The Parlor Mob: te goed voor een tribute band

Generale repetitie in de Effenaar

Tekst: Rachel Sloven ,

Er zijn van die bands die live zoveel energie uitstralen, dat het publiek een optreden lang met een grote glimlach en een op de maat meedeinend hoofd naar het podium blijft staren. The Parlor Mob uit New Jersey is zo’n band. Al wordt ze in vrijwel alle albumrecensies neergezet als Led Zeppelin-kloon, niemand heeft waarschijnlijk spijt dat hij of zij gekomen is vanavond. ‘Beter goed gejat dan slecht bedacht’, zullen we maar zeggen.

Generale repetitie in de Effenaar

Ze veranderden hun naam van Gold Sputtered Membranes in Mezcalectric en presenteren op 23 januari hun eerste album in The Rambler. Vanavond alvast een generale repetitie in de kleine zaal van de Effenaar. Het publiek is gemiddeld zestien en duidelijk gekomen voor the Parlor Mob, maar zodra het nummer ‘New Orleans’ wordt ingezet is dat plotseling vergeten. Mescalectrics heeft er na vanavond een nieuwe schare fans bij. De nieuwe nummers zorgen voor een verfrissende afwisseling met de oudere nummers. Met het bestaande repertoire was niks mis, maar het kon na vijf jaar gewoon wel weer eens een likje verf gebruiken. Kom maar op met dat album!

Waarschijnlijk wordt de naam Robert Plant bij optredens van The Parlor Mob vaker genoemd dan bij shows van Led Zeppelin zelf. Begrijpelijk, want de gelijkenis tussen de vocalen van Plant en Parlor Mob frontman Mark Melicia is akelig treffend en het nummer Tide of Tears aan het einde, lijkt verdacht veel op Plants tearjerker ‘Since I’ve Been Loving You’. Toch, The Parlor Mob een Zeppelin Tribute band noemen, zou beledigend zijn. Daar zijn de nummers te goed voor.

Met ‘Hard Times’, tevens het eerste nummer van debuutalbum ‘And You Were a Crow’ is meteen de toon gezet. Dat wordt rocken. Melicia, een klein ventje met een veel te grote leren jas springt het podium op en dan gaat het dak eraf.Gitaristen Dave Rosen en Paul Ritchie zijn een perfect duo. Hun uitgedachte riffs worden bijgestaan door een retestrakke ritmesectie van bassist Nick Villapiano en half ontklede drummer Sam Bey, die in koeienletters ‘Oh yeah!’ op zijn borstkas liet tatoeëren. De energie en het charisma tussen de vijf heren is onweerstaanbaar aanwezig en brengt het publiek in een prettige roes.

Het middelpunt is zanger en mondharmonicaman Mark Melicia, die elke toon vanuit zijn tenen lijkt te halen, zonder daar ook maar een beetje moeite voor te hoeven doen. Zijn bereik lijkt eindeloos. Gewoon alleen maar recht toe recht aan rock en roll is het zo nu en dan, maar er is meer dan dat. ‘Everything You are Breathing For’ geeft kippenvel, ‘When I Was An Orphan’ briljant, ‘Angry Young Girl’ een beetje country zelfs  en wanneer het acht minuten durende ‘Tide Of Tears’ aan het eind van de avond de zaal in rolt, zijn we ineens vijfendertig jaar terug in de tijd.

Led Zeppelin, The Datsuns, Wolfmother, Jack White en misschien nog vele anderen; de vergelijkingen kloppen allemaal. Toch voegt de bluesy hardrock van The Parlor Mob er een intelligente en frisse vibe aan toe en dat maakt het bijzonder.

The Parlor Mob, gezien 29 oktober in de Effenaar.