Hoe leuk kan het leven van een programmeur zijn….

Ook dit jaar is er een delegatie van de Effenaar op zoek in Brighton

Tekst: Tijs Dijstelbloem, Tom Ketelaar, Robert Schaeffer ,

Na het succesvolle bloggen vanaf The Great Escape vorig jaar, zijn
Effenaar programmeurs Robert en Tom wederom afgereisd naar Brighton om verslag te doen van dit coole driedaagse event. Meer dan 300 bands in 35 venues, dat wordt weer rennen en vliegen door The Lanes en over de Brighton Pier.

Ook dit jaar is er een delegatie van de Effenaar op zoek in Brighton

Dit jaar geen stress om op tijd onze vlucht te halen, want de NS was ons goed gezind. Om 10.00 uur ’s ochtends stonden we veilig en wel op  Station Brighton, klaar voor een lang weekend toffe muziek.

The Great Escape begint natuurlijk niet voordat we na het inchecken voor een delegate pass (vanaf nu, ook wel de uberhandige voordring pass) de stad in zijn geweest om alle lokale platenzaken leeg te roven. Wat een verademing en wat een aanbod. Ieder twee tassen vol  lp’s en cd’s naar het hotel gesleept.

Uiteraard zijn we niet zonder Effenaar promotiemateriaal op pad 
gegaan, en verspreiden we onze My Bloody Valentine flyers, die 
enthousiast worden ontvangen door de platenboeren en hun klanten.

Na een middagdutje zijn we om 17.30 naar het Thistle hotel gegaan, waar de heren en dame van The Alternative een Dutch Delegate meeting  hebben georganiseerd. Grote vriend Willem nodigde ons samen met Robert Meijerink (Doornroosje/Eurosonic) en Joey Ruchtie (Watt/Rotown/Noorderslag) uit om een hapje te eten bij een van de vele Indiase ‘all  you can eat’ restaurants die Brighton rijk is. Gezellig bijbuurten, maar lekker dineren is anders. Ach, je kunt het de schuchtere Indiase obers niet kwalijk nemen. De Beck’s smaakte in ieder geval zoals die in de Effenaar ook smaakt. Koud en lekker.

Na het diner gaat iedereen zijn eigen weg. Er moeten bands gespot  worden, nieuwe artiesten binnengehaald, agenten bespeeld en genetwerkt  worden.  The Escape is nu echt begonnen!

Wij lopen naar de Po Na Na, waar we bij aankomst verrast worden de  huizenblok lange rij die voor de ingang staat. Kut denken we, maar gelukkig geeft de uberhandige voordringpas uitkomst en mogen we als één van de 100 gelukkigen naar binnen voor The Pains of Being Pure at  Heart.

De eerste band blijkt meteen een schot in de roos! The Pains zijn een jonge Amerikaanse band die heel veel hebben geluisterd en gekeken naar The Smiths, My Bloody Valentine en daardoor in het rijtje passen van jonge helden zoals Glasvegas. Niet alleen de sounds, maar ook de looks zijn ultra-Brits en dat voor een band uit New York.

We pakken vijf songs mee en lopen dan naar The Pavilion Theatre om DM Stith mee te pakken. Een labelmaatje van Sufjan Stevens, die op zich een mooie plaat heeft uitgebracht, maar op The Escape onze afterdinner dip doet inslaan. Zijn breekbare songs worden live begeleid door cello, viool, gitaar, piano en getrommel, maar blijven live vrij anoniem. DM zelf is een grappige nerd, die na ieder woordje tot het publiek uitriep: “I can’t  believe I just said that”. Wij geloofden het toen wel.

Snel door naar de Komedia, gevestigd in The Lanes, alwaar de band met  de onuitspreekbare naam Hjaltalin zijn opwachting maakt.

Als we zeggen IJsland, dan weet menig muziekliefhebber waarschijnlijk genoeg. De artrock variant van The Magic Numbers, met een imposante Mama van The Mama’s & The Papa’s op zang aangevuld met ‘kijk eens, een hobo’ en Legolas van Lord of The Rings op zang en gitaar. Iets te artyfarty zonder dat het overkomt.
De afterdinner dip bereikt zijn hoogtepunt dus snel op weg naar de  volgende band.

