ‘Mesmerized’ is goed te horen dat de band niet over één nacht ijs is gegaan. De productie is van hoog niveau en de muziek van Snoeck klinkt gelaagd, fris en rijk. De eerste drie nummers van de plaat zijn dansbaar en leggen de nadruk op de funky, groovy kant van de vijf bandleden. De gitaar- en baslijntjes zijn lekker losjes en zorgen voor een open, ongrijpbare sfeer. Maar, open of niet, door de stuwende drumpartijen worden de nummers stuk voor stuk gekenmerkt door een dreigende ondertoon. In de verte onweert het.

In ‘Factory Song’ pakt Snoeck pas echt uit en laat het haar vele gezichten zien. Het nummer klokt ruim zes minuten en herbergt een keur aan stijlen. Na deze muzikale wervelwind luidt misser ‘Jump Off The Edge’ het tweede, rustigere gedeelte van de plaat in. En dat is een goede zaak. De melodieën zijn beter en doordat de zang meer ruimte krijgt, blijven de nummers beter hangen.

Maar zoals gezegd: ‘For The Machines’ wedt niet op één paard. Na een korte adempauze volgt ‘Wildest Flowers’. Een zwaar, log en dreigend nummer waarin de gitaristen de ruimte krijgen om te excelleren. Hoewel niet gezongen door De Graaf is het één van de beste nummers van de plaat. Na dit wat afwijkende hoogtepunt grijpt de band weer snel terug op de door haar zelf beschreven mix van stijlen.
Opnieuw een moment waarop de aandacht verslapt, maar Snoeck revancheert zich in de laatste twee nummers van de plaat en komt alsnog sterk terug. Hoewel ‘Soldiers’ wel erg veel aan Room Eleven doet denken, werkt het in al haar ingetogenheid wonderwel. Het inventieve gitaarspel geeft het nummer ook een eigen gezicht. Knap dat de band al zo snel — binnen één plaat — een herkenbaar geluid weet te creëren.

In ‘Exit Signs’ gaan alle registers nog een keer open en dan zit het erop. Dan is het aan de luisteraar om Snoeck te duiden. Dat is aanvankelijk bijna onmogelijk, maar na meerdere luisterbeurten lukt het steeds beter. Snoeck heeft met ‘For The Machines’ namelijk een prima debuut afgeleverd. Goed geproduceerd, origineel en met een eigen geluid.

Het pad dat Snoeck heeft gekozen is moedig maar grillig. Het zorgt ervoor dat de band in sommige nummers de focus verliest en gierend uit de bocht vliegt. Maar elke keer als het fout dreigt te gaan, herpakken de vijf zich en word je — mede door de goede tracklist — als luisteraar weer meegezogen in de enerverende roadtrip die ‘For The Machines’ is.

Het album ‘For The Machines’ is nu verkrijgbaar via de website van de band.