Jónsi laat Muziekgebouw naar adem happen

STRP biedt ook kippenvel

Tekst: Rachel Sloven / Fotografie: Els Oostveen ,

En weer krijgt Ijslander Jónsi Birgisson het voor elkaar om een goedgevulde zaal naar adem te laten happen: of het met zijn band Sigur Rós is, of solo, zoals nu. Een twee uur durende trip tussen hemel, hel en aarde. Hoe hij het doet dat weet geen mens. Maar als ie het maar nog heel lang blijft doen.

STRP biedt ook kippenvel

Met het niet te evenaren Sigur Rós optreden tijdens Lowlands 2008 nog vers in het geheugen, lijkt de angst dat een slap aftreksel, of meer van hetzelfde, ons vanavond ten deel zal vallen reëel. Niets blijkt gelukkig minder waar. Stars in Still Water is dan misschien niet zo’n sterke opener en het duurt nog een nummer of twee om erin te komen, maar dan is de wereld buiten de muren van het Muziekgebouw plotseling verdwenen.

Het moge wel duidelijk zijn dat Jónsi Birgisson er ook solo in slaagt zijn toehoorders als aan de grond genageld te krijgen. In de eerste plaats door zijn hemelse stemgeluid, maar om nou te zeggen dat de enige verschillen met zijn vorige band de deels Engelse teksten en een nieuwe begeleidingsband zijn, is wel heel erg kort door de bocht.

Was de Sigur Rós single Við Spilum Endalaust al min of meer dansbaar, de nummers op soloalbum Go worden met regelmaat voorzien van een heuse beat met dank aan drummer Thorvaldur Thór Thorvaldsson, die net als de rest van de band net zo gemakkelijk zijn drumstel verruild voor de piano of de xylofoon.

De show helpt ook mee. Jónsi’s wens om de optredens te laten plaatsvinden binnen een lichtspektakel waar een afgebrande taxidermist als locatie dient en waar opgezette dieren weer tot leven komen, werd tot in precisie uitgevoerd door het Britse ‘59 Productions’.

Herten, konijnen, vossen, wolven, spinnen, mieren en vogels, bomen en bloemen… een constante aanvoer van fraai vormgegeven flora en fauna vliegt, rent, dwarrelt en kruipt op een levensgroot scherm op de achterwand en diverse podiumdelen. Dit alles geheel synchroon aan de muziek en in veelal witte pentekeningen, als ware het daadwerkelijk geesten.

Of Jónsi nu schuchter en bijna geheel onbelicht het goddelijke Hengilás ten gehore brengt, of met gebogen rug als een bezetene heen en weer rent tijdens Animal Arithmetics, bijgestaan door duizenden mieren in optocht; Alles is even adembenemend. Dat is waarschijnlijk het grootste verschil tussen beide projecten. Waar Sigur Rós voornamelijk ingetogen, breekbaar en meeslepend was, is Jónsi dat net zo, alleen dan aangevuld met een zo nu en dan oorverdovende climax die eenieder naar adem zal doen happen.

Van interactie tussen de ingetogen frontman en het publiek is op een paar woorden na nauwelijks sprake. Toch geeft dat gek genoeg niks, net als de carnavaleske outfits waarmee naast Jónsi ook andere bandleden zijn uitgedost en het gebrekkige Engels.

Je vraagt je soms af wat er allemaal in dat Ijslandse drinkwater zit, maar neemt het vervolgens maar al te graag voor lief. Een hoop geouwehoer en spijkerboeken met sneakers eronder hadden waarschijnlijk alleen maar afbreuk gedaan aan de feeërieke sfeer. En dat zou jammer zijn, want met al die dieren en de hemelse gezangen moet dit haast het paradijs wel zijn.

Nou ja, een hele grimmige variant ervan dan toch, want wat er zich op de achterwand afspeelt, stevent zo langzamerhand af op een inferno. Na ondergelopen meren, wolven en vogels die uiteenspatten na een confrontatie, vechtende herten en stervende bloemen en bomen is het tijdens de eerste toegift Sticks en Stones even tijd voor een uitzinnige frontman met indianentooi die over het podium heen en weer stuift  

Maar the best is yet to come. Afsluiter Grow Till Tall begint zowel op het podium als op het scherm als een onschuldig briesje dat zich ontvouwt tot een hoosbui waarin uiteindelijk vliegend puin in rotvaart door het beeld vliegt. Het publiek is verdoofd, mooier en intenser dan dit kan bijna niet… en dan.. is het klaar. Het licht gaat aan en het podium wordt meteen afgebroken.

Een domper, maar aan alles komt een einde ook aan een onaards mooie ervaring als deze. Die maak je niet vaak mee. Lowlands 2008 was de laatste keer.

Jónsi, gezien 24 november in Muziekgebouw Frits Philips.