I Was King is hot in thuisland Noorwegen en wordt ons getipt door  Rense van Kessel van Friendly Fire. We komen dan niet voor niks tout programmerend Nederland (lees Robert Meijerink) tegen in de kelder van The Ocean rooms. I Was King maakt leuke korte 90’s  indierock liedjes a la Guided ByVoices en Pixies (inclusief meezingende bassiste). Live mist het nog aan uitstraling maar de liedjes zijn fijn. Van de manager krijgen we de cd in onze handen gedrukt, want die schijnt behoorlijk goed te zijn (maar dat is natuurlijk zijn werk om dat te zeggen). Toch geloven we hem meteen want hij managed ook een van onze favoriete Noorse bands The Shining (Enio Morricone meets Mr Bungle en in 
november in uw theater!)

Dan met goede hoop op naar The Hope waar maar liefst 3 maal de hoop van de hedendaagse 80’s art rock revival speelt. En niet voor niets  weer een ellelange rij. Eerst voor de deur, en daarna drie trappen op naar het piepkleine zaaltje. De überhandige voordringpas zorgt er voor dat we wederom iedereen voorbij kunnen lopen, maar vlak voor de deur kunnen plaatsnemen op een lederen driezitsbank. We kunnen naar binnen zodra de eerste bezwete mensen het zaaltje verlaten. Mijn god wat is 
het warm binnen. En lieve heer, wat een gebrek aan zuurstof!

Maar gelukkig pakken we nog drie nummers mee van electropop sensatie Chew Lips. Denk aan twee mannen achter knopjes en Karen O van The Yeah Yeah Yeahs op zang, met de performance van Crystal Castles. Opwindende en swingende 12 minuten. Absolute tip!

Een andere absolute tip stapt 30 mnuten later op hetzelfde podium. An  Experiment on a Bird in the Air Pump is niet alleen een hele mond vol,  maar ook een podium vol. Hoewel er maar drie dames op het podium staan. Deze drie dames in zelfgemaakte tunieken bezitten slechts over een basisbeheersing van hun instrumenten, maar dit is voldoende om toch opwindende muziek te maken.

Twee (distorted) basgitaren en twee trommels en een snare is alles wat  nodig is om te klinken als een rudimentaire mix van Sonic Youth (100% cover), Deerhoof, Jesus & Mary Chain en The Cramps. Drie geweldige strotten en steeds wisselend van instrumenten maakt de kale instrumentatie toch tot een opwindend geheel. (de boektip nummer één voor ZXZW 2009!)

Collega Jeps Salfischberger (Mojo concerts) was ook bij deze show  aanwezig, te meer omdat hij nieuweling S.C.U.M. kwam spotten. Voor deze band het podium zou betreden moesten we nodig zuurstof krijgen, aangezien het in het zaaltje echt niet meer te houden was. Ff de bar in met Jeps, halve liters cola en cider erbij, en in jaren 80 stijl lullen over Star Wars en Transformers.

We vergaten bijna dat er boven in de zaal nog een band speelde, 
waardoor we slechts de laatste twee nummers van S.C.U.M. meepikten. Te weinig om echt een oordeel te vellen, maar een ding was duidelijk. Ook deze boys zoeken het in de gloomy 80’s met hun postpunk distortion en Bauhaus act.

Tijd om The Hope te verlaten en ons te spoeden naar Concorde 2 voor We Have Band, een tip van Roel Coppen van Friendly Fire.
Een behoorlijke wandeling langs zee en strand, waardoor we om 
middernacht zo goed als nuchter aankomen bij deze mooie club. De band op het podium is al lang aan het spelen, en we hadden van We Have Band toch iets heel anders voorgesteld. Onze verbazing steeg toen ze een nummer speelde dat we echt ergens van kenden, en werd bevestigd toen de band daaropvolgend ’Young Folks’ inzette, we waren verdomme naar Peter, Bjorn & John aan het kijken! Niks nieuws onder de zon, maar wel 
al sinds vijf uur ’s ochtends op. Tijd om het Abbey Hotel eens op te gaan  zoeken!

Morgen deel II...