Voor de buitenwereld begon het allemaal met vier nummers op MySpace. De Eindhovenaren genaamd Wolfendale bleven daarna enige tijd een mysterie. Na de vier nummers was het even stil totdat er live opgetreden werd. In november 2010 kreeg de band een gezicht met een optreden in de Effenaar als support van Blaudzun. Daarna ging het hard. Heel hard. Een eerste show voor een bijna uitverkochte Kleine Zaal in de Effenaar in het voorprogramma is al niet niks, maar er volgde veel meer. Zo speelde de band vaker met Blaudzun, een show met The Coral, radio optredens bij Gerard Ekdom, Jan Douwe Kroeske en natuurlijk onze eigen radioshow op de woensdagavond. En dat allemaal zonder een plaat te hebben uitgebracht. Na enige research bleek het een project van twee vrienden: Sander Strick en Marc van den Boom.
In een studio op STRP-S kreeg Wolfendale vorm. Uiteraard spreken we beide mannen in diezelfde ruimte. Een sfeervolle woonkamer is het. Al is het maar door de enkele tafel met daarop Frank Zappa’s biografie als leesvoer en een bankstel. Het grote aantal instrumenten, de gordijnen en de computer in het midden verraden dat zowel bankstel als tafel meer als decor dienen. Hier wordt muziek gemaakt. Frontman Sander Strick vertelt hoe dat creatieve proces van muziek maken is begonnen:
“Marc en ik kennen elkaar sinds 2001. Door onze beroepen kruisten onze paden op het gebied van film en animatie. Na de eerste samenwerking wisten we al vrij snel dat we met elkaar muziek wilden gaan maken.” Wat begon als een hobby groeide uit tot een serieus project, zo vertelt hij verder: “Onze samenwerking tijdens ons werk zorgde er al voor dat we beelden en muziek samen lieten komen. Dat resulteerde in een drang tot het maken van een visuele plaat. In 2006 wisten we dat samen wilden werken aan een nieuw project, aan een soundtrack voor een film die niet bestaat. We wilden het onbevangen karakter van onze samenwerking vangen in het geluid, waarbij het visuele centraal staat. De sfeer in onze muziek is dus ontzettend belangrijk. Het roept de sfeer van een film op.”
Maar hoe doe je dat en waar begin je? Sander: “Het begin was allang gemaakt doordat we al samen projecten hadden gedaan. De visie was er nu. Het enige wat nu nodig was, waren de middelen om die visie te verwezenlijken.” En dat betekent zelf meehelpen om een eigen studio te maken, zo vertelt Sander: “We hebben zelf getimmerd en gezwoegd om de ruimte te verwezenlijken die we in gedachten hadden.” Marc vult aan: ‘We zochten op internet op hoe je het beste je studio kon inrichten, waar je de gordijnen moest ophangen om de beste akoestiek te krijgen etc. etc. Hetzelfde geldt voor de spullen die we aan moesten schaffen om zo goed mogelijke opnames te krijgen.” Die geheel eigen inbreng bleek ook voor de muziek zelf essentieel, oppert Marc: “Omdat we alles zelf gedaan hebben, hebben we denk ik ook alles in eigen hand kunnen houden. Het is ons eigen ding gebleven tot het einde. ‘Foghorn’ is onze visie, onze muziek en er is niemand anders die zich daarmee bemoeid heeft. Daardoor is het precies geworden wat we in gedachten hadden.”
Dat wil niet zeggen dat het tweetal nergens hulp heeft ingeroepen van anderen. Sander: ‘Voor de uitvoering van die visie heb je altijd meer mensen nodig. Na het bouwen van de studio nodigden we medemuzikanten uit, kennissen, vrienden, die het plaatje compleet zouden kunnen maken. Zowel Marc als ik hadden van vorige bands aardig wat muzikanten leren kennen en zij wilden allemaal wel een steentje bijdragen. Zo hebben er gastmuzikanten van de bands van Frank Boeijen, Spinvis en Roosbeef meegewerkt aan Foghorn. Iedereen heeft zo zijn eigen specialismen en daar moet je dan ook gebruik van maken.”
