Bij binnenkomst net voor twaalf uur schrik ik van de wringende sfeer. De zaal is tegen elke verwachting in zo goed als leeg (ondanks dat ze het podium naar voren hebben geschoven om wellicht de lage kaartverkoop te verbergen). Opwarmer Zef Filicien is net te voortvarend bezig door vlak voor Mayer begint, Carl Craig’s remix van ‘Like A Child’ te draaien alsof het al half vier ‘s ochtend is.
Misschien niet onterecht wil hij laten horen wat hij in huis heeft; om een of andere reden staat hij niet op de poster van de avond. Ook op de site van bijvoorbeeld Partyflock wordt hij niet aangekondigd, wat zonde is, juist omdat de feesten van Mono40 en Minstens waar hij nauw bij betrokken is, een flinke enthousiaste aanhang hebben die de avond alleen ten goede hadden kunnen komen.
Michael Mayer past het tempo weer aan, aan het tijdstip en drukte in de zaal met lome diepe, voor hem typische platen als de dj Koze dub remix van de Laatste Whomadewho single, de ‘Slowhouse Two’ van vorig jaar en de Closer Musik (oud duo van Aguayo met Derk Leyers) klassieker ‘Departures’, om alvast in de stemming te komen voor de hoofdact.
Tegen één uur als Matias Aguayo het roer overneemt is de zaal nog niet eens voor een derde gevuld. Het deert hem niet, hij pakt zijn trommels en toeters en straalt –zeker in vergelijking met de norse blik die Mayer heel de avond op zijn gezicht heeft – en lijkt zo blij als een kind te mogen beginnen. Zijn show is geen live-act die statisch van een laptop wordt afgespeeld zoals gangbaar is in de scene, maar een wisselende mix van dj set, drum geluiden vanaf grote drumpads, live percussie met een tamboerijn, geblaas van toeters, en zang en vreemde geluiden die hij met zijn stem maakt en vervormt door de effecten op de mixer. Zijn enthousiasme is zeer aanstekelijk, en ondanks het lage bezoekersaantal, krijgt hij iedereen snel in de stemming. De kracht van zijn muziek zit in de typische monotone Duitse minimale beats, die echter nooit gaan vervelen door inbreng van vleugjes van andere stijlen als exotische afro-latijnse ritmes, Detroit synths en basslijnen uit dubstep. Zijn set waarin hij nieuwe tracks van zijn album (‘Rollerskate’) afwisselt, met oude hits van hem (‘Walter Neff’ waarop hij zelf zingt) met onder andere platen van Pink Skull en niet gereleased werk van de dj Cee uit Zuid Afrika (hij was niet te beroerd dit prijs te geven, en zelfs naar mij op te sturen), kent geen saaie momenten. Waar een plaat of overgang te lang duurt, gaat hij los op de pads of schalt hij als een m.c. wreemde opjuttende kreten (Ay Ay Ay) de zaal in. Een bijzonder dansbare set, met een voor de minimal scene ongekende onvoorspelbaarheid en feeststemming.
Michael Mayer sluit de avond af, maar het lukt hem niet de energie van zijn voorganger vast te houden. Waar Aguayo juist gewend is spontane feestjes op pleintjes en in parkeergarages met vrienden en voorbijgangers te geven, met alleen een boombox, wat voorgemixte cd-tjes en trommels, zie je dat Mayer wel moeite heeft met de te lege zaal. Hij draait het stevigere werk uit zijn platenkoffer en hoewel de groove goed is lijkt het na een half uur te veel op elkaar, en besluiten enkele bezoekers voortijdig naar huis te gaan. Dit is jammer, met een vollere zaal was dit zeker niet gebeurd, en was hij tot meer in staat geweest en zou de ideale afsluiter zijn geweest.
Het was een rare avond. Het is niet te snappen dat met een naam als Michael Mayer op de flyer er zo weinig publiek is. Misschien zijn er teveel magere houseavonden geweest in de Effenaar, zijn de bezoekers sceptisch geworden, bang voor weer een bijna lege zaal. Misschien is promotie niet de sterkste kant van de Effenaar, wie zal het zeggen? Daarentegen was het optreden van Matias Aguayo bijzonder, het was goed een voorbeeld van hoe je door minder star te draaien en produceren, het minimalhouse genre, de muziek en de feesten weer fris en aantrekkelijk kan krijgen.
Kompakt Label Night met Matias Aguayo, Michael Mayer en Zef Filicien, gezien 31 oktober 2009 in de kleine zaal Effenaar.