Men verwacht veel van het Californische collectief dat vorig jaar al door menigeen als 'hét Lowlandsmomentje van 2010' is bestempeld. Daarvoor krijgt Okieson slechts vijftien minuten speeltijd om het goedgemutste publiek warm te maken voor de Amerikaanse hoofdact. De support uit de keizersstad speelt in een kleine bezetting. Ze zitten enkel met zijn tweetjes te jammen en zo ongeveer elk nummer drie gitaarsolo's weg te geven. Omdat het overstroomt van de effectjes, blijft er weinig pure muziek over. De stemmen zijn zeer kostelijk, maar de stemming hunkert klaarblijkelijk meer naar tropicaanse sambaballen en een opzwepende gitaarmelodie.
Dat die er dan rond de klok van tien in de vorm van Fool’s Gold komen mag geen verrassing genoemd worden. Zanger en tevens bassist Luke Top vraagt de nog niet half bezette Effenaar al vrij snel om naar voren te komen en wil er graag een intieme show van maken. Met de afwezigheid van een setlist en de robotmode waarin de drummer, percussionist en de rythm gitarist op het podium staan, lijkt het eerlijk gezegd niet op de enthousiaste opening van een nieuwe clubtour. Echter, diezelfde gitarist is wel degelijk een fijne toevoeging als hij de saxofoon in zijn handen grijpt. Gelukkig maken Luke en de beweeglijke Lewis Pesacov als leadgitarist alles goed. Zij blijken gemotiveerd tot op het bot en laten bij nummers als ‘Nadine’, ‘Wild Window’ en het altijd heupenprikkelende ‘Surprise Hotel’ zien dat zij niet voor niets vanaf september als support van de Red Hot Chili Peppers fungeren.
Na circa drie kwartier kondigt frontman Top een rustig stadium in. ‘Ha Dvash’ wordt ingezet, wat live dankzij de voortkabbelende beat en de perfect gedoseerde gitaarinbreng heerlijk uit de verf komt. Daarop volgt ‘The World Is All There Is (My Friends)’ waarin meebrullen het minste is wat het publiek als compensatie voor de schrale opkomst kan betekenen. En dat wordt gewaardeerd.
Wel moet gezegd worden dat het exotische wat Fool’s Gold altijd om zich heen had hangen er dankzij de taalswitch op het tweede album een beetje vanaf is. Okee, het blijft nog altijd wereldmuziek met een hoog Afro-funk gehalte, maar door de taalswitch van het Hebreeuws naar het standaard Engels is de muziek akelig dicht in de buurt gekomen van Vampire Weekend en die van Paul Simon. Het doet in ieder geval niets af aan het plezier dat de band het aanwezige publiek bezorgt met een dozijn aan uitheemse wereldmuziekliederen.
Fool’s Gold en Okieson, gezien op 20 oktober 2011 in Effenaar.