Vrienden en medemuzikanten die betrokken werden bij de opnames, groeiden uit tot vaste bandleden. Een vaste line up werd, naast Sander en Marc, gevonden in de vorm van Rudolf van Bree (drums), Remko Jansen (toesten) en Tijn Berkelmans (gitaar). Dat betekende dat er vanaf nu ook live kon worden gespeeld. Voor het laatste zetje van de plaat moest echter ook externe hulp worden ingeschakeld. Marc: “Van tevoren wisten we dat mastering één van de belangrijkste dingen is. We wilden dus alleen met de beste werken. We bespraken de platen die we goed vinden, zochten de mastering studio’s op en gingen gewoon bellen of mailen met die studio’s. Uiteindelijk mailde de gerenommeerde studio The Lodge in New York terug.”
Een aparte wijze van benadering; zonder een label of een manager zocht Wolfendale contact met de beste studio’s wereldwijd. En het werd gewaardeerd: tot hun eigen verbazing mailde The Lodge terug. Marc: “Of ze ons even konden opbellen. Ik meldde voor de zekerheid dat we uit Nederland kwamen, maar dat maakte allemaal niets uit. Ze vonden het zo leuk dat we helemaal zelf contact met ze hadden gezocht. Dat gebeurde namelijk niet zo vaak. En dan hang je dus opeens aan de telefoon met een studio die werkt met artiesten als David Bowie en Björk. In plaats van het sturen van een onpersoonlijke offerte kwamen ze met een telefoongesprek met de opties. Dat gesprek resulteerde in het aanbod om de plaat ‘op afstand’ te laten masteren door de gewaardeerde studio. En daar zeg je dus geen nee tegen.” Resultaat is een plaat die in eigen studio opgenomen is, in eigen studio gemixt is en gemasterd in New York door niemand minder dan Joe LaPorta. De man die eerder platen masterde van o.a. Vampire Weekend, Foo Fighters en Fink.” En daar bleef het niet bij. Joe wist ze ook nog eens een enorm compliment te geven, zo vertelt Marc: “Joe vertelde ons dat we niks anders hadden moeten doen en dat het geweldig klonk. Dat is het mooiste compliment dat we tot nu toe gehad hebben.”
Door flink wat lef te tonen heeft Wolfendale dus al behoorlijk wat voor elkaar gekregen. Maar goed, een mastering studio in New York zorgt niet echt voor een platendeal in Nederland. Marc lachend: “Nee, blijkbaar was New York niet de enige droom die verwezenlijkt werd. Het gaat nog veel verder. Omdat we op zoek waren naar een label dat ons debuut uit wilde brengen, bracht Rock ’n Roll Highschool ons in contact met V2 en toen ging het balletje rollen. Voorheen hadden we nog geen reactie gekregen van een platenlabel, maar dit keer dus wel. Wat er toen gebeurde, overtrof onze verwachtingen.” Kortom: na een droomstart wist de band gewoon door te stomen met behulp van een platendeal met V2. Marc: “Je droomt en hoopt op dit soort dingen, maar dat ze dan uiteindelijk echt gebeuren is heel vreemd.”
Al deze gebeurtenissen, positieve recensies en lof vanuit alle hoeken in de muziekwereld ondergaat Wolfendale met de nodige nuchterheid, zo vertelt Sander: “Weet je, dat er opeens een ‘buzz’ ontstond rondom de band hebben we echt totaal niet meegekregen. Je hebt het zelf niet door, werpt je blik vooruit en bent elke keer weer enorm dankbaar als er iets gaafs gebeurt. Je laat het allemaal maar gebeuren. Wat wij willen doen is gewoon muziek maken, live een goede show neerzetten en het creatieve proces elke keer weer ondergaan.” Over de toekomst denken ze ook niet al te veel na, ook al is Sander alweer nieuw materiaal aan het schrijven. Sander: “We zijn net begonnen en nog lang niet klaar. Eerst maar eens kijken wat ons debuut teweeg gaat brengen en dan zien we wel weer verder. Dromen zullen altijd blijven bestaan en we hopen dat die nog meer verwezenlijkt gaan worden. Maar voor nu leven we in het moment met een blik op de volgende stap. De eerstvolgende mijlpaal: de releaseshow op 14 oktober in de Effenaar. En wat er daarna gaat gebeuren…daar kunnen we nu alleen nog maar over dromen.”
Wolfendale presenteert zijn debuut ‘Foghorn’ op vrijdag 14 oktober in de Kleine Zaal van de Effenaar.