Weinig Pop, heel veel Rock op Kempenerpop 2010

Eindhoven Rockcity zorgt voor hoogtepunten op eerste festivaldag

Tekst en fotografie: Patric Muris ,

Kempenerpop heeft dit jaar een aantal primeurs: voor het eerst zijn er drie podia en voor het eerst is er een camping. De grootste primeur is zonder twijfel de release van het nieuwe album van Peter Pan Speedrock. Voor het eerst te horen en voor het eerst te koop op het festival terrein in Waalre. Er zijn meerdere afgevaardigden van Eindhoven Rockcity en wat opvalt, is dat daar minstens evenveel belangstelling voor is als voor de verwachte publiekstrekkers.

Eindhoven Rockcity zorgt voor hoogtepunten op eerste festivaldag

Kempenerpop 2010 wordt geopend door The Dirty Denims. De band treedt erg veel op de laatste tijd en dat is terug te zien in de presentatie: goed op elkaar ingespeeld en met veel enthousiasme worden de nummers van EP ‘Going Out’ gespeeld. Inclusief de bescheiden hit ‘Ride Tonight’. De muziek van The Dirty Denims is hapklaar en bijzonder geschikt voor festivals. De snel herkenbare melodien en refreinen laten het publiek meeknikken, maar als er gevraagd wordt om mee te zingen blijft het stil aan de andere kant van het podium. Het is nog vroeg en daardoor rustig in de Jack Stage, de middelgrote tent van het festivalterrein.

Na The Dirty Denims speelt Bang Bang Bazooka op de Van Ham Main stage. Het is de enige plek op het festivalterrein waar het publiek niet overdekt staat. Dat is geen probleem als de eerste Rockabilly band van start gaat; de zon schijnt volop. Bang Bang Bazooka is zonder twijfel de best geklede band van het festival. Er wordt echter voornamelijk gescoord met de contrabas en met teksten als ‘Burn Bobby Burn’. Muzikaal zijn er weinig verrassingen. Het publiek illustreert het effect nog het meest doeltreffend: blijven staan waar je staat, met de handen in de zakken.

Hetzelfde geldt voor Batmobile dat wordt aangekondigd als ‘vies en hard’: heb je één nummer gehoord, dan lijkt het wel alsof je ze allemaal kent. De uitvoering zorgt voor het surplus: maximale punten voor het showelement. Dat zorgt ervoor dat het publiek er in opgaat. Er ontstaat zelfs een kleine moshpit. Het bloesje gaat halverwege uit, er wordt omhoog gespuugd, er wordt ‘gereden’ op de contrabas en de gitaar gaat regelmatig de lucht in. De aankondiging klopt aardig zo blijkt. De man die de hele dag het festival aan elkaar praat, is Jack ‘The Mississippi Angelus’.

The Mississippi Angelus speelt zelf ook nog, onaangekondigd,  wat nummers op het terrein. Dat doet hij half versterkt en in een bijzondere samenstelling. Naast zijn vaste band is er ook een klein prinsesje bij. Een titel die het kleine meisje met de tamboerijn zichzelf toebedeelt. Met een typerend klinkende Amerikaanse Bluesstem zingt Jack een paar nummers versterkt door lichte drums, bongo’s en een akoestische gitaar. Dit soort improvisaties zijn tekenend voor de laagdrempelige sfeer van Kempenerpop dat bekend staat als een festival voor het gehele gezin.

Dat valt echter wel mee als het later op de avond wordt. Zeker wanneer Komatsu zijn geluid de Jack Stage in blaast. Kinderoortjes worden hier zonder pardon aan gort gespeeld. Deze exponent van Eindhoven Rockcity is nog vrij jong in zijn bestaan, maar laat zien nergens van terug te schrikken. De zanger kijkt voortdurend zijn publiek aan en zingt voluit. Soms doet het aan als gecontroleerd schreeuwen. Verrassend is het blonde meisje op drums dat klein van stuk is, maar prima met de rest van de band meekan. Het geluid staat hard waardoor de bas knettert bij vlagen. Komatsu speelt stevige rock, maar wel strak en verfijnd. Een hoogtepunt op deze eerste festivaldag.

