Dat je beter niet op één paard kan wedden, weet Fahrenheit Twins maar al te goed. Er zijn zelfs postkaarten gemaakt met op de achterkant de alomtegenwoordige QR-code. ‘Dat is een link naar onze Bandcamp. Daar kan je het album al dan niet gratis afhalen.’ Voor de echte muziekliefhebber is er ook nog de fysieke cd. Alweer tegen een spotprijs. En bij hun feest eerder in de Effenaar kreeg je het album achteraf gratis mee naar huis. Veel geld gaan de heren er dus in het begin niet aan overhouden. Ook al is het niet hun prioriteit. De band is wat men noemt: een uit de hand gelopen hobby. De insteek die je, in theorie, ver kan helpen in het muzikale wereldje.
De kansen om origineel uit de hoek te komen worden steeds schaarser. Het is een alledaags fenomeen - zeg maar: probleem - waar mensen tegenaan lopen. Want alles valt te herleiden tot acht basisnoten. Vervolgens begint de ene band de andere aan te klagen, uit hebzucht. Een drang dat geen drang zou mogen zijn. Ook Fahrenheit Twins vist uit een invloedrijke vijver. Er mag dan wel een overvloed aan invloeden zijn, stelen doen ze niet: van Editors naar de gitaarsolo’s van Interpol. Het omvat praktisch de hele populaire Britse indiewereld. En ze mogen dan wel de titel ‘dertiende in het dozijn’ opgespeld krijgen, dat is iets wat niet deert. Een mens luistert nog altijd naar muziek omdat het kwalitatief feilloos is. Niet omdat het origineel is.
Het jong enthousiasme van het vijftal is niet weg te denken. In titeltrack ‘Empire Of Sand' gillen ze in het refrein. Erger: het lijkt hun grootste genot. Al is het onmisbaar in een debuut. Het is een onderdeel van een standaardhit: makkelijk meezingbare klanken. Al moet er dan elders een aanstekelijke solo te bespeuren zijn en moet de tekst verdwijnen als sneeuw voor de zon. Geen Kafkaiaanse rijmpjes. Geen intellectuele brouwsels. Gewoon tekst. Over liefde, verdriet, afscheid en amusement. Meer moet het, zolang het piekfijn uitgevoerd wordt, niet zijn. Al maakt Fahrenheit Twins het omgekeerde mee. Het gehele album klinkt bombastisch. Telkens dezelfde bezetting. Telkens dezelfde instrumenten. Telkens die bepalende drums. Wat ze missen is de rust die gezocht moet worden in het gitaarspel. Of, zoals ze live proberen, een trompet te integreren in het geheel. En misschien mogen we ons gelukkig prijzen dat ze die rust niet in de zang gaan zoeken, want daar zit hem hun gebrek. De vocalen hebben een getekende grens. De stem heeft zijn charmes, maar het is te weinig spek voor één bek.
Begrijp het niet verkeerd: de heren bezitten genoeg talent om voorprogramma’s te spelen van grote artiesten. Of wie weet om zelf ooit eens (grote) potten te breken. Maar waar ze nog zo goed zijn in marketing, ontbreekt de ervaring in het muzikale. De muziek van Fahrenheit Twins is als een kleurplaat. De lijnen zijn reeds gezet, maar ze geven het een eigen warme invulling. Dat ze niet één keer buiten de lijntjes durven kleuren, moeten we voorlopig maar accepteren. En geef toe: een warm - uit een passie - ingevulde kleurplaat is toch ook niet mis?