Na Komatsu vindt de prijsuitreiking van de Kempenerpopprijs 2010 plaats. De winnaar mag volgend jaar opnieuw spelen op Kempenerpop. Het niveau van de deelnemende bands is niet zo hoog als vorig jaar en allen hebben een tekort aan originaliteit. N.O.T.E., SpuM, Backspin en Monocle Mint krijgen allen een half uur om de vijfkoppige jury te overtuigen. De prijs gaat naar Monocle Mint dat met ‘I Don’t Like Everything’ een potentiële hit in huis heeft. Toelichting bij het uitreiken van de prijs: Monocle Mint heeft van allen de meeste potentie. De band heeft een goede presentatie, maar er zal wel nog gewerkt moeten worden aan de zang die regelmatig onzuiver is.

The Mad Trist laat om 19.00 uur de eerste herkenbaarheid op Kempenerpop 2010 horen. Het contrast met de bands in de finale van de Kempenerpopprijs is groot. Hier staat een echte band. Minder hitgevoelig dan Go Back To The Zoo, dat van dezelfde lichting is, maar minstens even goed. The Mad Trist speelt toegankelijke Stonerrock tot in perfectie. Een vol en stevig gitaar geluid wordt aangevuld met een strakke ritmesectie en de zang van Arthur Von Berg. Het is etenstijd en daardoor niet zo druk. Zonder zich daar aan te storen, speelt de band op energieke wijze zijn nummers waaronder hitsingle Pay The Piper en de nieuwe single Hair Of The Dog.

Shaking Godspeed speelt ook stoner, maar dan wel in een hardrock variant. Met stevig gitarenwerk gaat de band tekeer in de Jack Stage. De tent staat aardig vol en mensen kijken geboeid hoe de bandleden elkaar opzoeken en vervolgens weer helemaal loslaten om in een eigen element te verkeren. Tot nu toe zijn alle podia veel te groot gebleken voor de bands die er op staan, maar Shaking Godspeed benut de ruimte optimaal. Voor het laatste nummer wordt gevraagd of de drums harder mogen. De lange gitaarstukken van vorige nummers worden vervangen door korte, zenuwachtige aanslagen op de instrumenten. Niemand weet wat komen gaat en nog voordat dat duidelijk wordt,  is het voorbij. Heerlijk eigenzinnig.

Terug naar de Van Ham Main Stage waar Black Earth het voorbereidende werk doet voor Peter Pan Speedrock. Als de band van het podium verdwijnt, komt er een groot zwart doek voor te hangen. Niemand mag iets mee krijgen van de opbouw. De spanning loopt op en terwijl mensen voor het podium staan te praten en de dj muziek draait, klinkt er opeens een keiharde knal. De oerknal, gevolgd door het stoppen van de muziek en lichtuitval in de tent ernaast, doet vermoeden dat de stoppen zijn doorgeslagen. Dan verschijnen er visuals op het zwarte doek: digitale rode lijnen, symbolisch voor bloed, lopen naar beneden. Peter Pan Speedrock wil bloed. De show is begonnen.

De titels van de nummers van de nieuwe plaat worden gedurende de hele show geprojecteerd op de bovenkant van het podium. Oude shit en nieuwe shit zoals ze het zelf noemen, worden afgewisseld waarbij de gehele tijd aanspraak wordt gedaan op het publiek. Stilstaan wordt niet getolereerd door Peter. ‘Going Downtime’ is daarbij het nieuwe lijflied met Waalre als ‘heart of the city’. Het tempo is hoog, de zang is stuwend en de gitaren klinken hard. De band oogt fris en gretig. Geen enkel moment wordt er gas teruggenomen. Er ontstaan gedurende het hele optreden moshpits. De voor het eerst duidelijk aanwezige security houdt alles goed in de gaten, maar in actie komen is geen enkel moment nodig.

“It’s a resurrection in a hardrock world” klinkt uit de mond van Peter en dat is precies het gevoel dat op dat moment ontstaat: het gemis dat de band bij liefhebbers van Eindhoven Rockcity deed ontstaan, wordt door henzelf weer opgevuld. De mythe wordt in stand gehouden, mede door de in grote getalen aanwezige merchandise; zowel aan de rekken van de merchandise stands als op de schouders van het publiek. Ook de kaarten die gekocht kunnen worden voor de eerste luistersessies van het nieuwe album en de stapels stickers en flyers op de tafels doen sterk benadrukken dat dit een ware headliner is. Peter Pan Speedrock maakt het helemaal waar. Van Kempenerpop is de laatste uren van dag één geen sprake meer, van Kempenerrock eens te meer.